Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-11250

van Fabienne Winckel (PS) d.d. 14 maart 2014

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

Borstkanker - Studie - Université libre de Bruxelles - Belgisch-Marokkaanse vrouwen

kanker
Marokko

Chronologie

14/3/2014Verzending vraag
28/4/2014Einde zittingsperiode

Vraag nr. 5-11250 d.d. 14 maart 2014 : (Vraag gesteld in het Frans)

De krant Le Soir van 8 en 9 maart 2014 maakte melding van een studie van het universitaire ziekenhuis Erasmus (ULB) waarin wordt vastgesteld dat Arabische en Marokkaanse vrouwen bijna tien jaar vroeger voor borstkanker worden behandeld dan andere vrouwen. Een onderzoeksteam zou 441 dossiers hebben vergeleken, waaronder de dossiers van 91 Marokkaanse en Arabische vrouwen en 350 dossiers van Europese vrouwen, en daarbij hebben vastgesteld dat de Marokkaanse vrouwen, van wie de meesten in België zijn geboren, gemiddeld op de leeftijd van 49 jaar worden behandeld tegenover 60 jaar voor de Europese vrouwen. Hun tumoren zouden ook agressiever, groter en ernstiger zijn, en een snellere progressie kennen dan gemiddeld. Ook al moet die studie uiteraard worden voortgezet en verfijnd, toch blijken de specialisten vandaag aan te geven dat de mammografie die vandaag gratis wordt aangeboden aan vrouwen van 50 tot 69 jaar, wel eens te laat zou kunnen komen voor die specifieke patiënten.

1) Hebt u iets opgevangen van die studie? Wat denkt u van de vaststellingen van vandaag? Werden soortgelijke studies in andere landen gedaan?

2) Bent u voornemens om het onderzoeksteam aan te moedigen en te steunen, opdat ze hun onderzoek zouden uitdiepen en een detailanalyse maken van risicofactoren zoals voeding en levensstijl?

3) Acht u het relevant om in samenwerking met de Franse Gemeenschap eventueel een globale studie te bestellen over het risico om borstkanker te ontwikkelen en daarbij criteria als etnische afkomst en levensstijl te analyseren en zodoende toekomstige preventieacties beter te kunnen richten?

4) Bestaat ter zake wetenschappelijke informatie over de categorie vrouwen van Aziatische of Afrikaanse afkomst?