Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-11239

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 14 maart 2014

aan de minister van Justitie

Bouwwerken - Geraamde kostprijs - Overschrijdingen - Aansprakelijkheid - Kostbeheersing Waarborgen - Justitiepaleis in Antwerpen

openbaar gebouw
bouwnijverheid
bouwkosten
overheidsopdracht voor werken
overheidsopdrachten

Chronologie

14/3/2014Verzending vraag
28/4/2014Einde zittingsperiode

Vraag nr. 5-11239 d.d. 14 maart 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Niemand kijkt nog raar op bij een bericht dat de uiteindelijke kostprijs bij het bouwen of verbouwen van een overheidsgebouw tomeloos en mateloos de oorspronkelijk geraamde kostprijs overtreft. De illustraties hierbij zijn hallucinant, zeker bij Justitie. Zo werd de bouw van het nieuwe justitiepaleis in Antwerpen oorspronkelijk geraamd op 76,8 miljoen euro en uiteindelijk afgeleverd tegen een kostprijs van 282.5 miljoen euro, kortom een overtreffende trap met 261 %.

Er staan bij de Justitie uiteraard - en gelukkig - permanent grote en zware infrastructuurwerken geprogrammeerd, waarbij de vanzelfsprekende vraag rijst hoe onze gemeenschap zich kan beschermen tegen dergelijke kolderieke maar tegelijkertijd ook onaanvaardbare overschrijdingen van gegunde bouwwerken.

1) Hoe verklaart de geachte minister dat Justitie, zo illustreren onder andere de bouw van het justitiepaleis in Antwerpen en vele andere dossiers, er zo moeilijk of niet in slaagt om gegunde bouwwerken te laten afhandelen tegen de gegunde kostprijs?

2) Waar liep en loopt het fout, wie draagt daarvoor de aansprakelijkheden en staat Justitie, bij uitbreiding onze gemeenschap, dan helemaal machteloos in dit spel van meerwerken, onvoorziene omstandigheden, nukken van charismatische architecten en andere calamiteiten enz.?

3) Heeft Justitie ondertussen een systeem ontwikkeld om deze onbeheersbare ontsporing van geraamde kostprijzen te beheersen? Zo ja, kan de geachte minister dit illustreren door recente voorbeelden van grote bouw/verbouwwerken? Waar liggen de oorzaken van deze goede voorbeelden? Zijn er ook recente slechte voorbeelden, waar Justitie weerom werd geconfronteerd met substantiële verhogingen van uiteindelijke kostprijzen?

4) Hoe verklaart de geachte minister deze "slechte" voorbeelden? In welke mate is zij tevreden met de wijze waarop Justitie met deze dossiers omgaat? Kan zij de huidige aanpak als adequaat, efficiënt en vooral effectief bestempelen?