Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-11176

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 24 februari 2014

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken

Democratische Republiek Congo - Butondo Muhindo Nzangi - Onrechtmatige detentie

Democratische Republiek Congo
rechten van de mens
andersdenkende
gevangenisstraf

Chronologie

24/2/2014Verzending vraag
28/4/2014Einde zittingsperiode

Vraag nr. 5-11176 d.d. 24 februari 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Butondo Muhindo Nzangi, Congolees volksvertegenwoordiger voor de provincie Noord-Kivu, zit sinds al meer dan zes maanden in de gevangenis van Makala in Kinshasa. Hij werd in augustus 2013 aangehouden en meteen veroordeeld wegens "bedreiging voor de staatsveiligheid". De omstandigheden waarin zijn arrestatie gebeurde, wijzen erop dat het regime deze politicus het zwijgen wil opleggen. Hij is namelijk zeer kritisch voor de Congolese president Kabila.

Hierover de volgende vragen.

1) Is de geachte minister op de hoogte van de arrestatie en veroordeling van dat de Congolese politicus Butondo Muhindo Nzangi? Heeft hij meer informatie over zijn veroordeling? Op basis van welke concrete feiten werd hij veroordeeld naast het vage "bedreiging voor de staatsveiligheid"? Betrof het hier volgens hem een eerlijk proces?

2) Heeft de geachte minister protest aangetekend bij de Congolese autoriteiten over deze arrestatie en veroordeling? Op welke wijze en wanneer heeft hij dat gedaan? Zo neen, zal hij dit nog doen en kan hij zijn aanpak dienaangaande toelichten?

3) Beschikt hij over meer informatie wat betreft de actuele situatie waarin Butondo Muhindo Nzangi zich op dit moment bevindt? Is hij bereid van de Congolese regering duidelijkheid te eisen over zijn situatie? Zal België deze zaak verder nauwgezet opvolgen?

4) Hoe beoordeelt hij deze gebeurtenissen waarbij kritische politici en activisten het zwijgen wordt opgelegd met onrechtmatige veroordelingen wegens "bedreiging van de staatsveiligheid"? Volgt België hieromtrent ook andere rechtszaken op? Welke en kan de geachte minister zijn aanpak dienaangaande toelichten?