Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-1117

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 1 februari 2011

aan de staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken

Staatssecretaris voor Europese Zaken - Opdrachten na het voorzitterschap van de Europese Unie (EU)

minister
voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie
Europese Unie

Chronologie

1/2/2011Verzending vraag
27/6/2011Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1116

Vraag nr. 5-1117 d.d. 1 februari 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het Belgische voorzitterschap van de Europese Unie (EU) oogstte veel positieve commentaar. Daarvoor proficiat aan iedereen die hier een steentje bijdroeg, met inbegrip van de staatssecretaris voor Europese Zaken.

Na afloop van het EU-voorzitterschap stelt zich wel een vraag naar de opdracht van deze staatssecretaris, bij uitstek in een regering van lopende zaken. In een recente toespraak op de diplomatieke dagen in Brussel, stelde de staatssecretaris: " Ik ben ervan overtuigd dat de voorbereiding en coördinatie van Belgiës Europese optreden een volwaardig vak is. "

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Welke toegevoegde waarde biedt de staatssecretaris voor Europese Zaken, na afloop van het EU-voorzitterschap, in het coördineren van de Belgische Europese politiek, dit onder andere in verhouding tot de opdrachten van de minister van Buitenlandse Zaken en andere internationale opdrachten bij de verschillende federale ministers?

2) Zou het niet getuigen van spaarzaamheid, politieke eerlijkheid en zorgzaamheid en transparantie om dit staatssecretariaat formeel te beëindigen en de vrijgekomen middelen aan te wenden voor andere prioriteiten binnen ons buitenlandbeleid, bijvoorbeeld het bepalen van een meer systematische, nauwgezette en consequente houding ten opzichte van het respecteren van de rechten van de mens of het veel meer actief ijveren voor een kernwapenvrij maken van Europa?

Antwoord ontvangen op 27 juni 2011 :

Ik kan het geachte lid, in antwoord op zijn vraag, volgende elementen meedelen.

Het merendeel van de lidstaten van de Europese Unie (EU) beschikt, naast de minister van Buitenlandse zaken, over een afgevaardigd minister of een staatssecretaris voor Europese zaken. Het bestaan van deze portefeuille houdt geen verband met de uitoefening van het roterend voorzitterschap van de Raad, maar wordt gerechtvaardigd door de groeiende omvang van de dossiers inzake de Europese constructie en de verveelvoudiging van het aantal hiermee verbonden vergaderingen en activiteiten waarvoor de aanwezigheid van een politieke verantwoordelijke vereist is.

De staatssecretaris voor Europese zaken behandelt als afgevaardigde van de minister van Buitenlandse zaken alle kwesties in verband met de Europese constructie. Samen met de eerste minister en de minister van Buitenlandse zaken neemt hij deel aan het bepalen van de Belgische standpunten en bijdragen in de Europese Raad en in de verschillende formaties van de ministerraden van de Europese Unie. Samen met de minister van Buitenlandse zaken ziet hij toe op de omzetting van de Europese wetgeving in Belgisch recht. Hij neemt deel aan regelmatige ontmoetingen met zijn Europese ambtgenoten, zowel op bilateraal niveau als tijdens vergaderingen van de 27 lidstaten.

Toen ik op 14 februari 2011 tot minister van Ontwikkelingssamenwerking, belast met Europese zaken, werd benoemd, werd met de minister van Buitenlandse zaken overeengekomen dat deze benoeming geen enkele verandering met zich zou meebrengen voor wat betreft de werking van de Europese zaken, die dus nog steeds op gezamenlijke wijze worden beheerd.