Schriftelijke vraag nr. 5-11137

van Veerle Stassijns (N-VA) d.d. 18 februari 2014

aan de minister van Werk

het verschil in het ontslagrecht tussen arbeiders en bedienden

ontslag
arbeider
werknemer in loondienst
gelijke behandeling
Nationale Arbeidsraad

Chronologie

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-4673

Vraag nr. 5-11137 d.d. 18 februari 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Bij de voorstelling van het eenheidsstatuut arbeiders-bedienden kondigde de minister aan dat nog enkele “losse eindjes” moesten worden opgelost. Een ervan is de motivering van het ontslag binnen het ontslagrecht. Meer bepaald moet nog een oplossing worden gevonden voor het verschil tussen het willekeurig ontslag van arbeiders en het rechtsmisbruik bij bedienden. De essentie van het verschil tussen arbeiders en bedienden bij ontslag zit in de bewijslast. Waar bij ontslag van een arbeider de werkgever de reden van ontslag moet kunnen bewijzen, is het ontslagrecht bij bedienden niet onderworpen aan een motiveringsplicht. Tot op vandaag is de NAR er niet in geslaagd hierover een akkoord te vinden. Nochtans had dit het geval moeten zijn tegen 1 januari 2014.

Betreffende de verschillen in ontslagrecht tussen arbeiders en bedienden tot op vandaag heb ik volgende vragen:

1.Waarom is de NAR er niet in geslaagd een oplossing te vinden voor de verschillen in het ontslagrecht?

2.Waaraan moet de werkgever die vandaag een personeelslid wil ontslaan zich aan houden inzake motivering van het ontslag, gelet op die onduidelijkheid?

3. Tegen wanneer mag een oplossing voor deze specifieke ongelijkheid worden verwacht?

4.Wat is de visie van de minister op de motivering van het ontslag op het formulier C4? Voorziet ze ook hier wijzigingen?

Antwoord ontvangen op 14 mei 2014 :

De wet van 26 december 2013 betreffende de invoering van een eenheidsstatuut tussen arbeiders en bedienden inzake de opzeggingstermijnen en de carenzdag en de begeleidende maatregelen harmoniseert het verschil tussen arbeiders en bedienden op het vlak van de opzeggingstermijnen en de carenzdag.

Een aantal andere verschilpunten dienen nog te worden geharmoniseerd. Over die aspecten is er sinds medio 2013 intern overleg in de schoot van de NAR.

Wat het aspect ontslagmotivering betreft, kan ik u meedelen dat intussen in de Nationale Arbeidsraad de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 109 van 12 februari 2014 betreffende de motivering van het ontslag werd gesloten.

Ook inzake de 2de pensioenpijler werd op die datum in de schoot van de NAR een akkoord bereikt en een advies uitgebracht.