Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-11090

van Lies Jans (N-VA) d.d. 11 februari 2014

aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie

Strijd tegen armoede - Overlegorganen - Platformen - Samenwerkingsverbanden - Rol - Samenstelling

armoede

Chronologie

11/2/2014Verzending vraag
25/3/2014Antwoord

Vraag nr. 5-11090 d.d. 11 februari 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De stijgende armoedecijfers samen met de maatregelen en mogelijke pistes om deze te bestrijden zijn niet weg te slaan uit de dagelijkse mediaberichten. De strijd tegen armoede is, terecht, een absolute "hot topic".

Dat armoede moet worden teruggedrongen vereist geen argumentatie. Over de partijgrenzen heen is hier een consensus over, getuige hiervan de verschillende resoluties in het verleden aangenomen door de Senaat.

Ook voor de staatssecretaris zelf is dit, terecht een absolute beleidsprioriteit. Maar ondanks alle maatregelen, armoedebestrijdingsplannen en acties lijkt het tij voorlopig niet te keren. Het is dan ook een bijzonder complexe problematiek, met zeer uiteenlopende oorzaken en factoren die de stijging in de hand werken.

Deze complexiteit en de ernst van het probleem zijn ongetwijfeld de bestaansreden bij uitstek voor de talrijke verenigingen, organisaties en overlegplatformen ter bestrijding van armoede.

Aangezien het absoluut noodzakelijk is om samen te werken en elkaars werkveld te kennen om efficiënt vooruitgang te boeken, werken veel organisaties en structuren samen, of ontmoeten ze elkaar op regelmatige basis binnen verschillende overlegplatformen en -organen, gesitueerd op verschillende beleidsniveaus.

In het belang van efficiënte samenwerking en het behalen van optimale resultaten is het niet onbelangrijk om een duidelijk zicht te hebben op alle mogelijke overlegstructuren en -platformen die in ons land bestaan.

Vandaar de volgende vragen:

1) Kan de geachte staatssecretaris een overzicht geven van alle bestaande platformen, overlegstructuren en samenwerkingsverbanden ter bestrijding van armoede? En dit voor alle beleidsdomeinen?

2) Kan zij eveneens een overzicht bezorgen van de bestaande samenwerkingsverbanden en ontmoetingsmogelijkheden tussen deze verschillende overleginstanties?

3) Eveneens graag een overzicht van de samenstelling van deze organen of structuren.

Antwoord ontvangen op 25 maart 2014 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op haar vragen.

Samenwerking en overleg zijn een centraal gegeven om resultaten te behalen, zeker in de strijd tegen de armoede, een complex en multi-dimensioneel fenomeen. Hieronder vindt u een overzicht van de overlegstructuren en –platformen waarbij ik als coördinerend federaal staatssecretaris armoedebestrijding ben betrokken.

Recentelijk richtte ik het Netwerk van federale ambtenaren inzake armoedebestrijding op. Dit gebeurde bij koninklijk besluit van 21 december 2013. Dit Netwerk volgt de evolutie en uitvoering van de federale plannen inzake armoedebestrijding op en de leden ondersteunen de federale overheidsinstelling waarin ze tewerkgesteld zijn bij het uitvoeren van de maatregelen van de federale plannen inzake armoedebestrijding die betrekking hebben op hun beleidsdomein. De volgende federale overheidsdiensten stelden een vertegenwoordiger in dit Netwerk aan :

SELOR

Federale Overheidienst (FOD) Mobiliteit en Vervoer

FOD Budget en Beheerscontrole

FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.

Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening

Ministerie van Landsverdediging

Dienst Administratieve Vereenvoudiging

Pensioendienst voor de overheidssector

Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering

FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie

FOD Informatie- en Communicatietechnologie (FEDICT)

FOD Justitie

FOD Sociale Zekerheid en Openbare instellingen van sociale zekerheid

Bpost

FOD Binnenlandse Zaken

FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

De Interministeriële Conferentie Integratie in de Maatschappij is een permanente samenwerkingsstructuur tussen de federale Staat en de Gemeenschappen en Gewesten, die tot doel heeft de coherentie van de maatregelen inzake armoedebestrijding te waarborgen. Het Samenwerkingsakkoord uit 1998 betreffende de bestendiging van het armoedebeleid voorziet dat er minstens twee maal per jaar een bijeenkomst is.

Op de Interministeriële Conferentie Integratie in de Maatschappij van 21 maart 2011 werden er 5 werkgroepen opgericht, met name

Sinds september 2012 is Harald Mollers, minister van de Duitstalige Gemeenschap bevoegd voor Sociale Aangelegenheden, voorzitter van de IMC Integratie in de Samenleving. In overleg met hem is beslist dat ik deze werkgroepen van de IMC blijf voorzitten.

Door het Samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten betreffende de bestendiging van het armoedebeleid uit 1998 werd het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting opgericht dat als taak heeft om het structureel overleg te organiseren met de armsten. Bij dit Steunpunt werd een Beheerscomité opgericht dat er moet over waken dat het samenwerkingsakkoord correct wordt uitgevoerd. Dit comité telt, naast de vertegenwoordiger van de eerste minister, twaalf leden onder wie:

Daarnaast werd er een Begeleidingscommissie opgericht onder voorzitterschap van de minister die Maatschappelijke Integratie onder zijn bevoegdheid heeft. De begeleidingscommissie begeleidt de werkzaamheden van het “Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting” en bestaat uit de leden van het Beheerscomité aangevuld met vier vertegenwoordigers van de sociale partners, voorgedragen door de Nationale Arbeidsraad, twee vertegenwoordigers van de ziekteverzekeringsinstellingen, voorgedragen door het Nationaal Intermutualistisch College, vijf vertegenwoordigers voorgedragen door de organisaties waar de armen het woord nemen, waaronder een vertegenwoordiger van de daklozen, drie vertegenwoordigers voorgedragen door de afdeling Maatschappelijk Welzijn van de Vereniging van Belgische Steden en Gemeenten.

Overeenkomstig artikel 125 van de wet van 24 december 1999 houdende sociale en diverse bepalingen werd een federale Adviescommissie maatschappelijk welzijn opgericht. Deze commissie brengt op vraag van de minister bevoegd voor maatschappelijke integratie of op eigen initiatief advies uit over de aangelegenheden bedoeld in de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn die tot de bevoegdheid van de federale overheid behoren, de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum, vervangen door de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie, en de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

De adviescommissie is samengesteld uit tien leden, aangewezen uit voorzitters en leden van de raden voor maatschappelijk welzijn en veertien leden, aangeduid op grond van hun ervaring en deskundigheid in de materie waarvoor de Adviescommissie bevoegd is.

In het kader van de Europa 2020 strategie richtte de Interministeriële Conferentie Integratie in de Maatschappij in 2011 het Belgisch Platform tegen armoede en sociale uitsluiting EU2020 op. Dit naar analogie met het Europees platform tegen armoede en sociale uitsluiting. Het Belgisch Platform tegen armoede en sociale uitsluiting EU2020 vormt het centrale overlegorgaan voor de voorbereiding en opvolging van de Europese en Belgische beleid op gebied van de strijd tegen de armoede en sociale uitsluiting Het staat in functie van de opmaak en opvolging van het Nationaal Hervormingsprogramma en de strategische rapportering in het kader van de versterkte Open Methode van Coördinatie (luik sociale insluiting). Het Belgisch Platform komt minstens 4 keer per jaar samen. De werking van het Belgisch Platform Armoedebestrijding vertrekt vanuit het principe om zoveel mogelijk stakeholders te verzamelen en te mobiliseren. Daarom werd er vanaf het begin van dit Platform er voor gekozen om niet met vaste vertegenwoordigingen te werken maar met een open en transparante structuur die de volgende partners vertegenwoordigt : de federale overheid en de gefedereerde entiteiten, het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting, publieke en private actoren zoals de lokale besturen via hun respectievelijke koepels, sociale partners, onderzoeksinstellingen, organisaties actief in de armoedebestrijding, mensen in armoede en hun organisaties en de leden van de werkgroep “Sociale Indicatoren Europa 2020/OMC” die gecoördineerd wordt door de FOD Sociale Zekerheid.