Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-11059

van Elke Sleurs (N-VA) d.d. 5 februari 2014

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

de tijgermug

infectieziekte
ziekteoverbrenger
luchtband
tropisch hout

Chronologie

5/2/2014Verzending vraag
22/4/2014Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-4670

Vraag nr. 5-11059 d.d. 5 februari 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Begin deze week waarschuwde het Instituut voor Tropische Geneeskunde dat de Aziatische tijgermug ook in ons land is gesignaleerd. De Aziatische tijgermug kan gevaarlijk zijn voor de bevolking, omdat ze virussen kan verspreiden zoals gele koorts, knokkelkoorts en het chikunguya-virus.

De mug verspreidt zich over de wereld via transporten van tweedehands autobanden of de zogenaamde geluksbamboe-plantjes. Het water dat in de banden blijft staan of dat de planten vochtig houdt, is een ideale broedplaats voor de larven van deze muggen. De mug komt dus op dit moment hoofdzakelijk het land binnen via de haven van Antwerpen. Het Tropisch Instituut organiseerde een observatie-project dat werd gefinancierd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV). Daardoor werden bij steekproeven bij een Luikse bandenimporteur in totaal 17 larven gevonden. Uit de resultaten bleek ook dat de muggen in de haven van Antwerpen actief zijn gebleven tot in oktober 2013. Eind november werd een nog levende larve ontdekt in een lading geluksbamboe. Of de mug hier zal blijven, zal ervan afhangen hoe streng de winter van 2014 zal worden.

Nederland kampt al een paar jaar met het probleem van de tijgermuggen. Het nam in 2009 al maatregelen om de invoer en de verspreiding tegen te gaan. Zo mogen containers met bamboe enkel in een gesloten ruimte worden geopend, waar de planten vervolgens nog 3 weken moeten blijven om te worden behandeld met een biocide dat de planten vrij maakt van de tijgermug. Elke handelaar moet ook over een bestrijdingsplan beschikken. Het is ook de verantwoordelijkheid van die handelaars om enkel bamboe te verhandelen die vrij is van tijgermuggen.

Aangezien de zeer zachte winter voorlopig blijft aanhouden, lijkt de permanente aanwezigheid van de tijgermug in België geen verre toekomstmuziek. Er is nood aan goede maatregelen om het aantal tijgermuggen dat ongewild ons land binnenkomt tot een minimum te herleiden.

Graag kreeg ik een antwoord op volgende vraag:

Werkt de minister aan de nodige maatregelen om de invoer van tijgermuggen tegen te gaan?

Antwoord ontvangen op 22 april 2014 :

De bevestiging door het Instituut voor Tropische Geneeskunde van de ontdekking van de tijgermug in Antwerpen heeft mijn volle aandacht getrokken. De problematiek van de exotische muggen is overigens een fenomeen dat overal in Europa de kop opsteekt, in het bijzonder in de landen uit het Middellandse Zeegebied. Instellingen zoals de Wereld Gezondheidsorganisatie of het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding buigen zich trouwens over dat probleem. 

In ons land is de toestand niet kritiek, maar het dossier heeft mijn volle aandacht, vooral gelet op de mogelijke gevolgen voor de gezondheid van de mensen. Daarom heb ik in 2012 mijn diensten gevraagd om een Belgische werkgroep met deskundigen inzake de menselijke gezondheid aan te sturen die de problematiek moet analyseren en mogelijke acties op Belgisch vlak moet voorstellen. Dat werk is thans afgerond en zijn resultaten werden in de werkzaamheden van de werkgroep "leefmilieu" geïntegreerd die door het federaal bestuur van leefmilieu werd geleid en zich over het entomologisch toezicht en acties ter bestrijding van de exotische muggen heeft gebogen.   

Die werkzaamheden hebben tot aanbevelingen geleid om de komst van exotische muggen in België te voorkomen, in het bijzonder door op de belangrijkste toegangswegen te mikken, zoals de havens, de bedrijven die gebruikte autobanden invoeren, of ook de rustplaatsen langs de snelwegen. Er werden ook voorstellen gedaan om de exotische muggen, in de veronderstelling dat ze zich al zouden hebben gevestigd, te bestrijden en te volgen. De tot Gezondheid uitgebreide interministeriële Conferentie Leefmilieu heeft die aanbevelingen op haar vergadering van 21 januari jongstleden goedgekeurd. 

Voor een goed beheer van het dossier is het fundamenteel dat we de in de toekomst te ondernemen acties in het kader van de bevoegdheidsverdeling kunnen plaatsen. Ik wil er in dat verband op wijzen dat de resultaten van de twee werkgroepen duidelijk hebben onderstreept dat in de eerste plaats de Gewesten en Gemeenschappen voor het beheer van dat dossier bevoegd zijn.  

Enerzijds is het entomologisch toezicht en de bestrijding van muggen een bevoegdheid van de Gewesten, op basis niet alleen van hun bevoegdheid inzake leefmilieu en voornamelijk de milieuvergunningen voor wat de bedrijven die gebruikte autobanden verwerken betreft, maar ook op basis van die inzake milieubescherming, aangezien de exotische muggen juridisch moeten worden beschouwd als wilde dieren die op het grondgebied van de Gewesten leven. Anderzijds behoort het epidemiologisch toezicht tot de Gemeenschappen in het kader van hun bevoegdheden inzake gezondheidszorg.  

Het is dus aan die overheden om de aanbevelingen die op de tot Gezondheid uitgebreide interministeriële Conferentie Leefmilieu werden goedgekeurd eventueel uit te voeren.