|
|
Wet houdende diverse maatregelen betreffende de strijd tegen maritieme piraterij - Inwerkingtreding - Stand van zaken
piraterij
beveiliging en bewaking
vervoer over zee
| 5/2/2014 | Verzending vraag |
| 17/4/2014 | Antwoord |
Op 16 januari 2013 trad de wet houdende diverse maatregelen betreffende de strijd tegen maritieme piraterij in werking.
Graag had ik van u een stand van zaken ontvangen aan de hand van de volgende vragen.
1) De geregistreerde eigenaar of exploitant kan geen beroep doen op een niet-vergunde maritieme veiligheidsonderneming. Graag een overzicht van alle vergunde maritieme veiligheidsondernemingen sinds de inwerkingtreding van de wet.
2) Graag een overzicht van het aantal veiligheidondernemingen die geen vergunning kregen of waarbij de vergunning werd ingetrokken. Wat is de reden van de weigering of intrekking?
3) Wat is het tijdsverloop tussen de indiening van de aanvraag tot erkenning en de eigenlijke erkenning als maritieme veiligheidsonderneming?
4) De geregistreerde eigenaar of exploitant van een schip dat gemachtigd is de Belgische vlag te voeren mag in de zeegebieden, bepaald bij een koninklijk besluit, een beroep doen op een maritieme veiligheidsonderneming om het schip te beveiligen tegen piraterij. Hoeveel exploitanten hebben het afgelopen jaar een beroep gedaan op een maritieme veiligheidonderneming? Hoeveel agenten van de maritieme veiligheidsondernemingen werden daarvoor ingezet?
5) De kapitein van het schip of de geregistreerde eigenaar of exploitant meldt onverwijld ieder geval waar met het oog op het bestrijden van piraterij vanaf het schip wordt gevuurd of waarbij personen verdacht van piraterij hebben aangevallen of aan boord van het schip zijn gekomen, aan het Crisiscentrum van de regering. Hoeveel meldingen werden er het afgelopen jaar ontvangen bij het crisiscentrum?
1) Met het nemen van het laatste uitvoeringsbesluit aangaande de vereiste opleidingen als maritieme veiligheidsagent nam het transitoir regime onder de overgangsmaatregel een einde en kon het definitieve regime van start gaan waarbij een verzoek vanwege een rederij of exploitant niet meer noodzakelijk is.
Vier ondernemingen hebben een aanvraag ingediend onder het definitieve regime. Eén dossier, met name dat van de maritieme veiligheidsonderneming OÜ ESC uit Estland, werd reeds goedgekeurd door de Ministerraad en zal eerstdaags door de Koning ondertekend worden. De administratie stelt alles in het werk om ook de andere dossiers te vervolledigen zodat ook hier zo spoedig als mogelijk een beslissing in kan genomen worden.
2) Tot op heden werd nog geen enkel vergunning als veiligheidsonderneming geweigerd of ingetrokken.
3) De wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid bepaalt dat er een beslissing moet worden genomen binnen een termijn van twee maanden nadat de volledigheid van het aanvraagdossier is vastgesteld. Los daarvan hangt het tijdsverloop tussen de indiening van de aanvraag en de eigenlijke erkenning voornamelijk af van de volledigheid van het aanvraagdossier en de medewerking van de aanvrager. In de praktijk dient immers te worden vastgesteld dat de aanvraagdossiers die werden ingediend verre van volledig zijn en er in alle gevallen bijkomende stukken en aanpassingen moeten worden gevraagd door mijn administratie.
4) Onder het voorlopige regime dat tot eind 2013 van toepassing was in afwachting van het nemen van alle uitvoeringsbesluiten, werd de toelating verleend aan drie verschillende rederijen en één exploitant om voor de periode van één jaar een beroep te doen op een maritieme veiligheidsonderneming. Deze onderneming betreft in alle gevallen bovenvermelde buitenlandse maritieme veiligheidsonderneming OÜ ESC. Mijn administratie heeft tot op heden van de drie rederijen afschriften ontvangen van contracten die met OÜ ESC werden afgesloten voor de beveiliging van hun schepen voor specifieke reizen en in totaal werden daarvoor een 23-tal van hun agenten ingezet.
5) Mijn administratie heeft geen weet van meldingen aan het Crisiscentrum van incidenten waarbij vuurwapens werden gebruikt of waarbij piraten hebben aangevallen of aan boord gekomen zijn. De maritieme veiligheidsondernemingen hebben echter een eigen meldingsplicht ten aanzien van mijn betrokken administratie wanneer dergelijke situaties zich hebben voorgedaan en dit via een specifiek e-mailadres. Tot op heden werd op dit adres geen enkele melding van dergelijk incident ontvangen.