Schriftelijke vraag nr. 5-11002

van Bart Laeremans (Vlaams Belang) d.d. 31 januari 2014

aan de minister van Justitie

Elektronisch toezicht - Omzendbrief - Overzicht

vervangende straf
rondschrijven
officiële statistiek
buitenlandse staatsburger
illegale migratie
pedofilie
minimumbestaansinkomen

Chronologie

Vraag nr. 5-11002 d.d. 31 januari 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Met de ministeriële omzendbrief ET/SE-1 van 12 maart 2013 wil de minister naar eigen zeggen inzetten op een daadwerkelijke en snelle uitvoering van straffen, ook wanneer het korte gevangenisstraffen betreft. De minister ziet een oplossing in de uitbreiding van het elektronisch toezicht (ET), in die mate zelfs dat elektronisch toezicht de norm wordt als alternatief voor uitgesproken gevangenisstraffen waarvan het uitvoerbaar gedeelte drie jaar of minder bedraagt. De omzendbrief, en de toepassing ervan, roepen uiteraard een aantal vragen op.

1) Hoeveel veroordeelden met een gevangenisstraf met een uitvoerbaar gedeelte van drie jaar of minder, meldden zich aan bij de gevangenis sinds de implementatie van de nieuwe omzendbrief?

a) in hoeveel gevallen ging het om veroordeelden met een vreemde nationaliteit? Hoeveel daarvan voldeden aan de voorwaarden van een legaal verblijf en hoeveel niet? Hoeveel van deze laatsten werden in de gevangenis opgesloten?

b) hoeveel betrokkenen gingen principieel akkoord met het elektronisch toezicht als strafmodaliteit? Hoeveel van hen vielen onder de regeling van de beslissing van de directie van de dienst detentiebeheer (DBB), en werden met andere woorden veroordeeld voor zedenfeiten ten aanzien van minderjarigen?

c) hoeveel betrokkenen gingen niet akkoord? In hoeverre werden die veroordeelden (al) daadwerkelijk opgesloten in de gevangenis?

2) Hoeveel veroordeelden werden sinds de implementatie van de omzendbrief al daadwerkelijk onder het regime van elektronisch toezicht geplaatst? Hoeveel tijd zit er gemiddeld tussen de aanvaarding van het ET en de activering? Strookt dit met de belofte dat nog slechts drie weken op een enkelband moet worden gewacht?

3) In hoeveel gevallen vond de directeur het nodig dat bijkomende voorwaarden worden opgelegd? In hoeveel gevallen stemde de regionale directeur hiermee in?

4) Wat betreft de veroordeelden voor zedenfeiten ten aanzien van minderjarigen (die onder de regeling "dienst detentiebeheer" vallen):

a) Hoeveel van degenen die zich akkoord verklaarden met de modaliteit van elektronisch toezicht, werden uiteindelijk niet onder ET geplaatst?

b) Hoe lang duurt het gemiddeld vooraleer de resultaten van de maatschappelijke enquête worden afgeleverd aan de gevangenisdirecteur?

c) Is de minister het ermee eens dat, op basis van wat wij lezen in de omzendbrief, het langer zal duren om een seksueel delinquent ten aanzien van minderjarigen onder ET te plaatsen, dan wanneer het geen seksueel delinquent betreft, dit o.a. gezien de te respecteren advies- en beslissingstermijnen? In plaats van de beloofde drie weken wachttijd, zal deze wachttermijn voor seksueel delinquenten hierdoor wellicht rond de acht weken bedragen.

5) Volgens krantenberichten zou de gevangenispopulatie als gevolg van de nieuwe omzendbrief met 600 gedetineerden dalen? Klopt dat? Hoe valt dit te verklaren?

6) Hoeveel veroordeelden die onder het regime van elektronisch toezicht vallen, krijgen momenteel een leefloon?