Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-1099

van Bart Tommelein (Open Vld) d.d. 31 januari 2011

aan de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen

Kranten en tijdschriften - Subsidie voor verdeling - Nieuwe informatiemaatschappij - Digitale krant

krant
pers
postdienst
overheidssteun
concurrentiebeleid
concurrentiebeperking

Chronologie

31/1/2011Verzending vraag
10/5/2011Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1098

Vraag nr. 5-1099 d.d. 31 januari 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De federale overheid legt elk jaar miljoenen euro's op tafel om ervoor te zorgen dat de krant op een deftig uur in de brievenbus belandt.

De Post krijgt elk jaar een overheidsdotatie van 304 miljoen euro. Daarvan gaat 224 miljoen euro naar de uitreiking van kranten en weekbladen en is 100 miljoen euro bestemd voor de vroege uitreiking van de kranten.

De overheidssteun is een doorn in het oog van de Vlaamse Federatie van persverkopers (VFP), AMP en Belgische Distributie (BD). Deze concurrenten van De Post dienden een klacht in bij de Europese Commissie. In mei 2009 vroegen VFP en BD aan de Europese Commissie om het onderzoek verder te zetten. In september 2009 zei de toenmalige minister van Overheidsbedrijven dat de Europese Commissie het onderzoek in de lente van 2010 zou afronden. Tot op heden werd hieromtrent niets meer vernomen. Vele winkels zeggen het slachtoffer te zijn van concurrentievervalsing.

Graag had ik hieromtrent dan ook volgende vragen voorgelegd:

1) Hoe reageert u op de klacht van buurt- en krantenwinkels dat zij ernstige commerciële nadelen hebben van deze subsidie aangezien abonnees op kranten kortingen tot 45 % kunnen bekomen en de krantenwinkels dergelijke kortingen niet kunnen aanbieden?

2) Waarom moet de belastingbetaler momenteel 224 miljoen euro per jaar bijpassen opdat de abonnees van kranten hun krant snel kunnen ontvangen?

3) Bent u bereid dit systeem te evalueren en te zien of de kranten niet op een goedkopere wijze even snel kunnen worden geleverd via marktwerking gezien de hoge kostprijs?

4) Wat is naar uw mening de impact van nieuwe ontwikkelingen, zoals het verdelen van kranten via iPad en andere dragers, op het argument " gelijktijdige informatie als fundamenteel recht voor de democratie " dat aan de basis ligt van de subsidie voor het verdelen van kranten? Denkt u niet dat men als overheid evengoed een deel van de kosten van publicatie op iPads en/of een deel van de abonnementskosten van een krant voor iPads op zich moet nemen? Waarom wel of niet?

5) Denkt u dat de technologische ontwikkeling en de vierentwintig uren informatiemaatschappij de exclusiviteit voor de kranten inzake het geven van informatie ondermijnen en denkt u dat het in het licht van deze ontwikkelingen aangewezen is om deze maatregel te herevalueren en/of het debat hieromtrent te heropenen? Zo neen, hoe past de digitale krant in dit concept? Kan u dit uitvoerig toelichten?

6) Wanneer verwacht u een uitspraak van de Europese Commissie over de klacht voor concurrentievervalsing? Loopt het onderzoek nog? Zo neen, waarom niet?

Antwoord ontvangen op 10 mei 2011 :

Deze materie valt niet onder de bevoegdheden van de Federale Overheidsdienst (FOD) Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, maar onder deze van de minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven