Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-10961

van Cindy Franssen (CD&V) d.d. 23 januari 2014

aan de minister van Middenstand, KMO's, Zelfstandigen en Landbouw

de extended-spectrum bèta-lactamase-vormende bacteriën in kippenvlees

infectieziekte
pluimvee
gevogelte
voedselvergiftiging
antibioticum
verontreiniging van voedingsmiddelen
bewustmaking van de burgers
vlees
voedselveiligheid
Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen
antimicrobiële resistentie
door voedsel overgedragen ziekte

Chronologie

23/1/2014Verzending vraag
27/2/2014Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-4058Ook gesteld aan :

Vraag nr. 5-10961 d.d. 23 januari 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Extended Spectrum Betalactamase of ESBL's zijn stoffen die door bacteriën worden gemaakt. Deze stoffen kunnen antibiotica zoals cefalosporines en penicillines afbreken, met als gevolg dat bacteriën resistent worden voor deze belangrijke antibiotica. ESBL's komen in een groot aantal varianten voor. Het vermogen om deze ESBL's te produceren wordt als eigenschap overgedragen tussen bacteriën. Dit vermogen kan dus met andere woorden ook worden overgedragen van bacteriën bij dieren naar bacteriën bij mensen.

Bacteriën met ESBL's komen relatief veel voor bij vleeskuikens, wat een risico kan vormen voor het ontstaan van dragerschap voor de pluimveehouders en/of dierenartsen die in direct contact komen met de dieren. Het dragerschap op zich is echter geen probleem. Het is pas wanneer een mens ook een infectie oploopt, dat de problemen ontstaan. Aangezien ESBL's bacteriën resistent maken tegen antibiotica, zal de behandeling niet onmiddellijk aanslaan bij patiënten die een bacteriële ontsteking hebben opgelopen door zo'n resistente bacterie. Het ontstaan van de bacteriën is vooral te wijten aan het overvloedige antibioticagebruik in de vlees- en veesector.

Volgens het Nederlands voedingscentrum kan het risico verkleind worden door volgende maatregelen:

Het regelmatig wassen van de handen;

Keukengerei direct na gebruik met heet water en afwasmiddel wassen;

Kruisbesmetting voorkomen;

Vlees gaar bakken, vooral bij kip;

In mei dit jaar bleek uit een onderzoek van de Consumentenbond in opdracht van het ministerie van Economische Zaken dat kipfilet, biefstuk en kalfsvlees besmet was met ESBL. Volgens Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) bevatte 41% van het gevogelte ESBL. Topman van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Dirk Cuypers, verweet toen het FAVV dat het een dubbel signaal uitzond over de ESBL-bacterie. Het voedselagentschap zou namelijk de bevolking gerust stellen, maar tegelijkertijd aan iedereen vragen om vlees goed te bakken. Op 30 mei 2013 meldde u dat u de antibiotica resistentie als een niet te onderschatten probleem aanschouwt en dat een verantwoord antibiotica gebruik onontbeerlijk is om het probleem te beheren en te verminderen. Alle betrokken partijen moeten hiervoor de nodige inspanningen leveren.

U meldde toen tevens dat u het partnerschap tussen de federale regering en het Antimicrobial Consumption and Resistance in Animals (AMCRA) structureel zou financieren en het antibiotica gebruik zou beïnvloeden door een wetsontwerp in te dienen. Dit wetsontwerp zou voorzien in een heffing op antibiotica voor dieren en in de uitbreiding van de bevoegdheden van het geneesmiddelen agentschap tot het toezicht op het voorschrijfgedrag van veeartsen.

Eind september konden we in verschillende kranten lezen dat uit een nieuw onderzoek van Test-Aankoop gebleken is dat er nog meer resistente bacteriën in kip zitten dan gebleken was uit het onderzoek van het Voedselagentschap in mei.

Test-aankoop analyseerde in april en augustus 2013 105 kipfilets, 38 stukken varkensvlees en 38 stukken rundvlees. 73% van de kip, 16% van het varkensvlees en 8% van het rundvlees bevatte ESBL-producerende bacteriën.

Het AMCRA stelde tevens vast dat het antibiotica gebruik tussen 2011 en 2012 met 7,2 % was teruggelopen. Dit is volgens het centrum al een eerste goede stap, maar het vraagt om meer specifieke gegevensverzameling over hoeveel een individuele veehouder toedient, zodat er gerichter gewerkt kan worden. De overheid zou groen licht gegeven hebben voor de opstart van een informatiedatabank waarbij het antibiotica gebruik van elke boer wordt geregistreerd en geanalyseerd. Het FAVV meldde dat het voor hen belangrijk is om de consumenten juist te informeren en de veehouders op een correcte wijze te begeleiden. Dankzij deze databank kunnen veelgebruikers aangesproken en bijgestuurd worden, enkel met de bedoeling hen te waarschuwen. De ontwikkeling van het systeem zou nog maanden in beslag nemen.

Graag had ik van de minister het volgende vernomen:

1) Welke extra maatregelen zult u nemen om de besmetting van vlees met ESBL-producerende bacteriën terug te dringen?

2) Voorziet u maatregelen om het grote publiek te sensibiliseren over de veiligheidsmaatregelen die zij kunnen nemen om het risico op besmetting te verkleinen? Zo ja, welke?

3) Voorziet u nog extra maatregelen, naast het invoeren van de databank, om het antibiotica gebruik in de vleessector in te perken? Zo ja, welke?

4) Wanneer zult u uw wetsontwerp voorleggen aan de regering? Wat houdt dit voorstel specifiek in?

5) Wat is de stand van zaken om een databank op te starten met specifieke gegevens over het verbruik van de individuele veehouders?

6) Op welke wijze zal controle uitgeoefend worden op de veehouders die overmatig antibiotica gebruiken? Op welke wijze zal het FAVV de veehouders zo begeleiden dat ze hun antibiotica gebruik reduceren tot het voor de Volksgezondheidsraad aanvaardbaar gebruik?

Antwoord ontvangen op 27 februari 2014 :

1) Derde en vierde generatie cephalosporines worden niet meer gebruikt door de pluimveesector en door de toepassing van de formularia die opgesteld werden door Antimicrobial Consumption and Resistance in Animals (AMCRA) zullen ze eveneens minder gebruikt worden bij de overige sectoren waardoor een daling in het voorkomen van Extended Spectrum Betalactamase (ESBL)-producerende bacteriën bij dieren verwacht wordt. Er worden nu reeds hygiënemaatregelen genomen om de contaminatie van karkassen en vlees met E. Coli en Salmonella (bacteriën die drager kunnen zijn van ESBL’s) te verminderen waardoor eveneens de kans op besmetting met ESBL-producerende kiemen verminderd. Verdere maatregelen zijn momenteel niet voorzien.

2) In de gesproken en de geschreven pers omtrent de ESBL-problematiek wijzen de woordvoerders van het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen (FAVV) er steeds op dat voldoende verhitten of bakken van de risicoproducten, bijvoorbeeld doorbakken van een hamburger, een afdoende maatregel is om het risico op besmetting te elimineren. Dezelfde communicatie werd en wordt gevoerd voor wat betreft gevaren voor de volksgezondheid gelinkt aan andere microbiologische parameters. Op zijn website heeft het FAVV een aparte rubriek voor de consument met interessante tips rond voedselveiligheid. De consument kan tevens terecht op de facebookpagina van het FAVV. Ter gelegenheid van allerlei evenementen waar het FAVV aan deelneemt, bijvoorbeeld beurzen, wordt informatie in de vorm van folders ter beschikking van het publiek gesteld. Het FAVV zal deze communicatiestrategie voortzetten en inspelen op evoluties in de communicatie.

3) Het FAVV streeft naar een meer selectief gebruik van antimicrobiële middelen om de resistentievorming van bacteriën tegen te gaan. Om dit doel te bereiken werden door het AMCRA verschillende instrumenten ontworpen waaronder het formularium voor dierenartsen, de gidsen voor bedrijfsgezondheid en verantwoord gebruik van antibacteriële middelen en de adviezen voor auto regulerende maatregelen bij voedselproducerende dieren. Een actieplan wordt opgesteld om de implementatie van het formularium en de adviezen te verzekeren.

4) Deze vraag valt onder de bevoegdheid van mevrouw Laurette Onkelinx.

5) Op basis van het advies van het AMCRA wordt de databank SANITEL, dat de gegevens van de veehouders en de veehouderijen al bevat, bij het FAVV uitgebreid met een module voor gegevenscaptatie en monitoring inzake gebruik van antibacteriële middelen. Er wordt verwacht dat het datacollectiesysteem operationeel is medio 2014.

6) Het invoeren van het datacollectiesysteem maakt het mogelijk om zowel de voorschrijvende dierenartsen als de veebedrijven te benchmarken. Veelvoorschrijvers zullen gesensibiliseerd worden door het FAGG, veelgebruikers door het FAVV. Aan de hand van de resultaten van de benchmarking zullen de veehouders door hun bedrijfsdierenarts kunnen worden begeleid naar een rationeel gebruik. Afhankelijk van het effect van de sensibilisatie worden bijkomende maatregelen genomen in het kader van de bioveiligheid en de infrastructuur. De hardleerse dierenartsen kunnen in de toekomst eveneens worden gesanctioneerd.