Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-10944

van Marie Arena (PS) d.d. 22 januari 2014

aan de vice-eersteminister en minister van Landsverdediging

de terugtrekking van de Belgische militairen in Afghanistan

Afghanistan
NAVO
strijdkrachten in het buitenland
multinationale strijdmacht

Chronologie

22/1/2014Verzending vraag
20/2/2014Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-4236

Vraag nr. 5-10944 d.d. 22 januari 2014 : (Vraag gesteld in het Frans)

Op dinsdag 22 en woensdag 23 oktober was er in het NAVO-hoofdkwartier te Brussel een raad met de ministers van Landsverdediging van de 28 lidstaten van de Alliantie. Op de agenda stond onder meer de toekomstige overblijvende “ondersteunende” rol van de NAVO-troepen in Afghanistan.

De missie in Afghanistan is tot nu toe de langste ooit voor de NAVO. De missie, of tenminste de Belgische bijdrage eraan, zou zoals aangekondigd en overeengekomen in het regeerakkoord, eind december 2014 worden beëindigd, waarbij de troepen zouden worden teruggetrokken. 

De toestand in het land en de nog steeds talrijke conflicten tonen aan hoe fragiel de stabiliteit in het land is. Hoewel de Afghaanse troepen in juni jongstleden de hoofdverantwoordelijkheid voor de veiligheid in  het ganse land hebben overgenomen, toont het aantal dodelijke slachtoffers onder de Afghaanse soldaten zeer goed aan dat de weg naar een duurzame vrede nog zeer lang is. De vrees dat de taliban en Al Qaida na de terugtrekking van de NAVO-troepen opnieuw de macht zullen grijpen, blijft aanwezig. 

In die context lijkt de NAVO aan een nieuwe, meer bescheiden operatie te denken, namelijk “Resolute Support”. Volgens wat we konden vernemen uit de verschillende verklaringen van de secretaris-generaal van de NAVO, zou die missie tot doel hebben de nieuwe Afghaanse veiligheidstroepen te trainen, bij te staan en raad te geven. Hoewel het nog wachten is op een formeel verzoek, preciseringen over de voorwaarden en een akkoord over het statuut van troepen vanwege de Afghaanse overheid, gaf secretaris-generaal van de NAVO Anders Rasmussen aan dat bepaalde beslissingen, onder meer over de doelstellingen van de missies, de noodzakelijke capaciteit en de commandostructuur reeds zijn genomen.

Mijn vragen aan de minister zijn de volgende:

1/ Zijn naar aanleiding van de vergadering in oktober met de ministers van Landsverdediging van de 28 lidstaten van de NAVO echte beslissingen genomen met betrekking tot een mogelijke NAVO-missie in Afghanistan? Zo ja, welke beslissingen?

2/ Heeft de minister tijdens die vergadering de gelegenheid gehad om het Belgische standpunt, zoals overeengekomen in het regeerakkoord, toe te lichten, namelijk dat een tijdschema moet worden opgesteld voor een definitieve terugtrekking van de Belgische troepen ten laatste eind 2014? Zo ja, hoe werd daarop gereageerd?   

3/ Vervolgens, kan de minister ons de stand van zaken meedelen met betrekking tot een akkoord met de Afghaanse overheden over hun voorwaarden voor de missie en over het statuut van de troepenmacht die in de toekomst zal worden ontplooid?

Antwoord ontvangen op 20 februari 2014 :

Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door haar gestelde vragen.

Tijdens de Noord-Atlantische Verdragorganisatie (NAVO) vergadering van de ministers van Defensie van oktober 2013 werd de “Strategic Planning Assessment” van de toekomstige “Resolute Support” missie goedgekeurd. Dit document geeft de krachtlijnen van een mogelijke nieuwe NAVO opdracht na 2014 weer en vormt een tussenstap in het planningsproces.

In verband met de aanwezigheid van Belgische troepen in Afghanistan stelt het regeerakkoord: “De regering zal er in het bijzonder voor zorgen, in volle samenwerking met haar partners van de NAVO, Europese unie (EU) en Verenigde naties (VN), dat een strategie en een kalender bepaald worden voor de terugtrekking van de Belgische troepen uit Afghanistan vanaf 2012, met een definitieve terugtrekking ten laatste in 2014 (beslissingen van de Lissabon-top van november 2010), zonder een aanwezigheid ter plaatse, met andere partnerlanden, uit te sluiten om de heropbouw te ondersteunen”. Concreet werd al een deel van deze terugtrekking uitgevoerd in onderling overleg met onze partnerlanden, ik denk hierbij aan het luchthavendetachement van Kaboel en aan de troepen gestationeerd te Kunduz.

De regering heeft nog geen beslissing genomen betreffende een mogelijke militaire aanwezigheid in Afghanistan na 2014. Deze beslissing zal, als betrouwbare partner, door de regering genomen worden in overleg met de andere lidstaten van de NAVO. Ze wordt natuurlijk beïnvloed door de relatieve voortgang van het laatste luik van uw vraag.

Hiermee gerelateerd werd op 25 november het “Bilateral Security Arrangement” (BSA) tussen de Verenigde Staten van Amerika en Afghanistan goedgekeurd door de Loya Jirga, de Afghaanse Volksvertegenwoordiging. Dit document bepaalt de modaliteiten van een Amerikaanse militaire aanwezigheid en van hun immuniteit na de terugtrekking van de NAVO soldaten eind 2014. Deze BSA dient nog afgekondigd te worden door de President Karzai. Het document “Status Of Forces” betreffende de NAVO troepen ingezet in Afghanistan in het kader van een mogelijke trainings-, bijstands- en raadgevende opdracht “Resolute Support” zal gebaseerd zijn op het BSA en dient nog gefinaliseerd te worden. Dit document vormt een noodzakelijke voorwaarde om de nieuwe NAVO opdracht te starten.