Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-10893

van Willy Demeyer (PS) d.d. 16 januari 2014

aan de minister van Justitie

Gevangenisarbeid - Wettelijk kader - Arbeidsvoorwaarden - Oneerlijke concurrentie

gedetineerdenwerk
werknemer met een beperking
geestelijk gehandicapte
concurrentiebeperking

Chronologie

16/1/2014Verzending vraag
28/4/2014Einde zittingsperiode

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10894

Vraag nr. 5-10893 d.d. 16 januari 2014 : (Vraag gesteld in het Frans)

Deze vraag is gebaseerd op een klacht van een onderneming voor aangepast werk uit Luik over de oneerlijke concurrentie tussen de arbeid van gedetineerden in de gevangenis en dat van gehandicapte werknemers in ondernemingen voor aangepast werk.

De gedetineerden vormen een zeer grote groep van beschikbare arbeidskrachten, die slechts een loon van 0,62 tot 1,25 euro per uur krijgen. De functieclassificaties in voltijdse equivalenten (VTE) vallen echter onder een barema waarvan het minimumloon 9,47 euro per uur bedraagt.

Als gevolg daarvan stelt de onderneming voor aangepast werk een verplaatsing van een gedeelte van haar activiteiten vast naar de gevangenissen in de buurt - in dit geval die van Marche en van Lantin. Daarom klaagt ze ook het ontbreken van een wettelijk kader voor gevangenisarbeid aan.

De minister mag mijn vraag niet verkeerd begrijpen. Artikel 81 van de wet-Dupont bepaalt dat de gedetineerde het recht heeft om deel te nemen aan de in de gevangenis beschikbare arbeid, en dat vind ik een uitstekende zaak. Het is goed dat de gedetineerden rechten hebben en dat de Staat zijn ambitie toont om de reclasseringskansen van de gedetineerden te verbeteren, vooral door arbeid.

Thans krijgen de gedetineerden echter uitzonderlijk lage lonen; ze hebben geen arbeidsovereenkomst, ze genieten geen enkele sociale bescherming, geen schadeloosstelling in geval van een arbeidsongeval, en na een gevangenschap van één jaar verliezen ze automatisch hun recht op een wettelijk pensioen.

Het probleem van de concurrentie tussen de arbeid van gedetineerden in de gevangenis en de arbeid buiten de gevangenis is al vanouds bekend in het gevangeniswezen, maar heeft wellicht nooit een voor iedereen aanvaardbaar antwoord gekregen.

Kan de minister mij in die context:

1) haar beleid inzake gevangenisarbeid toelichten, alsook de geldende reglementaire bepalingen;

2) de arbeidsvoorwaarden in de gevangenis toelichten (aantal beschikbare plaatsen, percentage gedetineerden dat toegang heeft tot gevangenisarbeid, de winsten voor de administratie en de bestemming van die winsten, enz.);

3) meedelen hoe ze het probleem van de concurrentie tussen de arbeiders binnen en buiten de gevangenis benadert?