Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-10892

van Jan Roegiers (sp.a) d.d. 15 januari 2014

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken

de ratificatie van de Vredesakkoorden van Parijs van 1991 inzake Cambodja

Cambodja
ratificatie van een overeenkomst

Chronologie

15/1/2014Verzending vraag
21/1/2014Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-4569

Vraag nr. 5-10892 d.d. 15 januari 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Onafhankelijke verkiezingswaarnemers in Cambodja, internationale non-gouvernementele organisaties (o.a. Human Rights Watch) en de Verenigde Naties hebben allemaal kritiek geuit op het verloop van de in juli gehouden verkiezingen. Door onder meer een gebrekkige kieswet, fouten bij de registratie van kiezers en onverhulde fraude zou de stembusgang allesbehalve eerlijk zijn verlopen.

De oppositie in Cambodja en mensenrechtenorganisaties eisen al maanden een onderzoek naar de verkiezingen. Oppositiepartijen erkennen de uitslag niet en boycotten zelfs het nieuwe parlement waardoor het niet wettelijk is samengesteld… Deze gang van zaken brengt de prille democratische ontwikkeling en de toekomst van Cambodja, één van de armste staten ter wereld waar corruptie welig tiert, duidelijk in gevaar

Op Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk na hebben de andere EU-lidstaten, waaronder België, de Vredesakkoorden van Parijs van 23 oktober 1991 nog niet ondertekend noch geratificeerd, terwijl die de fundamenten inhouden voor een democratisch Cambodja dat de mensenrechten en de beginselen van een rechtsstaat respecteert, en ook in mechanismen voor de handhaving daarvan voorzien.

Het is me niet geheel duidelijk waarom België dit nalaat te doen. Mijns inziens zou dat een sterk signaal kunnen zijn, een aanvulling op de Algemene Samenwerkingsovereenkomst tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk Cambodja uit 2001.

Daarom graag uw antwoord op volgende vragen:

1) Waarom heeft België de vredesakkoorden van Parijs van 23 oktober 1991 nog niet ondertekend noch geratificeerd?

2) Is de regering van plan dit alsnog te doen - mede gezien de huidige toestand in Cambodja -om het democratisch proces er een duwtje in de rug te geven?

3) Bent u ook bereid om er bij de andere EU-lidstaten (uitgezonderd Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk) op aan te dringen dat ze de Vredesakkoorden van Parijs van 1991 zouden ondertekenen en ratificeren?

4) Gaat u op de relevante internationale fora druk uitoefenen om een onafhankelijk en extern onderzoek te eisen van de resultaten van de Cambodjaanse verkiezingen van 28 juli 2013?

Antwoord ontvangen op 21 januari 2014 :

1) De toenmalige regering achtte een ondertekening van het Verdrag van Parijs niet zinvol. Ik wil er trouwens op wijzen dat Frankrijk en Groot-Brittannië die als enige Europese Unie (EU)-Lidstaten het Verdrag hebben ondertekend, bij de onderhandeling betrokken partijen waren.

2) De ondertekening van dit Verdrag door de Belgische regering is thans niet aan de orde.

3) Evenmin als de Dienst voor Extern Optreden van de Europese Unie, is het niet mijn bedoeling om de andere EU-lidstaten te bewegen tot de ondertekening en bekrachtiging van het Verdrag van Parijs.

4) De Europese Unie volgt de situatie op de voet. Via de delegatie van de Europese Unie in Cambodja heeft zij ten aanzien van de verschillende politieke partijen een echte bemiddelaarsrol vervuld. Ik schaar mij trouwens achter de door deze Delegatie gevolgde politieke lijn: lovende woorden uiten voor het vreedzame verloop van de verkiezingen in 2013 en voor de hoge opkomst maar ook aandacht vragen voor wat beter kan, meer bepaald op het gebied van de samenstelling van de kiezerslijsten, de toegang tot de media of het gebruik van overheidsmiddelen door de regerende partij ; een oproep richten aan alle verkozen partijen om deel te nemen aan het parlementaire werk; alle politieke partijen oproepen de handen in elkaar te slaan voor een beter verkiezingsproces, en wel door de hierboven vermelde tekortkomingen aan te pakken; en te blijven praten over structurele hervormingen die nodig zijn voor de lange termijn ontwikkeling van het land. Tot slot is er de oproep tot het gebruik van vreedzame middelen zoals de dialoog om verschillen te overbruggen.