Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-10860

van Bart De Nijn (N-VA) d.d. 14 januari 2014

aan de staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit, toegevoegd aan de minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, en staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister

Bob-campagne 2013 - Stijging van de positieve controles - Sensibiliseringscampagnes - Maatregelen

verkeersveiligheid
alcoholisme
politiecontrole
verkeerscontrole
bewustmaking van de burgers

Chronologie

14/1/2014Verzending vraag
23/4/2014Antwoord

Vraag nr. 5-10860 d.d. 14 januari 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Na een dalende tendens de afgelopen jaren, is het aantal positieve controles op oudejaarsavond weer fors gestegen. Waar er in 2011 3,3 % van de gecontroleerde bestuurders positief blies, was dat in 2012 2,9 %. In 2013 stegen we jammer genoeg weer naar 5,6 %.

Het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid (BIVV) vraagt zich af hoe het komt dat andere landen er wel in slagen alcohol uit het verkeer te halen en minder jaarlijkse verkeersdoden te hebben terwijl dat België veel moeite kost.

Als belangrijkste redenen waarom we sterk achterop hinken ten opzichte van andere Europese landen worden onze Bourgondische levenswijze en het feit dat Belgen verkeersregels niet nauw nemen vermeld.

Zo kunnen verschillende landen met diverse maatregelen betere cijfers voorleggen. Landen als Oostenrijk, waar een zo goed als nultolerantie heerst, of het Verenigd Koninkrijk, waar 0,8 promille toegestaan is, zijn bij de beste van de klas in Europa. België behoort tot de slechtste.

Niet alleen strengere bestraffing, ook onze culturele normen waarbij alcohol en rijden getolereerd worden, moeten dringend veranderen. Dat kan enkel gebeuren door middel van sensibiliseringscampagnes.

Het beste zou zijn indien er een nationaal actieplan komt met een rits aan maatregelen, aldus criminoloog Brice De Ruyver (UGent).

Graag had ik de geachte staatssecretaris volgende vragen gesteld:

1) Hoe evalueert hij het aantal positief gecontroleerde bestuurders ten opzichte van vorige jaren?

2) Wat moet er volgens hem gebeuren om Belgische burgers bewust te maken van de gevaren en hen daadwerkelijk zonder of met weinig alcohol in het bloed achter het stuur te laten kruipen?

3) Hoe zal hij dat in de praktijk omzetten?

4) Zullen er veranderingen komen in de BOB-campagnes voor de volgende jaren? Zal er ook meer tijdens het jaar gesensibiliseerd worden?

Antwoord ontvangen op 23 april 2014 :

1) In totaal werden 342 547 personen gecontroleerd tijdens de laatste Bobcampagne (tegenover 270 192 in 2012-2013). De test was positief voor 11 033 bestuurders (3,20 %).

Tijdens de Bobcampagne van vorig jaar werden er 270 192 personen gecontroleerd. De test was positief voor 2,9 % van hen. Er is dus sprake van een lichte verhoging van het percentage positieve bestuurders. De langere duur van de campagne en het grotere aantal nachtelijke controles kunnen deze lichte stijging eventueel verklaren. Bovendien speelt de steeds toenemende mobiliteit van de controles zeker een rol.

2), 3), en 4) De verschillende werkzaamheden van het Belgisch Instituut voor Verkeersveiligheid (BIVV) laten toe om de problematiek van het rijden onder invloed van alcohol te begrijpen en om welbepaalde risicogroepen te identificeren. Zo blijkt uit de driejaarlijkse gedragsmetingen “rijden onder invloed van alcohol” dat rijden onder invloed het meest voorkomt bij bestuurders ouder dan veertig jaar. Deze leeftijdscategorie vormt dan ook de voornaamste doelgroep van de recente Bob-campagnes.

Daarenboven is de Bob-campagne het afgelopen jaar geëvolueerd naar een meer algemeen concept : de persoon “Bob” is vervangen door het werkwoord “Bobben”. Bobben betekent dat men zich op voorhand organiseert, nog voor het feest begint, zodat men op een veilige manier thuis geraakt (een chauffeur zoeken die niet drinkt, terugkeren met de taxi of met het openbaar vervoer, niet drinken, ter plaatse blijven overnachten, enzovoort). Dit nieuw concept benadrukt dat van iedereen verantwoordelijkheid wordt verwacht en laat toe om een breed publiek aan te spreken door alternatieven voor te stellen voor het zelf rijden na een avondje uit.

Bovendien beperkt de sensibilisering rond rijden onder invloed van alcohol zich niet tot de eindejaarsperiode. Sinds enkele jaren is de Bob-campage uitgebreid naar de zomerperiode en naar andere momenten tijdens het jaar (Sint-Valentijn, familiefeesten, bijvoorbeeld).

Overigens, in het kader van de lancering van het concept Bobben in 2013, heeft het BIVV samengewerkt met de openbare vervoersmaatschappijen, de taxifederaties, de horeca, de catering, de Belgische Brouwers en de beroepsvereniging van verzekeraars. Deze partners verspreiden de boodschap onder het publiek via hun communicatiekanalen waardoor de boodschap kan versterkt worden gedurende het ganse jaar en op de juiste plaatsen.

Teams van het BIVV zijn eveneens aanwezig op verschillende evenementen of uitgangsgelegenheden om de jongeren en de minder jongere personen bewust te maken van de gevaren van rijden onder invloed van alcohol, zowel in het kader van Bob-campagnes als daarbuiten (kerstmarkten, terrassen van cafés, discotheken,…).

Ook de politie levert inspanningen opdat het aantal bestuurders onder invloed van alcohol op onze wegen zou verminderen. De gerichte controles (specifieke acties van alcoholcontrole) zijn een manier om aan de bestuurders mee te delen dat zij kunnen gevat worden voor een alcoholcontrole. In overleg met het BIVV gebeuren deze controles intensief tijdens de Bob-campagnes (in de winter en in de zomer) maar ook gedurende gans het jaar. Meer en meer luidt het motto van de politie “botsen is blazen” en zelfs “stoppen is blazen”. Dat wil zeggen dat iedere autobestuurder die betrokken raakt bij een ongeval moet gecontroleerd worden, ongeacht het tijdstip, de plaats of de persoonlijke karakteristieken van de bestuurder of zelfs dat iedere bestuurder die om welke reden ook, moet stoppen, aan een ademtest wordt onderworpen. Dit draagt bij tot de versterking van het subjectief (en objectief) risico om gecontroleerd te worden.