Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-10788

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 9 januari 2014

aan de minister van Justitie

Magistraten - Vervolgingsbeleid - Gebruik van valse stukken in de procedures in kortgeding

magistraat
gerechtelijke vervolging
valsheid in geschrifte
kort geding
rechtsmiddel

Chronologie

9/1/2014Verzending vraag
28/4/2014Einde zittingsperiode

Vraag nr. 5-10788 d.d. 9 januari 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In geval van een juridisch probleem met een magistraat heeft een potentieel slachtoffer van deze magistraat geen rechtstreekse mogelijkheid om een strafonderzoek of vervolging te laten opstarten. Enkel de bevoegde procureur-generaal kan een vervolging van een magistraat initiëren. Dit heeft als gevolg dat, indien de procureur-generaal niets doet of gewoon geen beslissing neemt, het slachtoffer of iemand anders helemaal niets kan doen en het slachtoffer in de kou blijft staan.

Bovendien stel ik vast dat het een vaste rechtspraak is dat in kortgeding geen valsheidsprocedure wordt gevoerd. Dit heeft als perfide gevolg dat men in kortgeding elk proces kan winnen als men maar valse stukken opmaakt. Het vonnis is dan vaak onmiddellijk uitvoerbaar. Bij gewone burgers bestaat daartegen de procedure met de burgerlijke partijstelling voor een onderzoeksrechter, waarna de onderzoeksrechter onder andere de wet op de voorlopige hechtenis kan toepassen. Indien er een magistraat bij betrokken is, kan ook enkel de procureur-generaal optreden (of niet optreden).

In een geschil tegen een magistraat, zeker met betrekking tot het opstellen van valse stukken die gebruikt werden of worden in kortgedingprocedures, is het bijgevolg quasi onmogelijk om een vervolging af te dwingen. Een magistraat kan op deze wijze perfect een vervolging ontlopen.

1) Is de geachte minister het eens met de voorgaande redeneringen?

2) Is zij het ermee eens dat een slachtoffer van een misdrijf begaan door een magistraat volkomen afhankelijk is van de goodwill van de procureur-generaal?

3) Is zij het ermee eens dat in kortgeding quasi nooit een valsheidsprocedure wordt gevoerd en dat op die wijze het gebruik van valse documenten aangemoedigd wordt?

4) Wat zal ze doen om de belangen van slachtoffers van misdrijven door magistraten meer rechten toe te kennen?

5) Wat zal de geachte minister doen om in kortgeding het gebruik van valse stukken ernstig te bemoeilijken?