Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-10715

van Yoeri Vastersavendts (Open Vld) d.d. 2 januari 2014

aan de minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken

Nationale Bank - Goudreserves - Dalende goudprijs - Eventuele verkoop

Eurosysteem
centrale bank
goud
schatkist
deviezenreserve

Chronologie

2/1/2014Verzending vraag
28/1/2014Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10714

Vraag nr. 5-10715 d.d. 2 januari 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De Belgische goudvoorraad bij de Nationale Bank is in 2011 in waarde gestegen met meer dan 35%. In het totaal beheert de Nationale Bank 7,3 miljoen ons goud. De Belgische staat kan dit goud echter niet zomaar te gelde maken. Zij is gebonden aan afspraken binnen de eurozone en aan een verdrag met enkele centrale banken. Goudverkopen dienen naar verluidt te geschieden in onderling overleg. Het verdrag loopt tot augustus 2014. Sinds 2011 is de goudprijs echter dalende. Het risico bestaat dat tegen half 2014 de goudprijs verder daalt, wat nadelig is voor alle stakeholders, inclusief de aandeelhouders. Bovendien zullen mogelijkerwijs ook andere nationale banken aan de verkoperszijde staan.

Ik heb dan ook volgende vragen voor de geachte minister:

1) Kunt u gedetailleerd toelichten door welke verdragen de eventuele goudverkoop van de Nationale Bank gebonden is en kunt u expliciet de modaliteiten weergeven volgens dewelke een eventuele goudverkoop dient te verlopen en aan welke termijnen de Nationale Bank gebonden is indien zij een deel van de goudvoorraad zou verkopen?

2) Acht u het niet aangewezen, gezien de dalende goudprijs en gezien de noodzaak voor de overheid om te saneren, om een deel van deze goudvoorraad te gelde te maken?

3) Heeft de NBB zich ingedekt tegen een eventuele daling van de goudprijs? Zo neen, waarom niet? Zo ja, kunt u dit uitvoerig toelichten en aangeven of deze mogelijkheid reeds werd besproken met de regenten van de Nationale Bank?

4) Kunt u aangeven of er het laatste jaar enige transacties plaatsvonden rond de goudvoorraad van de NBB of om de waarde in te dekken? Kunt u desgevallend toelichten?

5) Kunt u aangeven of de NBB haar goudvoorraad heeft uitgeleend met het oog op het ontvangen van een vergoeding? Zo ja, welke operaties werden gehandhaafd of doorgevoerd en hoeveel bedroeg de vergoeding hiervoor op jaarbasis wat betreft de laatste drie jaar?

6) Hoeveel bedroegen de boekwaarde en de marktwaarde van de goudvoorraad op jaarbasis voor de jaren 2010, 2011, 2012 en 2013?

7) Bent u zinnens de NBB alvast te bevrijden van de verdragsverplichtingen om de handen vrij te hebben wat betreft het beheer van de goudvoorraad of toch alvast wat betreft een deel van de goudvoorraad? Hebt u hieromtrent reeds overlegd met de NBB en kunt u desgevallend de inhoud en de timing toelichten?

8) Hoeveel ons goud heeft de NBB heden in voorraad?

Antwoord ontvangen op 28 januari 2014 :

1) De beslissingsbevoegdheid betreffende de eventuele verkoop van goud ligt bij het Directiecomité van de Nationale Bank (cfr. infra). Als lid van het Eurosysteem maakt de Nationale Bank echter ook deel uit van de centrale banken die in augustus 2009 het zgn. goudakkoord (“Joint Statement on Gold”) hebben gesloten. Het huidige akkoord dat voor vijf jaar werd afgesloten (2009 - 2014) en een vorig akkoord (2004 - 2009) vervangt, bepaalt onder meer dat de ondertekenende instellingen met elkaar overleg zullen plegen betreffende hun goudverkopen en dat de jaarlijkse verkopen niet meer zullen bedragen dan 400 ton en de totale verkopen over de periode van vijf jaar 2000 ton niet zullen overschrijden. Het gaat hier niet om een Verdrag.

2) Wat betreft de tweede vraag dient vooreerst te worden opgemerkt dat, overeenkomstig artikel 130 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bevattende het beginsel van de onafhankelijkheid van de centrale banken, noch de minister van Financiën of zijn vertegenwoordiger bij de Nationale Bank, noch de Belgische Staat het recht hebben om tussen te komen in het beheer van de officiële externe reserves (waaronder de goudreserves) van de Belgische Staat die worden aangehouden door de Nationale Bank. Een beslissing over de opportuniteit van een arbitrage van goud tegen andere externe reservebestanddelen behoort tot de exclusieve en autonome beslissingsmacht van het Directiecomité van de Nationale Bank en mag niet worden beïnvloed door de Belgische regering.

Bovendien dient erop te worden gewezen dat, overeenkomstig artikel 30 van de organieke wet van de Nationale Bank, gerealiseerde goudmeerwaarden moeten worden geboekt op een bijzondere onbeschikbare reserverekening. Ofschoon de netto-opbrengst van de activa die de tegenpost vormen van deze reserverekening aan de Staat wordt toegekend, kunnen de meerwaarden zelf dus niet worden toegekend aan de Staat, tenzij er bij wijze van lex specialis, die afwijkt van voormeld artikel van de organieke wet van de Nationale Bank, anders over wordt beschikt. Tot slot wordt nog opgemerkt dat, overeenkomstig een beslissing van Eurostat van 3 februari 1997, een storting van goudmeerwaarden door een centrale bank aan de Staat geldt als een financiële verrichting zonder effect op het begrotingstekort. Dergelijke storting heeft alleen effect voor de schuld.

3) De goudvoorraad van de Bank maakt, samen met de USD-reserves, deel uit van de officiële externe reserves van de Bank. Het aanhouden en beheren van de officiële externe reserves van de Lid-Staten van de unie behoort tot de fundamentele taken van het ESCB (artikel 105(2) van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap). Bij de start van de derde fase van de Europese Monetaire Unie hebben de nationale centrale banken externe reservebestanddelen (waaronder goud) overdragen aan de ECB. Indien nodig kan de ECB, binnen de grenzen en voorwaarden vastgesteld in de Statuten van de ESCB en de Council Regulation (EC/N°1010/2000 van 8 mei 2000) bijkomende overdrachten van externe reservebestanddelen vorderen vanwege de nationale centrale banken.

Het aanhouden van goud leidt tot een diversificatie van de officiële externe reserves (ingevolge de negatieve correlatie tussen de goudprijs en de koers van de US-dollar) waarvan het effect zou verdwijnen indien er een "hedging" van de goudvoorraad zou gebeuren.

Zoals reeds gesteld, staat de Bank autonoom in voor het beheer van de goudvoorraad. , en komt het niet aan de Minister, zijn vertegenwoordiger of de Belgische Staat toe om tussen te komen in het beheer van de officiële externe reserves.

4) In 2013 daalde de goudvoorraad met 25 kg ten gevolge van de verkoop van twee goudstaven, tegen marktprijs, aan de Koninklijke Munt van België voor het slaan van verzamelaars- of herdenkingsmunten.

5) De Bank heeft een deel van haar tegoeden in goud uitgeleend tegen onderpand. In 2013 werden geen nieuwe transacties waarbij goud tegen onderpand werd uitgeleend verricht. Ten gevolge van het op vervaldag komen van transacties die in het verleden gedaan werden is de uitstaande hoeveelheid uitgeleend goud gedaald van gemiddeld 46,1 ton in 2012 tot gemiddeld 24,1 ton in 2013. In 2011 bedroeg de hoeveelheid tegen onderpand uitgeleend goud nog gemiddeld 84,3 ton.

De inkomsten ten gevolge van het uitlenen van het goud de voorbije drie jaren waren als volgt:

2011 - 6,8 miljoen euro

2012 - 11,6 miljoen euro

2013 - 2,4 miljoen euro.

6) Zoals vermeld in de jaarrekeningen van de Nationale Bank, wordt het goud op balansdatum gewaardeerd op basis van de marktprijs, zoals meegedeeld door de ECB (want uniform voor alle centrale banken van het Eurosysteem). De boekwaarde is dus gelijk aan de marktwaarde, en bedroeg op balansdatum voor de jaren in kwestie respectievelijk 7.,7-8.,9, -9.,2 en -6.,4 miljard euro.

7) Zoals hoger reeds vermeld, is de Nationale Bank volstrekt onafhankelijk bij het beheer van de goudvoorraad. Bijgevolg beslist de NBB autonoom om al dan niet internationale akkoorden te onderschrijven waarin afspraken worden gemaakt over bepaalde aspecten van de goudhandel op middellange termijn. De NBB communiceert niet over haar intenties ter zake en . Ik wens overigens wens ik de onafhankelijkheid van de Nationale Bank te respecteren bij het beheer van de goudvoorraad te respecteren en ik zal bijgevolg geen initiatieven ter zake nemen.

8) Vooruitlopend op de publicatie van het jaarverslag van de Nationale Bank, kan ik u, met instemming van deze laatste, meedelen dat de Bank per 31 december 2013 7 311 956 ounce of 227,4 ton goud in voorraad had per 31 december 2013.