Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-1070

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 31 januari 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen

Democratische Republiek Congo (DRC) - Verkiezingen - Organisatie - Verkiezingen van de president in een enkele stemronde

Democratische Republiek Congo
kiesstelsel
ontwikkelingshulp
politieke situatie

Chronologie

31/1/2011Verzending vraag
7/2/2011Antwoord

Vraag nr. 5-1070 d.d. 31 januari 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Volgens de Congolese grondwet is 2011 een verkiezingsjaar. De verkiezingskoorts is al voelbaar in de hoofdstad Kinshasa, waar de entourage van president Joseph Kabila strategieën uitwerkt voor een verkiezingsoverwinning in november, liefst in een enkele stemronde.

Op 11 januari 2011 keurde het Parlement namelijk een voorstel tot herziening van de Grondwet en de kieswet goed, met het oog op presidentsverkiezingen met een enkele stemronde. Indien de meerderheid de procedure op tijd rond krijgt, zou dat concreet betekenen dat een kandidaat voortaan geen absolute meerderheid meer nodig heeft om verkozen te worden. Wie meer stemmen haalt dan de andere kandidaten, kan dus verkozen worden, ook al haalt hij maar een beperkt aantal stemmen.

Voorstanders rechtvaardigen de grondwetherziening door te beweren dat de organisatie van een tweede stemronde te veel geld kost aan een ontwikkelingsland als Congo. Veel anderen vermoeden echter slechtere bedoelingen. Het lijkt er immers sterk op dat de meerderheid de grondwetsherziening als democratisch middel wil aanwenden om een ondemocratisch doel na te streven: het kiessysteem wijzigen om de herverkiezing van een bepaalde persoon te vergemakkelijken. In een verdeeld land als Congo zal het voor een zittende president immers niet zo moeilijk zijn een eerste ronde te winnen.

De Congolese overheid beweert dat ze de verkiezingen zelf zal betalen, wellicht in een poging de buitenlandse bemoeienissen af te wimpelen. Ik vraag me af of dit iets verandert aan de reeds aangegane engagementen van België en de Europese Unie. België zou 14 miljoen euro bijdragen aan de organisatie van de verkiezingen in Congo, waar tussen 2011 en 2013 zowel presidents-, parlements-, provinciale- als lokale verkiezingen plaatsvinden. Het bedrag komt uit de fondsen waar de Federale Overheidsdienst (FOD) Buitenlandse Zaken over beschikt om aan zogenaamde diplomatieke preventie te doen. De Europese Unie voorziet in een enveloppe van 47,5 miljoen euro.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Wat is het standpunt van de huidige Belgische regering ten aanzien van deze grondwetswijziging in Congo? Is de minister het met mij eens dat deze grondwetsherziening een mogelijk risico inhoudt voor het fragiele vredesproces en kan leiden tot een nieuwe opflakkering van geweld? Kan hij zijn standpunt duiden?

2) Heeft hij namens onze regering zijn ongerustheid kenbaar gemaakt bij de Congolese autoriteiten? Op welke wijze, bij welke gelegenheden en op welke tijdstippen heeft hij dat gedaan? Heeft hij deze kwestie reeds aangekaart bij de Congolese ambassadeur? Zo neen, waarom niet en zal hij dat alsnog doen? Welke andere stappen acht hij dan opportuun? Wanneer worden ze gedaan en kan hij dit toelichten?

3) De 14 miljoen euro steun is bedoeld voor de verschillende verkiezingen in Congo tussen 2011 en 2013. Welke voorwaarden werden hieraan gekoppeld en zijn die geschonden door de voornoemde grondwetswijziging? Zal men het bedrag verminderen als de Congolese overheid ervoor kiest de presidentsverkiezingen zelf te betalen? Zo neen, is de minister het met mij eens dat er helemaal geen sprake is van een eigen financiering van de verkiezingen aangezien de Congolese overheid dit bedrag kan verrekenen bij de volgende verkiezingen die dan in grotere mate door de internationale gemeenschap worden betaald?

4) Zal deze regering, gelet op de historische rol van België en zijn speciale relatie met Congo, in dit verband initiatieven nemen op Europees en internationaal niveau? Op welke wijze en bij welke gelegenheden zal ze dit doen?

Antwoord ontvangen op 7 februari 2011 :

Ik verwijs het geachte lid naar mijn uiteenzetting in de Kamercommissie Buitenlandse Betrekkingen van 25 januari jongstleden waar ik een uitgebreid antwoord heb gegeven op verschillende mondelinge vragen over dit onderwerp.