Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-10698

van Sabine Vermeulen (N-VA) d.d. 18 december 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken

Burundi - Grondwetsherziening - Controverse - Belgisch standpunt

Burundi
VN
grondwet

Chronologie

18/12/2013Verzending vraag
21/1/2014Antwoord

Vraag nr. 5-10698 d.d. 18 december 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Sinds enkele weken heeft het gerucht over een aankomende grondwetsherziening in Burundi gestalte gekregen en heeft de regering een voorstel tot wijziging van die grondwet ingediend bij het parlement. Het maatschappelijk middenveld toont zich erg kritisch, de oppositie is in alle staten en ook internationaal begint de ongerustheid verder toe te nemen.

De voorgestelde versoepeling van de vereiste parlementaire meerderheden voor het aannemen van wetgeving verontrustend. Deze meerderheden zijn in de huidige grondwet uit 2005 nog erg hoog, gericht op het nastreven vaneen brede consensus en het vinden van een akkoord onder de minderheden. In de nieuw voorgestelde grondwet is deze garantie niet langer aanwezig.

Ook zal de macht van de president in de voorgestelde grondwet sterk verstevigd worden. Hij kan niet meer door het parlement uit zijn ambt ontzet worden voor ernstige fouten of corruptie, kan voortaan hoge civiele en militaire posities benoemen zonder de Senaat hierin te kennen en kan zelf de nationale Assemblee ontbinden. Ook zal hij niet langer twee sterke vicepresidenten langs zich hebben staan, die vandaag kunnen bijdragen aan de bescherming van de Tutsi-minderheid: er blijft enkel een vicepresident zonder daadwerkelijke macht over, en er wordt een nieuwe functie van eerste minister gecreëerd.

Buiten enkele positieve voorstellen, zoals het stimuleren van het aantal vrouwelijke kandidaten op de kieslijsten, is dit voorstel tot wijziging van de grondwet dus absoluut geen stap in de goede richting. Burundi is nog steeds een fragiel land waarin de pagina van gewapend conflict nog niet volledig is omgeslagen.

De houding van Burundi kan ook regionale consequenties hebben. Niet alleen zouden onlusten in Burundi een effect kunnen hebben op de stabiliteit in andere landen van de regio, zoals Congo, Tanzania en Rwanda, ook heeft dit een hoog precedentwaarde. Als men er immers in Burundi probleemloos in slaagt om aan de grondwet en de rechtsstaat te morrelen, zal dit evenmin een probleem zijn in die andere landen van de regio waar de president aan zijn tweede en laatste mandaat bezig is. Nieuwe presidentsverkiezingen zijn immers ook in het vooruitzicht in Tanzania (eind 2015), DR Congo (2016) en Rwanda (2017).

Hierover aan u de volgende vragen.

1) België is de grootste bilaterale donor in Burundi, en heeft een belangrijke diplomatieke rol te spelen. Welke duidelijke positie zal België innemen naar de Burundese autoriteiten?

2) Hoe zal België druk uitoefenen en wegen op het debat?

3) Zal België:

- mee trekken aan een Europese positie over dit thema?

- deelnemen aan een ondersteunende rol van de Verenigde Naties (VN)?

- Haar kritische stem laten horen binnen de Internationale organisatie?

Indien ja, hoe?

Antwoord ontvangen op 21 januari 2014 :

  1. Wat de herziening van de Grondwet betreft, heeft de “Assemblee Nationale” van Burundi het lovenswaardige initiatief genomen een workshop te organiseren op 19 en 20 december 2013, waarbij meerderheid, oppositie (buitenparlementaire oppositie inbegrepen) en de civiele maatschappij werden samengebracht. Op het einde van de workshop werd besloten dat alle bepalingen van de ontwerptekst, vereist voor de wijziging van de kieswet, snel zouden worden aangenomen omdat hierover een consensus bestond tijdens de workshop van Kayanza. Deze workshop ging over de verkiezingen. De bepalingen die betrekking hebben op meer fundamentele elementen van de Grondwet, zoals het systeem van de vice-presidenten, worden uitvoerig verder besproken, steeds op basis van een consensuele aanpak. Het is net deze brede consensus in de geest van de Arusha-akkoorden, die wij aanmoedigen.

  2. België is niet van plan om de inhoud van hun grondwet op te leggen aan de Burundezen. Zolang de amendementen bij consensus worden goedgekeurd, gaat het uitsluitend over een zaak die de Burundezen aanbelangt.

  3. De kwestie van de herziening van de Grondwet van Burundi werd reeds behandeld op internationaal niveau binnen de Peace-Building Conference (PBC), die op 16 december 2013 een bijeenkomst heeft georganiseerd over dit onderwerp. België heeft op deze bijeenkomst zijn steun uitgedrukt voor een zo ruim mogelijke dialoog over het herzieningsproces. Voorafgaandelijk aan deze bijeenkomst, heeft het BNUB van 27 tot 29 november een workshop georganiseerd waar de buitenparlementaire oppositie de gelegenheid heeft gehad om haar advies over het ontwerp van Grondwetsherziening over te maken aan de meerderheid (de minister van Binnenlandse Zaken was aanwezig). Zoals U merkt, heeft de internationale gemeenschap (de VN inbegrepen) zich reeds op voldoening gevende wijze gebogen over deze kwestie. Ik zal blijven pleiten voor het behoud van de situatie in Burundi op de internationale agenda en voor het respect van de geest van de Arusha-akkoorden, die de huidige stabiliteit in Burundi hebben gebracht.