Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-10651

van Nele Lijnen (Open Vld) d.d. 18 december 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

de financiering van de referentiecentra voor het chronisch vermoeidheidssyndroom

chronische ziekte
ziekte van het zenuwstelsel

Chronologie

18/12/2013Verzending vraag
4/3/2014Rappel
12/3/2014Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-4192

Vraag nr. 5-10651 d.d. 18 december 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Op 9 maart 2012 kregen we te horen dat de financiering van de referentiecentra voor CVS zal stopgezet worden. Na enkele negatieve evaluaties van deze centra zou de geldkraan tegen eind 2012 definitief worden dichtgedraaid. Enkele dagen later stelde de minister van Volksgezondheid haar veto tegen deze beslissing. De referentiecentra zouden open kunnen blijven. Het was echter niet duidelijk hoe de verdere financiering zou verlopen. We zijn nu meer dan een jaar verder, maar er is niet meer nieuws over deze referentiecentra.

Hierover heb ik enkele vragen.

1) Kan u mij een stand van zaken geven i.v.m. dit dossier?

2) Zijn er nog referentiecentra voor CVS die een financiering krijgen? Indien ja, over welke centra gaat het?

3) Indien er centra gefinancierd worden, heeft deze financiering tot doel om de lopende behandelingen af te werken of is het een meer alomvattende financiering? Kan u toelichten?

4) Indien de financiering is stopgezet of zal stopgezet worden, is deze stopzetting dan definitief? Indien ja, hoe wil de minister de verdere behandeling van CVS-patiënten mogelijk maken? Kan u uitgebreid toelichten?

5) Indien neen op de derde vraag, hoe zal de financiering in de toekomst verlopen? Zullen er voorwaarden opgelegd worden aan de referentiecentra? Indien ja, kan u deze voorwaarden toelichten? Indien neen, op basis waarvan zal de financiering dan gebeuren?

Antwoord ontvangen op 12 maart 2014 :

Begin 2012 heeft het Verzekeringscomité van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV) beslist om de financieringsovereenkomsten met de referentiecentra voor chronisch vermoeidheidssyndroom (CVS) stop te zetten, in het bijzonder omdat deze centra onvoldoende samenwerkten met de eerstelijns zorgverleners. Deze overeenkomst maakte de terugbetaling mogelijk van de evidence based behandelingen voor deze aandoening (cognitieve gedragstherapie en graduele oefentherapie). Het veto is gesteld geweest omdat er door de stopzetting van de overeenkomsten met de referentiecentra geen specifieke terugbetaling voor CVS-patiënten meer mogelijk zou zijn. Het RIZIV heeft dan een nieuw concept uitgewerkt voor de terugbetaling van de behandelingen. Dit concept is goedgekeurd en de overeenkomsten met de referentiecentra zijn stopgezet geweest.

Op basis van het concept is er een nieuwe financieringsovereenkomst opgesteld. Deze overeenkomst zal worden afgesloten met “multidisciplinaire diagnostische centra voor CVS” en maakt de terugbetaling mogelijk van een gespecialiseerde diagnosestelling en van de evidence based behandelingen. Er zijn verschillende vernieuwingen en verbeteringen ten opzichte van de overeenkomsten met de referentiecentra. Er zullen in principe meer centra zijn zodat de patiënten zich minder ver moeten verplaatsen. In vergelijking tot de referentiecentra zal de cognitieve gedragstherapie niet gegeven worden aan groepen van patiënten in de referentiecentra. De gedragstherapie zal individueel gegeven worden door vooral privé-therapeuten die een universitaire opleiding in cognitieve gedragstherapie gevolgd hebben. De patiënt zal ook méér zittingen krijgen, namelijk maximum 17 zittingen van 50 minuten per patiënt. Er wordt verwacht dat door al deze aanpassingen, het resultaat van de behandelingen beter zal zijn. De aanpassingen die gebeurd zijn stroken met internationale, wetenschappelijk gefundeerde richtlijnen die hierover bestaan.

De nieuwe overeenkomst is goedgekeurd door het Verzekeringscomité van het RIZIV. De ziekenhuizen kunnen zich tot eind januari kandidaat stellen om de overeenkomst af te sluiten. Dan zullen de centra geselecteerd worden en kan de overeenkomst afgesloten worden. De overeenkomst zal in eerste instantie 4 jaar duren. Ze zal geëvalueerd worden ná 2 jaar en op het einde van de proefperiode, ná 4 jaar.