Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-1056

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 31 januari 2011

aan de staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie

Leefloon - Rechthebbenden die de uitkering niet ontvangen - Maatregelen - Automatische toekenning

minimumbestaansinkomen
armoede
OMNIO
sociale analyse

Chronologie

31/1/2011Verzending vraag
20/4/2011Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1055

Vraag nr. 5-1056 d.d. 31 januari 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Volgens een studie van de Leuvense professoren Economie Erik Schokkaert en Nicolas Bouckaert, bestaat de kans dat de helft tot 66 % van de rechthebbenden op het leefloon, dat uiteindelijk niet ontvangen. Bovendien stellen ze dat een vierde van de mensen dat vandaag het leefloon krijgt, er geen recht op heeft. Daarmee beschikken we voor het eerst over een wetenschappelijk onderzoek, in België uitgevoerd, dat het “non take-up-gedrag" van de leefloners bestudeerde. De resultaten verzekeren ons dat er een grote non take-up bestaat, maar bieden nog geen heel precieze cijfers. Dit onderzoek beperkte zich tot een verkennende studie.

Een belangrijke reden voor deze non take-up van het leefloon kan het "niet weten" of het “niet durven aanvragen” zijn. Dezelfde verklaringen gelden voor het Omnio-statuut in de ziekteverzekering (goedkope gezondheidszorg voor alle lage inkomens). Daarover is geweten dat minder dan de helft van de rechthebbenden dit statuut effectief kreeg.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Bent u op de hoogte van deze verontrustende cijfers?

2) Indien we merken dat er ook in deze zo essentiële takken van onze sociale zekerheid onwetendheid is bij degenen waarvoor die rechten zijn gecreëerd, dient u dan niet alles in het werk stellen om die rechten automatisch toe te kennen aan de rechthebbenden? Bewijzen de cijfers niet dat een ernstige informatiecampagne, op maat van de doelgroep, dringend nodig is?

3) Zult u contact opnemen met de auteurs van deze studie om met hun hulp en inzichten de wetgeving, waar nodig, aan te passen aan de behoeften van de mensen, zodat deze beleidsvoering optimaal de effecten scoort die ze beoogt?

Antwoord ontvangen op 20 april 2011 :

In antwoord op uw vragen, kan ik u het volgende meedelen.

De resultaten van de betreffende studie zijn mij inderdaad bekend. Ik wil er u wel op wijzen dat de onderzoekers zelf de nadruk leggen op het niet representatief zijn van hun steekproef en dat hun gegevens enkel als indicator dienen gebruikt te worden. Bovendien is de studie gebaseerd op gegevens uit 2005 waardoor er geen rekening gehouden wordt met het beleid dat sindsdien werd vorm gegeven.

Om de non-take-up tegen te gaan zijn dan ook al heel wat beleidsmaatregelen uitgewerkt, het betreffen onder meer:

Deze en andere maatregelen zullen dan ook verder gezet of versterkt worden.

Wat echter de personen betreft die geen recht zouden hebben op een leefloon, maar dit wel zouden krijgen, wens ik er toch op te wijzen dat de toekenningsvoorwaarden duidelijk in de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijk integratie zijn opgenomen. Bij de beoordeling moet dus ook rekening gehouden worden met alle facetten van deze wet, bijvoorbeeld met het feit dat bepaalde inkomen vrijgesteld zijn bij de berekening voor het toekennen van een leefloon. Het behoort toe aan de OCMW’s om autonoom en op basis van het sociaal onderzoek te beslissen of een leefloon al dan niet toegekend wordt. De toepassing van de wettelijke bepalingen wordt daarna door de POD Maatschappelijke Integratie gecontroleerd.

Bij het automatisch toekennen van rechten moet men mijns inziens wel voorzichtig zijn, zeker wat het leefloon betreft. Het leefloon is immers geen onvoorwaardelijk steun. Het OCMW moet op basis van het sociaal onderzoek een beslissing nemen dat het meest aangewezen is voor iedere individuele behoeftige. De bedoeling is om via een traject op maat van de behoeftige de persoon de beste kansen aan te bieden voor een volledige integratie. Het leefloon is dan ook veel meer dan enkel een vangnet waarbij het beantwoorden aan een aantal objectieve criteria voldoende zou zijn. Wel ben ik volledig voorstander om zoveel mogelijk afgeleide rechten toe te kennen. Hierbij denk ik bijvoorbeeld aan het multifunctioneel attest dat momenteel gebruikt wordt. Door het gebruik van dit attest kan een leefloonbegunstigde bijvoorbeeld automatisch een verhoogde kinderbijslag of een verhoogde tegemoetkoming in de ziekteverzekering verkrijgen.