Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-10498

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 29 november 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

Smartphones - Artsen - Gevaren op infecties - Maatregelen

dokter
mobiele telefoon
infectieziekte
mobiele communicatie

Chronologie

29/11/2013Verzending vraag
24/1/2014Antwoord

Vraag nr. 5-10498 d.d. 29 november 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Momenteel beschikt 80 % van alle artsen over een Smartphone en 57 % onder hen gebruikt dit toestel tijdens contacten met patiënten en in de klinische praktijk. Recent wetenschappelijk onderzoek uit Nederland (een vergelijkende literatuurstudie) stelde vast dat de Smartphone van artsen, die door een groot deel van hen mee wordt genomen naar allerlei onderzoeken en overlegmomenten met andere artsen, een bron van infecties, onder andere ziekenhuisbacterie, kan vormen. Deze vaststelling is logisch, want artsen bevinden zich vaak in omgevingen waar infecties woekeren. Zeker het contact via handen vormt een plausibele en blijkbaar veel voorkomende oorzaak van gsm's en Smartphones die zo dragers worden van gevaarlijke besmettingen… en daardoor patiënten en collegae kunnen besmetten.

Hierover de volgende vragen.

1) Is de geachte minister op de hoogte van dit onderzoek?

2) Hoe belangrijk schat zij de vaststelling dat Smartphones (en dergelijke meer) een gevaarlijke bron voor allerlei infecties, onder andere de ziekenhuisbacterie, kunnen vormen?

3) Vindt de geachte minister het nodig om hieromtrent specifieke maatregelen te nemen? Zo ja, welke maatregelen overweegt zij en in welk tijdspad? Zo niet, waarom vindt zij dit geen voldoende relevante probleemstelling voor een aanvullende beleidsvoering?

Antwoord ontvangen op 24 januari 2014 :

1. Wat het onderzoek betreft waarnaar u verwijst, betreft het meer precies een selectie van publicaties (meta-analyse) van 229 referenties waarvan op het eind acht publicaties werden weerhouden. Deze selectie werd uitgevoerd door een student-onderzoeker en er werkten ook twee chirurgen en een microbioloog aan mee.

2. Deze situatie is niet fundamenteel verschillend van wat kan gebeuren met andere voorwerpen die veelvuldig door een practicus worden vastgenomen zoals een telefoon, laptop, stylo, … en geldt dus, bij uitbreiding, ook voor alle instrumenten en medische apparaten die veelvuldig door een practicus worden gehanteerd zoals een stethoscoop …

In vergelijking met het dopje van de stethoscoop wordt de smartphone van een geneesheer niet verondersteld de ene patiënt na de andere aan te raken. Het toetsenbord van een computer in de diensten voor intensieve zorgen vertegenwoordigt op zich risico’s die duidelijk veel belangrijker zijn dan diegene die in verband worden gebracht met de smartphone van een geneesheer.

3. Nee, het is niet nodig hierover specifiek richtlijnen op te stellen. Tijdens de zorgverlening zijn en blijven de bestaande standaardvoorzorgsmaatregelen van toepassing.

Het is belangrijk de handhygiëne in herinnering te brengen en nog maar eens te benadrukken voor het contact met de patiënt. Ik herinner daarbij aan de aanbevelingen van de Hoge Gezondheidsraad nr. 8349 de 2009 die ook het thema uitmaakten van de laatste campagne inzake handhygiëne, georganiseerd door de Federale Overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid. De arts dient erop te letten ieder voorwerp met propere handen te hanteren en, indien mogelijk, ieder voorwerp dat zou kunnen bevuild of besmet zijn te ontsmette. Elk materiaal dat in contact is geweest met een patiënt of zijn directe omgeving moet regelmatig worden ontsmet en in elk geval na iedere manipulatie met bevuilde of ontsmette handen.