Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-10425

van Dirk Claes (CD&V) d.d. 20 november 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Pensioenen

Pensioenberekening - Aandeel van de gelijkgestelde periodes

pensioenregeling
verdeling naar geslacht
pensioenvoorwaarden
loopbaanonderbreking
arbeider

Chronologie

20/11/2013Verzending vraag
10/1/2014Antwoord

Vraag nr. 5-10425 d.d. 20 november 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In de pensioenhervorming die u doorgevoerd hebt, zaten ook een aantal maatregelen die betrekking hadden op de gelijkgestelde periodes voor werknemers en ambtenaren. De voorwaarden van eindeloopbaan tijdskrediet werden, net als voor het gewone tijdskrediet, strenger.

De tendens om het aantal voor pensioen gelijkgestelde periodes te beheersen, is niet onlogisch: ze brengen vaak kosten voor de overheid en/of de werkgever met zich mee op het moment dat ze opgenomen worden en bovendien geven ze in heel wat gevallen aanleiding tot de opbouw van pensioenrechten.

In het kader van de pensioenhervorming hadden we dan ook graag geweten:

1) Welke impact zal de hervorming hebben op het huidige aandeel gelijkgestelde periodes in de pensioenberekening volgens uw inschattingen?

2) Wat is het jaarlijkse aandeel van gelijkgestelde periodes in de pensioenberekening over de laatste tien jaar?

3) Wat is telkens het aandeel voor werknemers en voor ambtenaren in deze periode? En wat betreft de werknemers: kan er een opsplitsing arbeiders en bedienden met onderverdeling in mannen en vrouwen gebeuren? En wat zijn de verschillen tussen mannen en vrouwen in de ambtenarij?

Antwoord ontvangen op 10 januari 2014 :

In antwoord op zijn vragen heb ik de eer om het geachte lid het volgende mee te delen.

- Voor RVP:

Geen enkele raming werd gerealiseerd omtrent het effect van de hervorming betreffende het in rekening brengen van de gelijkgestelde periodes in de berekening van de pensioenen in de werknemersregeling.

De Rijksdienst voor Pensioenen beschikt niet over statistieken betreffende het gedeelte van de gelijkgestelde periodes in de berekening van de pensioenen voor de laatste tien jaar.

Behalve de informatie meegedeeld tijdens de nationale pensioenconferentie en vermeld in het groenboek, vindt u hieronder het enige element van antwoord waarover wij momenteel beschikken.

Het betreft een analyse gebaseerd op de pensioenen die ingegaan zijn in 2012.

De loopbaan die gebruikt wordt om dit percentage vast te stellen, omvat alle jaren waarvoor minstens één gewerkte of gelijkgestelde dag als werknemer in België geregistreerd werd, maar na eventuele eliminatie van een aantal jaren in het kader van de eenheid van loopbaan.

Er dient vermeld te worden dat het jaar dat voorafgaat aan het ingangsjaar, in de meeste gevallen volledig gelijkgesteld is: voor de studie hebben we deze gelijkstelling gecorrigeerd door het aantal dagen van het jaar dat voorafgaat aan het ingangsjaar, te verdelen volgens de opdeling van het jaar daarvoor.

Percentage gelijkstelling in de werknemersloopbaan (ingangsjaar 2012).

Mannen

Vrouwen

26,51%

31,43%


- Voor PDOS:

Ten einde betekenisvolle gegevens mee te delen, werd geen rekening gehouden met de pensioenstelsels waarin de betrokkenen een pensioen kunnen bekomen op een lagere leeftijd dan de algemene minimumleeftijd van 62 jaar (militairen en politie).

1. Weerslag van de hervorming van de pensioenen van de overheidssector inzake «gelijkgestelde perioden» op de berekening van het pensioen.

Momenteel zal de hervorming van de pensioenen van de overheidssector op het gebied van de “gelijkgestelde periodes” die in aanmerking worden genomen voor de berekening van het pensioen slechts een geringe invloed hebben, omdat deze nieuwe maatregelen slechts geldig zijn voor de pensioenen die ingaan vanaf 1 januari 2012 en omwille van een aantal overgangsmaatregelen.

Deze hervorming zal daarentegen zeker een betekenisvolle weerslag hebben op het gedeelte “gelijkgestelde perioden” dat in aanmerking wordt genomen voor de berekening van de toekomstige pensioenen, omdat het doel van deze maatregelen is om meer gewicht te geven aan de perioden van werkelijk gepresteerde diensten in vergelijking tot bepaalde met dienstactiviteit gelijkgestelde perioden.

2. Verdeling van de gemiddelde duur van de loopbaan in “werkelijk gepresteerde diensttijd” en "gelijkgestelde perioden" per jaar voor de periode 2003 – 2012:

Jaar

Militaire dienst

Werkelijk gepresteerde diensttijd

Afwezigheden

Loopbaan

onderbreking

Bonificaties

Totaal (in maanden)

2003

4,61

361,77

23,42

1,55

15,74

407,09

2004

4,60

361,64

25,75

1,70

15,13

408,82

2005

4,52

358,64

27,45

1,81

14,48

406,90

2006

4,30

357,69

29,22

2,09

15,26

408,56

2007

4,12

354,43

26,57

2,17

15,03

402,32

2008

4,05

355,31

22,65

2,29

15,34

399,64

2009

4,01

353,08

21,90

2,65

15,19

396,83

2010

3,77

350,99

21,51

2,79

14,46

393,52

2011

3,76

350,15

19,13

3,16

13,35

389,55

2012

3,38

344,62

19,45

3,11

13,63

384,19


Proportionele verdeling van het gemiddelde van de gelijkgestelde perioden per jaar voor de periode 2003 – 2012:

Jaar

Militaire dienst

Werkelijk gepresteerde diensttijd

Afwezigheden

Loopbaan

onderbrekingen

Bonificaties

Totaal (in maanden)

2003

1,13%

88,87%

5,75%

0,38%

3,87%

100,00%

2004

1,13%

88,46%

6,30%

0,42%

3,70%

100,00%

2005

1,11%

88,14%

6,75%

0,44%

3,56%

100,00%

2006

1,05%

87,55%

7,15%

0,51%

3,74%

100,00%

2007

1,02%

88,10%

6,60%

0,54%

3,74%

100,00%

2008

1,01%

88,91%

5,67%

0,57%

3,84%

100,00%

2009

1,01%

88,98%

5,52%

0,67%

3,83%

100,00%

2010

0,96%

89,19%

5,47%

0,71%

3,67%

100,00%

2011

0,97%

89,89%

4,91%

0,81%

3,43%

100,00%

2012

0,88%

89,70%

5,06%

0,81%

3,55%

100,00%


3. Verdeling van de gemiddelde duur van de loopbaan in “werkelijk gepresteerde diensttijd” en “gelijkgestelde perioden” per jaar en per geslacht voor de periode 2003 – 2012:


Jaar

Militaire dienst

Werkelijk gepresteerde diensttijd

Afwezigheden

Loopbaan

onderbrekingen

Bonificaties

Totaal (in maanden)

Man

2003

8,57

375,00

18,33

0,63

13,74

416,27

2004

8,52

376,75

22,06

0,73

13,11

421,17

2005

8,53

375,22

23,82

0,74

12,40

420,71

2006

8,19

374,01

25,13

0,93

12,80

421,06

2007

7,82

372,73

22,17

1,02

12,72

416,46

2008

7,80

378,11

18,74

1,13

13,11

418,89

2009

7,75

373,91

17,09

1,61

12,65

413,01

2010

7,40

374,81

17,89

1,65

12,23

413,98

2011

7,21

376,78

15,34

2,16

11,44

412,93

2012

6,78

372,92

15,93

1,88

11,82

409,33

Vrouw

2003

0,00

346,38

29,34

2,63

18,08

396,43

2004

0,00

343,89

30,08

2,83

17,51

394,31

2005

0,00

339,96

31,54

3,01

16,82

391,33

2006

0,00

339,62

33,76

3,38

17,99

394,75

2007

0,00

334,08

31,47

3,46

17,60

386,61

2008

0,00

330,68

26,87

3,54

17,76

378,85

2009

0,00

330,75

27,05

3,76

17,91

379,47

2010

0,00

326,20

25,27

3,98

16,78

372,23

2011

0,00

321,07

23,28

4,26

15,44

364,05

2012

0,00

316,42

22,95

4,34

15,42

359,13


Proportionele verdeling van de gemiddelde duur van de gelijkgestelde perioden per jaar en per geslacht voor de periode 2003 – 2012:


Jaar

Militaire dienst

Werkelijk gepresteerde diensttijd

Afwezigheden

Loopbaan

onderbreking

Bonificaties

Totaal (in maanden)

Man

2003

2,06%

90,09%

4,40%

0,15%

3,30%

100,00%

2004

2,02%

89,45%

5,24%

0,17%

3,11%

100,00%

2005

2,03%

89,19%

5,66%

0,18%

2,95%

100,00%

2006

1,95%

88,83%

5,97%

0,22%

3,04%

100,00%

2007

1,88%

89,50%

5,32%

0,24%

3,05%

100,00%

2008

1,86%

90,26%

4,47%

0,27%

3,13%

100,00%

2009

1,88%

90,53%

4,14%

0,39%

3,06%

100,00%

2010

1,79%

90,54%

4,32%

0,40%

2,95%

100,00%

2011

1,75%

91,25%

3,71%

0,52%

2,77%

100,00%

2012

1,66%

91,10%

3,89%

0,46%

2,89%

100,00%

Vrouw

2003

0,00%

87,37%

7,40%

0,66%

4,56%

100,00%

2004

0,00%

87,21%

7,63%

0,72%

4,44%

100,00%

2005

0,00%

86,87%

8,06%

0,77%

4,30%

100,00%

2006

0,00%

86,03%

8,55%

0,86%

4,56%

100,00%

2007

0,00%

86,41%

8,14%

0,89%

4,55%

100,00%

2008

0,00%

87,29%

7,09%

0,93%

4,69%

100,00%

2009

0,00%

87,16%

7,13%

0,99%

4,72%

100,00%

2010

0,00%

87,63%

6,79%

1,07%

4,51%

100,00%

2011

0,00%

88,19%

6,39%

1,17%

4,24%

100,00%

2012

0,00%

88,11%

6,39%

1,21%

4,29%

100,00%