Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-10214

van Willy Demeyer (PS) d.d. 24 oktober 2013

aan de minister van Middenstand, KMO's, Zelfstandigen en Landbouw

Antibiotica - Intensieve veehouderij - Overdreven blootstelling - Resistentie - Antibioticaresistentie bij mensen - Maatregelen om het gebruik te verminderen

antibioticum
infectieziekte
intensieve fokkerij
Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen
door voedsel overgedragen ziekte

Chronologie

24/10/2013Verzending vraag
28/11/2013Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10213

Vraag nr. 5-10214 d.d. 24 oktober 2013 : (Vraag gesteld in het Frans)

In de Europese Unie overlijden jaarlijks ongeveer 25 000 mensen aan de gevolgen van antibioticaresistente infecties die te wijten zijn aan een verkeerd voorschrijfgedrag.

Het is een ernstig volksgezondheidsprobleem, dat - althans voor een deel - zijn oorsprong vindt in de intensieve veeteeltmethoden.

Het op elkaar geperst zitten en de verminderde genetische diversiteit, kenmerkend voor intensieve productie, zijn ideale omstandigheden voor de snelle verspreiding van antibioticaresistente ziekteverwekkers. Deze antibioticaresistentie gaat over op andere bacteriën en verspreidt zich over heel het ecosysteem. De overdracht van antibioticaresistentie van dieren op mensen is aangetoond in wetenschappelijke publicaties.

Ik verwijs hier naar een wetenschappelijke mededeling van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) van januari 2011 over “dieren en dierlijke productie als bron voor de antibiotica-resistentie bij de mens”. Uit de gegevens verzameld door het FAVV blijkt dat :

De verkoop van antibiotica tussen 1999 en 2006  gestegen is tot ongeveer 120 ton in 2006, waarvan ongeveer drie kwart voorgeschreven door veeartsen.

De blootstelling van dieren aan antibiotica is sterk toegenomen. Het preventief gebruik van antibiotica is bijvoorbeeld gestegen van ongeveer 55% in 2003 tot bijna 90% in 2010 !

Deze vaststellingen moeten ons tot meer voorzichtigheid aanzetten bij het gebruik van antibiotica bij de dieren.

Mijn vragen zijn de volgende:

1) Hoe evalueert de minister momenteel de omvang van het gebruik van antibiotica in de intensieve teelt en de kans op antibioticaresistentie en antibioticaresistentie overgedragen op mensen?

2) Kan ze de onderstaande gegevens aangaande de verkoop van antibiotica en de blootstelling van dieren actualiseren ?

3)Volgens de bovenstaande mededeling van het FAVV wordt, sinds 2011, antibioticaresistentie beter geregistreerd door een grotere waakzaamheid voor indicatorkiemen (vee, varkens, kippen …) en wordt het gebruik van antibiotica nu systematisch geregistreerd met het oog op meer duidelijkheid. Wat zijn de eerste vaststellingen die uit deze maatregelen voortvloeien?

4) Kan de minister meedelen wat werd ondernomen om het gebruik van antibiotica te doen dalen en mensen aan te zetten tot een verstandig gebruik van antibiotica in de industriële veehouderij?

Antwoord ontvangen op 28 november 2013 :

1. Net zoals in de humane geneeskunde het gebruik van antibiotica in een aantal gevallen onmisbaar is, is dit ook in de intensieve veehouderij een belangrijk instrument in de bestrijding van dierziekten en in het kader van het dierenwelzijn. Omwille van verschillende redenen werd in het verleden vaak te soepel omgesprongen met antibioticagebruik, zowel humaan als veterinair.

Antimicrobiële resistentie is inherent aan het gebruik van antibiotica. Door niet meer antibiotica te gebruiken dan strikt noodzakelijk wordt het risico op resistentievorming kleiner. De veterinaire sector heeft er alle belang bij om antibiotica zo efficiënt mogelijk in te zetten zodat ze werkzaam blijven tegen dierziekten. In de humane sector is de verworven antimicrobiële resistentie van humane pathogenen door overdracht van resistentiegenen afkomstig van kiemen uit de intensieve veeteelt slechts een heel beperkt onderdeel van de resistentieproblematiek. Echter, door het veelvuldig gebruik van 3de en 4de generatie cephalosporines bij pluimvee worden bepaalde resistentiemechanismes teruggevonden bij het pluimvee en bij de mens.

De wetenschappelijk kennis hierover is echter nog heel beperkt. Rechtstreekse besmetting van mensen via de voeding van dierlijke oorsprong of direct contact met dieren met resistente zoönotische kiemen zoals Salmonella kunnen de doeltreffendheid van bepaalde behandeling bij de mensen verminderen. Antibioticatherapie voor de behandeling van Salmonella bij pluimvee is omwille van die reden reeds verboden.

2. De gegevens over het gebruik van antimicrobiële middelen worden verzameld en geëvalueerd door het Federaal Agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten (FAGG). Ze worden gepubliceerd in het verslag “BelVet-SAC” (Belgian Veterinary Surveillance of Antimicrobial Consumption) die beschikbaar op internet is. Volgens het 2012-verslag is de totale consumptie van antibiotica in de diergeneeskunde in België tussen 2011 en 2012 met 7,1 % gedaald. In vergelijking met 2007 wordt een daling van 20,3 % in totale consumptie waargenomen.

3. Nu wordt het gebruik van antimicrobiële middelen enkel geregistreerd in het geneesmiddelenregister op het bedrijf in de risicoperiode. Op dit ogenblik ontwikkelt het FAGG in samenwerking met het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen (FAVV) een elektronisch datacollectiesysteem . Het zal gevoed worden door de verschaffers van de antibiotica, met name de dierenartsen, de apothekers en de fabrikanten van gemedicineerde voeders. De gegevens van het gebruik van antimicrobiële middelen zullen gecentraliseerd worden en beschikbaar zijn voor iedere pluimvee-, runder- en varkensbedrijf.

Sedert 2011 wordt door het FAVV de antimicrobiële resistentie van pathogenen en indicatorkiemen bij runderen, varkens en pluimvee opgevolgd, ESBL (Extended-spectrum beta-lactamasen)-producerende kiemen op pluimveevlees inbegrepen. Het is te vroeg om conclusies te kunnen trekken over de geobserveerde trends, maar bij dieren is er in geval van resistentie een stijging waar te nemen van het aantal antimicrobiële middelen waartegen de indicatorkiemen resistent zijn. Op slachthuisniveau lijkt voor bepaalde bacteriën het aandeel resistente stammen te dalen. Dit is ondere andere het geval voor ESBL-producerende E. coli’s en Salmonella’s. Jaarlijks worden de resultaten van de analyses die door het FAVV worden uitgevoerd weergegeven in haar activiteitenverslag.

4. In 2011 werd het kenniscentrum Antimicrobial Consumption and Resistance in Animals (AMCRA) opgericht. Het wordt voor zijn werking voor 70 % financieel gesteund door het FAVV en het FAGG. Het kenniscentrum heeft reeds verschillende adviezen uitgebracht om het efficiënt gebruik van antibiotica op de veehouderijen te bevorderen, en heeft gidsen voor dierenartsen en veehouders gepubliceerd. Een actieplan wordt voorzien om de implementatie van de gidsen en adviezen te bevorderen.

Om het veilig gebruik van therapeutische concentraties zincoxide toe te laten en zo het gebruik van een kritisch antibioticum, met name colistine te beperken in de varkenshouderij werd een convenant afgesloten met de veevoederindustrie om verminderde concentraties zinkoxide als additief in het diervoeder te gebruiken.

Eveneens zal het hierboven beschreven datacollectiesysteem het gebruik van antimicrobiële middelen registreren evenals de frequentie van het voorschrijven voor het opvolgen en het sensibiliseren van veelgebruikers en veelvoorschrijvers van antibiotica.