de contingentering-lissage van artsen en tandartsen
leerlingenselectie
medisch onderwijs
tandarts
dokter
toegang tot het beroepsleven
officiële statistiek
geografische spreiding
23/10/2013 | Verzending vraag |
28/4/2014 | Einde zittingsperiode |
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-4024
In vraag om uitleg 5-3792 peilde ik naar contingentering-lissage van artsen en tandartsen. Concreet vroeg ik naar het aantal eenheden dat Vlaanderen en Wallonië boven of onder de vastgelegde maximum- of minimumquota van de contingentering zaten en dit voor de jaren 2011 en 2012. De cijfers voor het jaar 2012 bleken pas eind 2013 beschikbaar te zijn, maar misschien dat ze er al zijn. Voor de cijfers van het jaar 2011 verwees mevrouw de minister me naar het jaarrapport van de planning van het medisch aanbod in België. Echter, het verslag handelt enkel maar over cijfers t.e.m. het jaar 2010. Vandaar dit ik mijn vraag voor het jaar 2011 en 2012hier herhaal.
1. Met hoeveel eenheden zat Vlaanderen in 2011 boven of onder de vastgelegde maximum- of minimumquota? M.a.w. wat is het gecumuleerde overschot of tekort op het contingent?
a. Voor artsen in het algemeen
b. Voor huisartsen
c. Voor tandartsen
2. Met hoeveel eenheden zat Wallonië in 2011 boven of onder de vastgelegde maximum- of minimumquota? M.a.w. wat is het gecumuleerde overschot of tekort op het contingent?
a. Voor artsen in het algemeen
b. Voor huisartsen
c. Voor tandartsen
3. Met hoeveel eenheden zat Vlaanderen in 2012 boven of onder de vastgelegde maximum- of minimumquota? M.a.w. wat is het gecumuleerde overschot of tekort op het contingent?
a. Voor artsen in het algemeen
b. Voor huisartsen
c. Voor tandartsen
4. Met hoeveel eenheden zat Wallonië in 2012 boven of onder de vastgelegde maximum- of minimumquota? M.a.w. wat is het gecumuleerde overschot of tekort op het contingent?
a. Voor artsen in het algemeen
b. Voor huisartsen
c. Voor tandartsen