Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-10171

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 23 oktober 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

de kwaliteitstoets van sperma afkomstig van spermabanken

kunstmatige voortplanting

Chronologie

23/10/2013Verzending vraag
28/4/2014Einde zittingsperiode

Voorlopig antwoord (pdf)

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-3806

Vraag nr. 5-10171 d.d. 23 oktober 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Een Deense spermadonor, drager van een erfelijke ziekte - neurofibromatose - heeft ervoor gezorgd dat er in Europa minstens 43 kinderen mogelijk met deze aandoening zijn geboren. Het sperma was afkomstig van een commerciële spermabank in Denemarken.

Deze gebeurtenissen zijn ronduit dramatisch, omwille van verschillende redenen. Centraal staan natuurlijk de kinderen die een erg bedreigende toekomst tegemoet gaan, daarnaast de ouders en iedereen die zich emotioneel hecht aan kinderen. Maar ook maatschappelijk zijn er ernstige negatieve effecten. Voor andere mensen die zich in een fertiliteitsproject met donorsperma engageerde, moet dit verhaal veel en diepe onrust veroorzaken.

Daarom moet een samenleving zich hier fundamentele vragen stellen en deze met urgentie beantwoorden met passende maatregelen. Daarbij overheerst de vraag of de handel in sperma wel aan een vrije markt mag worden overgelaten, een vrije markt die zowat op alle terreinen waar ze vrij spel kreeg en krijgt, systematisch bewijst dat ze niet in staat is om zichzelf kwaliteitsvol te organiseren en even voorspelbaar ook cruciale kwaliteitsnormen opoffert aan de overheersten winstdrift en hebberigheid van de aandeelhouders of eigenaars.

Experts ter zake stellen ook dat een regeling - die zij absoluut noodzakelijk vinden - enkel kan binnen een Europese en internationale context.

Deelt de minister mijn onrust in verband met de kwaliteitsbewaking van het sperma afkomstig van spermadonors en bevestigt de minister dat deze kwaliteitscontrole op dit moment faalt, met de bekende dramatische gevolgen voor kinderen die hierdoor geboren worden? Hoe verklaart de minister het onthutsende gebrek aan deze kwaliteitscontrole? Gaat de minister met mij akkoord dat de handel in sperma niet mag worden overgelaten aan de vrije markt en dat juist daarom de overheid een erg streng beleid ter zake moet uitwerken en dit met een hoge dringendheid? Beaamt de minister dat commerciële, dus privé-spermabanken, niet te vertrouwen zijn als het erop aankomt om hoge kwaliteitsgaranties te bieden - omdat deze de winstmarges bedreigen - en dat de handel in sperma daarom met de hoogst mogelijke overheidscorrectie moet worden georganiseerd? Hoe en wanneer zal de minister hieromtrent een duidelijk beleid op de sporen zetten? Bevestigt de minister dat deze aanpak het best op een internationaal niveau, bijv. binnen de EU, gestalte krijgt? Is de minister daarom verplicht te wachten op een internationaal initiatief of kan zij in elk geval voor de Belgische handel in sperma al strenge kwaliteitsnormen uitvaardigen?