Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-10097

van Paul Magnette (PS) d.d. 15 oktober 2013

aan de minister van Werk

Dienstenchequesbedrijven - Federatie van dienstenchequesbedrijven (Unitis) - Toestand - Faillissementen - Steun - Vooruitzichten

bijkomend voordeel
faillissement
officiële statistiek

Chronologie

15/10/2013Verzending vraag
23/1/2014Antwoord

Vraag nr. 5-10097 d.d. 15 oktober 2013 : (Vraag gesteld in het Frans)

De toestand in de sector van de dienstenchequesbedrijven, die 2700 bedrijven telt en zowat 130 000 mensen in België tewerkstelt (hetzij 4,3 % van de loonarbeid) is zorgwekkend.

In 2011 werden 29 faillissementen geteld, in 2012 liep dat cijfer op tot 64. Volgens sommigen zou die tendens nog toenemen, vermits in het eerste trimester van 2013 al meer dan 100 bedrijven failliet zouden zijn verklaard.

De dienstenchequesbedrijven hebben onlangs aangekondigd dat ze zich gaan verenigen in een nieuwe beroepsfederatie: Unitis.

1) Werden er al contacten gelegd met Unitis? Zo ja, heeft de minister zich al samen met hen kunnen buigen over hun analyse van de toestand en de vooruitzichten voor hun sector?

2) Kan de minister de evolutie van het aantal bedrijven in die sector toelichten sedert 2011 en aangeven hoeveel bedrijven failliet gingen en hoeveel nieuwe bedrijven er zijn ontstaan, in het bijzonder tijdens het tweede semester van 2013?

3) Wat is de evolutie van het aantal dienstencheques die door de gebruikers werden besteld gedurende diezelfde periode?

4) Kan de minister ook de evolutie schetsen van de tewerkstelling met dienstencheques voor de voorbije vijf jaar, wat het volume betreft en de in- en uitstroom van werknemers?

5) Hoeveel procent van de werknemers hebben hun werk met dienstencheques verloren na een faillissement en vonden binnen de zes maanden een nieuwe job in een andere structuur?

6) Hoeveel procent van de dienstenchequeswerknemers volgen een opleiding?

7) Hoe schat de minister de huidige toestand en het toekomstperspectief voor deze sector in?

Antwoord ontvangen op 23 januari 2014 :

1. Mijn medewerkers hebben reeds rond de tafel gezeten met vertegenwoordigers van Unitis. Zij hebben enkele pijnpunten aangekaart. Het grootste probleem is volgens hen de dalende rentabiliteit van de dienstencheque-ondernemingen.

Gelet op de regionalisering van de materie in 2014, kunnen er evenwel geen ingrijpende wijzigingen meer doorgevoerd worden op federaal niveau. Vanaf 1 juli 2014 is het aan de regio’s om hun eigen beleid ter zake uit te tekenen.

De reglementering dienstencheques verbiedt de ondernemingen niet om bijkomende kosten aan te rekenen aan hun klanten. Ondernemingen kunnen op deze manier hun winstmarge verhogen.

2. a) Hieronder vindt u de evolutie van het aantal erkende dienstencheque-ondernemingen vanaf 2011 tot en met het derde trimester 2012, per maand en per regio:

2011

2012

2013

b) Hieronder vindt u de evolutie van het aantal aanvragen tot erkenning vanaf 2011 tot en met het derde trimester 2013, per maand en per regio:

2011

2012

2013

c) Het aantal intrekkingen van de erkenning van dienstencheque-ondernemingen wegens faillissement vanaf 2011 tot en met 31 oktober 2013:

Jaar

TOTAAL

Vlaanderen

Wallonië

Brussel

2011

30

17

8

5

2012

68

13

40

15

2013*

45

18

22

5

*tot en met 31.10.2013

3. Het aantal door de gebruikers aangekochte dienstencheques (inclusief moederschapshulp ten gunste van vrouwelijke zelfstandigen):

2011

109.101.714

2012

122.951.700

2013*

94.603.573

* tot en met 31 oktober 2013

Het aantal aan de erkende ondernemingen terugbetaalde dienstencheques (inclusief moederschapshulp ten gunste van vrouwelijke zelfstandigen):

2011

105.273.001

2012

114.378.965

2013*

100.784.207

* tot en met 31 oktober 2013

4. Evolutie van de tewerkstelling in het stelsel van de dienstencheques:


Aantal tewerkstelling

Aantal nieuwe instroom

Aantal uitstroom

2008

103.437

36.907

20.622

(entre 2007 et 2008)

2009

120.324

39.401

22.727

(entre 2008 et 2009)

2010

136.915

40.094

23.332

(entre 2009 et 2010)

2011

149.827

37.764

24.852

(entre 2010 et 2011)

Meer informatie over de in- en uitstroom kan u terugvinden in het rapport “Dienstenchequewerknemers op basis van het Datawarehouse «Arbeidsmarkt en sociale bescherming»” en de evaluatierapporten van het stelsel van de dienstencheques. Deze zijn beschikbaar via de website van de Federale Overheidsdienst (FOD) Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.

De gegevens over de in- en uitstroom in het stelsel van de dienstencheques voor 2012 zijn nog niet beschikbaar. Ik verwijs hiervoor naar het evaluatieverslag van het stelsel van de dienstencheques 2012, dat begin volgend jaar beschikbaar zal zijn.

5. Deze gegevens zijn niet beschikbaar.

6. Ik beschik niet over deze gegevens.

De federale overheid kent, via het opleidingsfonds dienstencheques, wel jaarlijks een opleidingsbudget toe aan elke erkende dienstencheque-onderneming. Een dienstencheque-onderneming kan dat bedrag ontvangen indien ze goedgekeurde opleidingen organiseert voor haar dienstenchequewerknemers.

7. Het aantal dienstencheque-ondernemingen is gedaald. Enerzijds zijn er veel minder nieuwe erkenningen dan vroeger. Dit is ongetwijfeld te wijten aan de borgsom. Elke nieuwe onderneming moet sinds dit jaar een borgsom overmaken om een erkenning te krijgen. Anderzijds zijn er ook ondernemingen die uit het systeem zijn gestapt of die hun erkenning hebben verloren omdat zij de erkenningsvoorwaarden niet hebben nageleefd.

Daarentegen is het aantal gebruikers en het aantal cheques dat voor terugbetaling wordt ingediend in 2013 nog gestegen. Het aantal erkende ondernemingen daalt dus, maar de sector blijft groeien.

Vorig jaar zijn er maatregelen genomen om de sector van de dienstencheques te professionaliseren en misbruiken tegen te gaan. Dit werkt blijkbaar nu zijn vruchten af.

Er zijn inderdaad een aantal faillissementen in de sector maar dat kan verschillende oorzaken hebben. Het aantal intrekkingen van de erkenning van dienstencheque-ondernemingen wegens faillissement is ten opzichte van vorig jaar alleszins niet toegenomen.