Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-10093

van Bart De Nijn (N-VA) d.d. 15 oktober 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen

ASTRID-dossier - Brandweer - Politie - Vertegenwoordiging - Samenwerking

ASTRID
brandbestrijding
politie
gemeentepolitie
eerste hulp
telefoon

Chronologie

15/10/2013Verzending vraag
23/1/2014Antwoord

Vraag nr. 5-10093 d.d. 15 oktober 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Hoewel brandweer en politie onder de bevoegdheid van de minister vallen, zijn er grote moeilijkheden om tot een consensus en samenwerking te komen in het ASTRID-dossier.

Dit komt enerzijds omdat politie en brandweer andere belangen hebben anderzijds omdat de brandweer bij de onderhandelingen niet verenigd is. Bovendien is er teveel wantrouwen tussen de twee hulpdiensten. ASTRID NV heeft ingenieurs om nota's op te stellen. Die worden op hun beurt gecontroleerd door ingenieurs van de politie en recent deed ook de brandweer externe aanwervingen om de nota's van ASTRID NV te laten controleren. Van schaalvoordelen en efficiëntie gesproken tussen de hulpdiensten en binnen de Federale Overheidsdienst!

De verschillende belangen komen bijvoorbeeld tot uiting in een ongelijke frequentie van oproepen of de nood aan geheimhouding. De brandweer heeft veel pieken en dalen en moet geen informatie geheimhouden. De oproepen bij de politie zijn daarentegen constant en er moet veel informatie geheim worden houden. Hieruit kan men besluiten dat bijvoorbeeld andere software nodig is voor de dispatching.

Experten binnen de brandweer menen dat de FOD Binnenlandse Zaken te politioneel bestuurd wordt omdat het hen aan federale leiding ontbreekt. De brandweer heeft wel een directeur-generaal, maar hij leidt enkel de administratie en heeft weinig operationele kennis. Door de versnippering binnen de brandweer en doordat brandweercommandanten in grote mate autonoom zijn, hebben ze andere eisen. Die kunnen niet allemaal in rekening gebracht worden.

Graag kreeg ik een antwoord op volgende vragen :

1) Erkent de minister het probleem van andere belangen van brandweer en politie in het ASTRID-dossier, het wantrouwen tussen de twee hulpdiensten en het probleem van de vertegenwoordiging van de brandweer? Zo ja, welke maatregelen zal zij nemen om deze problemen weg te werken en brandweer en politie beter te laten samenwerken? Zo nee, hoe ziet zij de algemene en specifieke samenwerking tussen brandweer en politie in het ASTRID-dossier?

2) Vindt de minister dat er nood is aan een eenduidig standpunt van de brandweer met betrekking tot het ASTRID-dossier en de manier waarop call-taking en dispatching georganiseerd moet worden?

3) Waar politie en medische wereld relatief tevreden waren over ASTRID (mits enige aanpassingen weliswaar), was de brandweer dit niet. Vanuit de politie vraagt men zich af of u het nieuwe actieplan HC 112/100 onder druk van de brandweer hebt opgesteld en of u weldra nieuwe software zal voorstellen. Kloppen deze beweringen?

Antwoord ontvangen op 23 januari 2014 :

1. Er zijn bij mijn weten geen externe aanwervingen gedaan door de brandweer om nota’s van NV ASTRID te controleren.

NV ASTRID heeft zich ingezet om aan alle behoeften te voorzien. Ondertussen is het duidelijk dat de politionele diensten tevreden zijn, maar dat er nog heel wat openstaande punten zijn om te kunnen voldoen aan de specifieke behoeften van de brandweer en de medische diensten en dat deze niet snel ingevuld kunnen worden. De noden van de medische hulpdiensten en de brandweer zijn erg verschillend van deze van de politie. Er zijn andere behoeften met betrekking tot de lokalisatie, de snelste adequate hulp, de alarmering,…

Het voorzien actieplan probeert de problemen voor de brandweer en de medische diensten op te lossen maar mijn diensten willen er ook over waken dat daarvoor geen stappen achteruit gezet moeten worden op de service voor de politie.

Op langere termijn beseffen mijn diensten dat de CAD-technologie in een vergevorderde staat van complexiteit is en het moeilijk is om voor alle partijen een adequate service te bezorgen. Een compromis waarin alle partijen zich vinden is op dit ogenblik niet mogelijk. Dit zal dus nog een aantal strategische beslissingen vragen.

2. Ja, ik vind het belangrijk dat de brandweer met een eenduidig standpunt naar voor kan komen. De twee brandweerfederaties zijn daarom via interne werkgroepen bezig om tot eenduidige standpunten te komen. Mijn diensten worden hierbij betrokken.

3. Het is evident dat er vanuit de brandweer een uitdrukkelijke wens en nood is om oplossingen en beterschap te krijgen met betrekking tot de openstaande problemen. De vraag naar oplossingen en de berichten over gebrekkig functioneren van de CAD-technologie van ASTRID komt echter niet alleen van de brandweer, maar voor een groot deel ook van de operatoren in de Hulpcentra 112 zelf. Zij zijn eisende en vragende partij om de verbeteringen die omvat zijn in het actieplan te realiseren. Ik wil er voor zorgen dat alle operatoren snel, correct en gegarandeerd zonder uitval kunnen werken. De feiten bewijzen dat er hiervoor op dit ogenblik niet voldoende garanties zijn.

Er is in het korte termijnactieplan geen nieuwe software voorzien. Op langere termijn kan er gepraat worden over nieuwe technologieën en software, maar dan zal dat zijn met alle betrokken partijen, inclusief NV ASTRID.