Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-997

van Olga Zrihen (PS) d.d. 19 mei 2008

aan de vice-eersteminister en minister van Werk en Gelijke Kansen

Flexizekerheid - Cijfers - Genderaspect

officiële statistiek
gelijke behandeling van man en vrouw
vrouwenarbeid
deeltijdarbeid
flexibiliteit van de arbeid
werkgelegenheidsbeleid
arbeidscontract
gendermainstreaming

Chronologie

19/5/2008Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 19/6/2008)
29/7/2008Antwoord

Vraag nr. 4-997 d.d. 19 mei 2008 : (Vraag gesteld in het Frans)

Een beleid van flexizekerheid bestaat uit de combinatie op de arbeidsmarkt van flexibiliteit voor de werkgevers met werkzekerheid voor de werknemers, anders gezegd uit de combinatie van een hoog werkgelegenheidscijfer met een solide bescherming van het inkomen van de werknemers. Het concept flexizekerheid kan voor sommigen een antwoord zijn op de huidige uitdagingen als de mondialisering, de demografische problemen als gevolg van de snelle veroudering van de bevolking en de toenemende aanwezigheid van vrouwen op de arbeidsmarkt.

Het blijkt echter dat die “verzekerde flexibiliteit” samengaat met een verhoogde herstructureringsfrequentie, een flexibiliteitsvereiste en de permanente omscholing van arbeidskrachten, en door het stijgende aanbod van deeltijds werk en/of overeenkomsten voor bepaalde duur. Iedereen weet echter dat het bijzonder moeilijk is om later opnieuw uit het systeem van dat soort overeenkomsten te geraken. De interim-jobs volgen elkaar op en het wordt steeds moeilijker om een overeenkomst voor voltijds werk te bemachtigen.

Vrouwen zouden op het Europese niveau het grootste deel van de flexibele arbeid voor rekening nemen en er zouden meer vrouwen dan mannen met een flexibel contract de arbeidsmarkt betreden.

De cijfers over deeltijdse arbeid bij vrouwen op het Belgische niveau zijn gekend: op dit ogenblik gaat het om meer dan 42% van de loontrekkenden.

Ik zou echter ook graag weten hoeveel vrouwen de arbeidsmarkt betreden met een overeenkomst voor deeltijdse arbeid en hoeveel mannen op die manier aan hun beroepsloopbaan beginnen.

Hoeveel vrouwen en hoeveel mannen betreden de arbeidsmarkt met een overeenkomst van bepaalde duur? Nog altijd in het licht van het genderaspect, hoeveel van die vrouwen krijgen een nieuwe overeenkomst voor bepaalde duur en hoeveel voor onbepaalde duur? Ik had ook graag de cijfers met betrekking tot het genderaspect in de uitzendarbeid.

Antwoord ontvangen op 29 juli 2008 :

Bijgaand vindt het geachte lid een tabel met de beschikbare gegevens over het aantal werkende, maar één jaar voordien nog werkloze, loontrekkenden in 2007, naar geslacht en type arbeidsovereenkomst. De gegevens komen uit de enquête over de Arbeidskrachten van de AD SEI.

Hieruit blijkt dat van de 132 455 in 2006 inactieve of werkloze vrouwen, die in 2007 het statuut van loontrekkende hebben verworven, 63 682 of 48,1 % dat deden via een deeltijdse arbeidsovereenkomst. Voor de mannen bedroeg dat percentage 18,3 %.

Het verschil tussen de mannen en de vrouwen is minder uitgesproken voor de werknemers die toegang vonden tot de arbeidsmarkt via een tijdelijke baan. 62 403 vrouwen tekenden een tijdelijke arbeidsovereenkomst (47,1 % van de nieuwe door vrouwen gesloten arbeidsovereenkomsten) terwijl slechts 53 198 mannen hetzelfde deden (42,2 % van de nieuwe door mannen gesloten overeenkomsten).

Wat de toegang tot de arbeidsmarkt via uitzendarbeid betreft, stellen wij vast dat 14 514 (11,5 %) vrouwen via een uitzendbureau op de arbeidsmarkt zijn gekomen, tegenover 10 618 mannen (8,0 %).

Het is daarentegen niet mogelijk via de enquête over de Arbeidskrachten uit te maken in welke mate de arbeidsovereenkomsten voor bepaalde duur worden verlengd of omgezet in arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde duur.

Aantal werkende loontrekkenden in 2007 maar die het jaar voordien nog niet werkten per geslacht en type arbeidsovereenkomst
2007Voltijds % van totaalDeeltijds % van totaalOnbepaalde duur % van totaalBepaalde duur % van totaal lUitzendarbeid % van totaalTotaal nieuwe loontrekkenden
Mannen103 03181,7 %23 00518,3 %72 83857,8 %53 19842,2 %14 51411,5 %126 036
Vrouwen68 77351,9 %63 68248,1 %70 05252,9 %62 40347,1 %10 6188,0 %132 455
Totaal171 80466,5 %86 68833,5 %142 89155,3 %115 60144,7 %25 1339,7 %258 491

Bron : AD SEI, enquête naar de Arbeidskrachten