Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-972

van Margriet Hermans (Open Vld) d.d. 14 mei 2008

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken

Extreem-rechts - Rekrutering - Interactieve games op het Internet

extreem rechts
speelautomaat
jeugdcriminaliteit
nationaal-socialisme
racisme
xenofobie
internetsite
internet
extremisme
onlinegame
digitaal spel
radicalisering

Chronologie

14/5/2008Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 12/6/2008)
4/7/2008Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-973

Vraag nr. 4-972 d.d. 14 mei 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Ik verwijs naar eerdere schriftelijke vragen vanwege Open Vld (vraag nr. 3-6494, Vragen en Antwoorden nr. 3-85, blz. 9266; en vraag nr.3-6491, Vragen en Antwoorden nr. 3-90, blz. 10539) betreffende de radicalisering van de extreemrechtse jongeren, en dit naar aanleiding van de in Nederland gepubliceerde Monitor Racisme en Extremisme van de Universiteit Leiden en de Anne Frank Stichting waarin gesteld werd dat enkele honderden extreemrechtse jongeren steeds radicaler worden. Ze vormen neonazistische groepen die een terroristisch karakter hebben. Ze roepen gelijkgestemden op om aanslagen op overheidsgebouwen te plegen of moslims en joden aan te vallen. Ook in ons land zijn er aanwijzingen dat alvast één extreemrechtse nazi-organisatie, Bloed Bodem Eer en Trouw (BBET), aanslagen plande.

Justitieel ingrijpen tegen racistische uitingen op internet blijft in ons land systematisch uit. Op websites kunnen de radicale extreemrechtse jongeren hun boodschappen openlijk verkondigen. Ook tijdens demonstraties wordt niet opgetreden als racistische leuzen worden gescandeerd, stelde het onderzoek bezorgd vast.

Onderzoek van de Radboud Universiteit Nijmegen wijst uit dat het absoluut nodig is racisten en haatzaaiers voortvarender te vervolgen, zeker omdat het internet steeds meer wordt gebruikt als vrijplaats voor uitingen van haat.

Extreem rechts probeert trouwens heden via online computerspelletjes jongeren te rekruteren. Vele jongeren spelen op het internet met interactieve shootergames. Het gaat onder meer om het spel “Battlefield 2”. Men kan zich bij deze interactieve spelletjes aansluiten bij spelgroepen. Eén van de ploegen die zich rond dit spel opzette heeft een eigen IDF server die als dekmantel dient voor een groep neonazi’s.

Voor de duidelijkheid: de spelletjesontwerper zelf heeft hier niets mee te maken. Wel nodigen neonazi’s via populaire spelletjes zoals “Battlefield” jongeren uit om zich bij hen te voegen. Er ontstaat als het ware een virtuele leefwereld waar neonazi’s ongebreideld jongeren kunnen rekruteren onder de dekmantel van een spelersgroep rond een populaire game. De spelersgroep bepleit apartheidsystemen en deze organisaties stellen expliciet zich voor te bereiden op de etnische strijd die volgens hen komende is.

Via IDF leiden linken naar een extremistische groepering uit Charleroi en in Rijsel, waar een groep zegt te strijden voor een onafhankelijk Vlaanderen. Op sommige spelfora worden de nazi’s bewierookt.

Het observatorium van extreem-rechts bevestigde dit bij monde van de heer Abramowicz.

Graag had ik dan ook een antwoord gekregen op de volgende vragen:

1. Zijn de onderzoeksresultaten uit Nederland ook van toepassing voor België? Met andere woorden: klopt de stelling dat strafbare uitingen van racisme en het aanzetten tot haat amper worden vervolgd? Zo neen, kan u dit uitvoerig toelichten. Zo ja, quid?

2. Hoe staat de geachte minister als beleidsmaker ten opzichte van de nieuwe rekruteringswijze van extreem-rechts?

3. De regering heeft onlangs de Federal Computer Crime Unit verder versterkt, onder meer met het oog op de bestrijding van extreem-rechts op het internet. Werden hier reeds concrete resultaten gehaald?

4. Is hij bereid de extreemrechtse sites te onderzoeken die zich organiseren rond bepaalde videospelletjes? Kan dit concreet worden toegelicht, meer in het bijzonder wie welk onderzoek gaat doen?

5. Is het niet aangewezen een bijzondere magistraat aan te duiden die als takenpakket het aanzetten tot haat en racisme alsook het rekruteren vanwege extreem-rechts via het internet zal hebben?

6. Is hij bereid hieromtrent bijzondere richtlijnen uit te vaardigen gezien de perverse rekruteringswijze en de radicalisering van extreem rechtse bewegingen?

7. Is hij bereid samen met de spelletjesontwerpers en samen met de internet providers deze rekruteringswijze via games te bannen? Zo ja, wanneer start hij het overleg? Zo neen, waarom niet en welke andere maatregelen gaat hij treffen?

Antwoord ontvangen op 4 juli 2008 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op haar vragen.

1. Het antwoord op deze vraag komt toe aan mijn collega, de minister van Justitie, de heer Vandeurzen (schriftelijke vraag nr. 4-971).

2. Alle vormen van rekrutering en radicalisering moeten maximaal vermeden worden. Daarom heeft het ministerieel Comité voor inlichting en veiligheid het « Actieplan Radicalisme » in het leven geroepen, dat zich toespitst op alle vormen van radicalisering.

3. Binnen het « plan radicalisme » is de centrale dienst Terrorisme en Sekten piloot, in nauwe samenwerking met de FCCU, wat betreft het luik « internet ». Er werden reeds bepaalde resultaten geboekt op het vlak van informatie-inwinning en op het vlak van steun aan gerechtelijke dossiers. Voor het gerechtelijke luik verwijs ik u evenwel door naar de minister van Justitie.

4. De centrale dienst Terrorisme en Sekten volgt maximaal de websites op die interessant zijn voor België, inclusief de websites van extreemrechtse groeperingen. Het is aan de magistratuur om nadien geval per geval een onderzoekseenheid aan te duiden.

5. Het antwoord op deze vraag komt toe aan mijn collega, de minister van Justitie, de heer Vandeurzen.

6. De vooruitgang van het plan radicalisme wordt van nabij opgevolgd door het College voor inlichting en veiligheid, dat op zijn beurt het ministerieel Comité inlicht. De Nationale Taskforce Radicalisme dient op geregelde tijdstippen verslag uit te brengen bij het College.

7. De privaat-publieke samenwerking inzake terrorisme en extremisme heeft tijdens de vorige legislatuur al vruchten afgeworpen. Ook de piste die u aanreikt zou kunnen worden onderzocht door de « subwerkgroep terrorisme » van het « overlegplatform bedrijfsbeveiliging » tussen de federale overheid en het Verbond van Belgische Ondernemingen. Het is mijn voornemen om op grond van de nieuwe Kadernota Integrale Veiligheid deze publiek-private samenwerking verder uit te bouwen in de toekomst.