Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-970

van Margriet Hermans (Open Vld) d.d. 14 mei 2008

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken

Internet - Extreem-rechts - Blood and Honour - Bedreigingen

internet
extreem rechts
jeugdcriminaliteit
nationaal-socialisme
racisme
xenofobie
internetsite
extremisme
radicalisering

Chronologie

14/5/2008Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 12/6/2008)
4/7/2008Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-971

Vraag nr. 4-970 d.d. 14 mei 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Ik verwijs naar eerdere schriftelijke vragen vanwege Open Vld (vraag nr. 3-6494, Vragen en Antwoorden nr. 3-85, blz. 9266 en vraag nr. 3-6491, Vragen en Antwoorden nr. 3-90, blz. 10539) betreffende de radicalisering van de extreemrechtse jongeren alsook mijn eerdere schriftelijke vragen omtrent extreem-rechts en het internet.

Nederlandse extreem rechtse jongeren vormen neonazistische groepen die een terroristisch karakter krijgen. Ze roepen gelijkgestemden op om aanslagen op overheidsgebouwen te plegen of moslims en joden aan te vallen.

Ook in ons land zijn er aanwijzingen dat alvast één extreemrechtse nazi-organisatie, Bloed Bodem Eer en Trouw (BBET), aanslagen plande.

Op websites kunnen de radicale extreemrechtse jongeren nog steeds hun boodschappen openlijk verkondigen.

Onderzoek van de Radboud Universiteit Nijmegen wijst uit dat het absoluut nodig is racisten en haatzaaiers voortvarender te vervolgen, zeker omdat het internet steeds meer wordt gebruikt als vrijplaats voor uitingen van haat.

Ook op http://www.youtube.com vindt men diverse filmpjes van extreem rechts, zie bijvoorbeeld: http://youtube.com/watch? v=p3O-hsKwI5c&feature=related.

Sommige filmpjes op YouTube van sympathisanten van Blood and Honour hebben tot 110 000 bezoekers.

Vreemd genoeg is ook “Blood and Honour Vlaanderen” terug actief op het web en dit ondanks de terreurdreiging van enkele leden in 2007. Men vindt ze terug op volgende webstek: http://www.bhvlaanderen.com/frameset/vlaams/index.htm.

Zoals hoger aangegeven wilde BBET aanslagen plegen in ons land en zij hadden de beschikking over een zeer aanzienlijk wapenarsenaal. Deze groep was direct gelieerd aan “Blood and Honour Vlaanderen”. Toch mag deze laatste beweging nog steeds rekruteren via het Internet.

Graag geef ik u volgende boodschap mee die bij Blood and Honour verschijnt op de homepage: “They thought we were gone and the resistance was no more. They were wrong! They believe we are low in numbers and not ready for action. We will show them wrong”. Naast deze tekst verschijnt er een revolver. Gezien de arrestaties in 2007 van diverse leden die aanslagen beraamden is deze tekst die een rechtstreekse bedreiging uitmaakt meer dan zorgwekkend.

Graag had ik dan ook een antwoord gekregen op de volgende vragen:

1. Hoe reageert de geachte minister op de vaststelling dat “Blood and Honour Vlaanderen” terug actief is op het internet en gegeven de vaststelling dat diverse leden van deze organisatie op het punt stonden in 2007 terroristische aanslagen te plegen tegen Belgische doelwitten?

2. Wist hij dat “Blood and Honour Vlaanderen” terug actief is via het internet en zo ja, sinds wanneer? Sinds wanneer werd er actie ondernomen?

3. Hoe reageert hij op de volgende duidelijke dreiging die op de homepage van Blood and Honour, namelijk: “They thought we were gone and the resistance was no more … They were wrong! They believe we are low in numbers and not ready for action. We will show them wrong.”? Wordt hiertegen opgetreden? Zo ja, hoe? Zo neen, waarom niet?

4. Is hij het met mij eens dat Blood and Honour en andere organisaties van het internet moeten worden geweerd, gezien hun rechtstreekse banden met personen die aanslagen beraamden jegens de Belgische Staat alsook gezien het duidelijk extreem rechts karakter van deze organisatie? Zo neen, waarom niet? Zo ja, hoe gaat dit concreet worden bewerkstelligd?

5. Heeft hij weet van andere extreemrechtse organisaties in ons land die actief zijn op het internet en wordt ook hier tegen deze sites opgetreden?

6. Acht hij het niet aangewezen om contact op te nemen met YouTube om hen ertoe aan te sporen de extreemrechtse propaganda van hun site te halen? Zo ja, kan hij dit toelichten? Zo neen, waarom niet?

7. Welke andere stappen gaat hij nemen op niveau van de Europese Unie om de extreemrechtse propaganda op het internet te weren? Kan dit uitvoerig worden toegelicht?

Antwoord ontvangen op 4 juli 2008 :

1 tot en met 3. Het staat vast dat dergelijke extremistische groeperingen actief zijn op ons grondgebied. In het raam van het « plan radicalisme » is de centrale dienst Terrorisme en Sekten piloot voor de « as internet » en zij probeert in de mate van het mogelijke het internet te monitoren naar informatie die van belang is voor de openbare orde, of met het oog op het vaststellen strafbare inbreuken die kaderen binnen de doelstelling van het plan radicalisme. Telkens zij op relevante informatie stuit maakt zij dit ofwel over aan de gerechtelijke autoriteiten met het oog op vervolging, hetzij aan OCAD, de coördinator van het « plan radicalisme » met het oog op andere maatregelen die moeten worden voorgesteld aan het College voor inlichting en veiligheid.

De politie wint informatie in over de groeperingen die een gevaar betekenen voor de openbare orde. Zij doet dit zowel op het terrein, als via open bronnen. Als dergelijke informatie relevant is voor het nemen van bestuurlijke maatregelen bereikt zij de minister van Binnenlandse Zaken, maar het is duidelijk dat men daarbij steeds de regels van de democratische Rechtsstaat dient te volgen. Anderzijds zullen alle mogelijke begeleidende maatregelen worden getroffen om verstoringen van de openbare rust maximaal in te perken.

4. Strafbare feiten kunnen vervolgd worden, ook als deze plaatsvinden op het internet. Het weren van een website van het internet blijkt een zeer moeilijke opdracht te zijn omwille van het internationaal karakter van dit netwerk en omdat de ervaring ons leert dat websites snel weer kunnen opduiken via een andere server. Een daadwerkelijk verbod van extremistische groeperingen ten slotte vereist een wettelijk initiatief, waartoe ik in het verleden reeds het parlement heb opgeroepen. Het ware wenselijk mocht de strafrechter over de mogelijkheid kunnen beschikken om bepaalde groeperingen buiten de wet te stellen, bij wijze van bijkomende straf.

5. De diensten streven ernaar om de groeperingen die met een bijzondere aandacht dienen te worden gevolgd in het belang van de openbare orde, eveneens te volgen op het internet. Op deze wijze wordt de nodige synergie bereikt tussen de as « groeperingen » en de as « internet » van het « Actieplan Radicalisme ».

6. De privaat-publieke samenwerking inzake terrorisme en extremisme heeft tijdens de vorige legislatuur al vruchten afgeworpen. Ook de piste die u aanreikt zou kunnen worden onderzocht door de « subwerkgroep terrorisme » van het « overlegplatform bedrijfsbeveiliging » tussen de federale overheid en het Verbond van Belgische Ondernemingen. Het is mijn voornemen om op grond van de nieuwe Kadernota Integrale Veiligheid deze publiek-private samenwerking verder uit te bouwen in de toekomst.

7. Op Europees niveau is radicalisme via het internet reeds langer een prioriteit, hierin overigens actief ondersteund door ons land. De Europese commissie maakt thans een studie over de juridische mogelijkheden die er nu reeds zijn en waar er zich nog lacunes bevinden.