Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-965

van Margriet Hermans (Open Vld) d.d. 14 mei 2008

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Legbatterijen - Verrijkte kooien - Verbod

ei
leghen
intensieve fokkerij
welzijn van dieren
pluimveehouderij op de grond
pluimvee

Chronologie

14/5/2008Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 12/6/2008)
14/7/2008Antwoord

Vraag nr. 4-965 d.d. 14 mei 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Op 18 april 2008 maakte het Nederlandse kabinet bekend dat het na het verbod van legbatterijen voor kippen ook de verrijkte kooien in de ban doet. Deze kooien zijn op papier iets leefbaarder dan de oorspronkelijke kooien voor legbatterijen.

Belangrijk is dat Nederland hiermee vooruit loopt op Europese regels waardoor kippen straks alleen nog in een voličre mogen worden gestopt. Wel voorziet de nieuwe regeling een overgangsregeling voor de legkiphouders die al een verrijkte kooi hebben gezien hun investering anders eensklaps teniet gaat.

In een zogenaamde verrijkte kooi heeft een legkip 750 cm2 plaats waarvan 600 cm2 bruikbare ruimte is. De legkip heeft dus minder dan een A4 om in te leven. Een richtlijn van de Europese Unie, die door alle bedrijven moet worden nageleefd, verbiedt vanaf 2012 de traditionele legbatterijen.

Maar haast alle normale gedragingen van de kip vereisen aanzienlijk meer ruimte dan de voorziene 600 cm2. De gemiddelde ruimte gebruikt door hennen om in hun basisbehoeften te voorzien is 475 cm2 tot 1 876 cm2. De hoogst vastgestelde ruimte is 2 606 cm2.

De ruimte en voorzieningen in “verrijkte” kooien zijn zo onaangepast, dat dit systeem de hennen berooft van het vermogen om op een zinvolle manier natuurlijke gedragingen te vervullen. Dit leidt tot abnormale gedragingen, frustratie, lijden en lichaamsdegeneratie.

Alleen vrije uitloop en voličres bieden het potentieel voor hoge welzijnsnormen. Het alternatief systeem omhelst open plateaus (maximum vier niveaus) waarbij de kippen zich vrij van het ene naar het andere niveau kunnen begeven. Mogelijk kan dit gecombineerd worden met vrije uitloop.

In het koninklijk besluit van 17 oktober 2005 tot vaststelling van de minimumnormen voor de bescherming van legkippen staat het volgende: “Vanuit het oogpunt dierenwelzijn, lijkt het alternatief systeem te verkiezen boven het systeem van de verrijkte kooien. Er zijn op dit ogenblik echter te weinig objectieve gegevens beschikbaar om een beslissing te nemen inzake de wijze waarop de richtlijn op lange termijn zal omgezet worden in nationaal recht, met name een letterlijke omzetting of een afwijking hiervan, hetzij door een beperking tot het alternatief systeem, hetzij door een verstrenging van de normen voor verrijkte kooien. Met het oog op het vergaren van de noodzakelijke objectieve gegevens, werd in februari 2005 een studie opgestart, waarbij een vergelijking wordt gemaakt tussen het verrijkte kooi systeem en het alternatieve systeem.”

Heden schaart ook de Nederlandse regering zich achter dit standpunt. Wij kunnen niet achterblijven. Op 17 oktober 2005 werd via het hierboven vermeld koninklijk besluit de ergste vorm van legbatterijen verboden. De verrijkte kooien daarentegen zijn in ons land nog steeds de norm.

Graag had ik dan ook een antwoord gekregen op de volgende vragen:

1) De studie naar het alternatief voličresysteem zou achttien maanden duren en zou dus heden klaar zijn. Wat zijn de belangrijkste resultaten van deze studie en kan de geachte minister deze uitvoerig toelichten?

2) Hoe staat zij ten opzichte van het besluit van de Nederlandse regering om de verrijkte legbatterijen af te schaffen? Kan zij haar standpunt uitvoerig toelichten?

3) Is zij bereid de verrijkte kooien af te schaffen en zo ja, tegen wanneer? Zo neen, waarom niet?

4) Is zij bereid de normen voor de verrijkte kooien te verbeteren in het kader van dierenwelzijn en zo ja, welke nieuwe normen zou u opleggen?

5) Gaat zij hieromtrent nog andere maatregelen treffen? Zo ja, de welke?

Antwoord ontvangen op 14 juli 2008 :

1. De studie « Vergelijking van verrijkte kooien versus alternatieve huisvestingssystemen voor leghennen met betrekking tot sanitaire status en dierenwelzijn » werd in 2006 afgerond. Uit de resultaten blijkt dat niet-kooisystemen beter presteren dan verrijkte kooien met betrekking tot gedragsmogelijkheden. Kippen in niet-kooisystemen scharrelen en lopen meer en maken meer gebruik van de zitstokken, terwijl kippen in verrijkte kooien meer staan en op de grond zitten. Er is geen verschil in stofbaden, gedrag en verenpikken (waarbij de kippen de eigen veren uitrukken) tussen de twee systemen waarmee het pluimvee gehouden wordt. Kippen in niet-kooisystemen zijn minder bang dan kippen in verrijkte kooien. Verder hebben kippen in niet-kooisystemen sterkere vleugelen borstbeenderen dan kippen in verrijkte kooien. Er is geen verschil in de sterkte van de loopbeenderen. Het voorkomen van vogelmijten verschilt niet tussen de huisvestingssystemen. In verrijkte kooien is de sterfte lager dan in niet-kooisystemen. Ook zijn er in verrijkte kooien minder kippen met breuken in het borstbeen en zijn deze breuken minder ernstig dan in niet-kooisystemen. Verder is de stofconcentratie in de lucht lager in verrijkte kooien dan in niet-kooisystemen. De verrijkte kooien hebben minder aërobe bacteriën (die zich in de omgevingslucht kunnen ontwikkelen) in de stallucht en op de eischaal. Het aantal Enterobacteriaceae in de stallucht en op de eischaal is niet significant verschillend tussen de beide huisvestingsvormen. Wat de algemene aanwezigheid van vuil op de eischaal betreft wordt geen verschil vastgesteld tussen de niet-kooisystemen en de verrijkte kooien. Het verzamelen van meer data over het voorkomen van breuken in de beide systemen is aangewezen. Wanneer alle gemeten welzijnsindicatoren gecombineerd worden in een algemene welzijnsscore, blijkt dat de niet-kooisystemen beter scoorden voor welzijn dan de verrijkte kooien, doch dit verschil is volgens de onderzoekers niet-significant. Beide systemen hebben duidelijk voor- en nadelen.

2 tot 5. Mijn voorganger heeft een evaluatiecommissie aangesteld die zich momenteel buigt over de resultaten van deze studie en van een economische studie. Deze evaluatiecommissie bestaat uit dierenbeschermers, mensen uit de pluimveesector en wetenschappers. Ze zal advies uitbrengen voor 2010. Dit advies kan bestaan uit het behouden van de huidige wetgeving, een beperking tot het alternatieve systeem of een verstrenging van de normen voor de verrijkte kooi. Voor een eventuele aanpassing van de wetgeving is het akkoord van de Gewestregeringen vereist. Als die aanpassing er komt, zal ze pas in werking treden vijftien jaar na publicatie in het Belgisch Staatsblad, om zodoende de kippenhouders de kans te geven hun investeringen af te schrijven.