Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-954

van Paul Wille (Open Vld) d.d. 9 mei 2008

aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking

Afghanistan - Prijsstijging tarwe - Destabilisatie

Afghanistan
tarwe
prijsstijging
consumptieprijs
prijs van levensmiddelen
Pakistan
uitvoerbeperking
voedingsproduct
voedselschaarste

Chronologie

9/5/2008Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 12/6/2008)
13/6/2008Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-952
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-953

Vraag nr. 4-954 d.d. 9 mei 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De laatste maand is de prijs van tarwe verdubbeld in Afghanistan.

De prijs van 50 kg bloem is gestegen van 700 Afghanis (lokale munteenheid) in het begin van het jaar naar 1 250 Afghanis begin april 2008 en 2 500 Afghanis of 50 dollar begin mei 2008.

De maandelijkse behoefte aan tarwe voor een gemiddeld Afghaans gezin kost heden even veel als het totale loon van de meeste ambtenaren.

Deze stijgingen vallen niet enkel te verklaren door de gestegen prijs op de internationale markten, doch veeleer door specifieke lokale omstandigheden. Het land heeft geen aanvoerroute via de zee, het is een dorre regio waar weinig groeit en het is hoofdzakelijk afhankelijk van de import van voedsel uit Pakistan.

Pakistan heeft een exportverbod opgelegd op tarwe tengevolge de prijsstijgingen in eigen land.

Verder is de staat van de wegen in Afghanistan dermate slecht dat de transportkosten hoog oplopen. De Verenigde Naties (VN) proberen heden Pakistan te overtuigen om hun tarwe te verkopen aan de VN World Food Programme (WFP) en de Afghaanse regering om aldus een zeer ernstige crisis af te wenden.

Het hoeft immers geen betoog dat deze voedselschaarste kan leiden tot een zware destabilisatie van de Afghaanse regering. Nu reeds breken her en der kleine demonstraties uit en de Taliban zullen hier ongetwijfeld munt uit slaan.

Graag had ik volgende vragen gesteld:

1) Hoe reageert de geachte minister op de gestegen voedselprijzen in Afghanistan tengevolge onder meer van exportverbod van Pakistan wat betreft tarwe?

2) Welke inspanningen doet ons land heden om het exportverbod vanwege Pakistan van tarwe ten aanzien van Afghanistan te laten opheffen? Is hij bereid dit aan te kaarten op de internationale fora en in bilateraal overleg en kan hij zijn standpunt toelichten?

3) Kan hij aangeven in hoeverre de gestegen voedselprijzen een impact hebben op de veiligheidssituatie van onze troepen en kan ons leger helpen bij het organiseren van voedseltransporten naar afgelegen gebieden? Graag uitvoerige toelichting.

4) Welke inspanningen doet ons land heden inzake voedselhulp aan Afghanistan? Kan hij dit uitvoerig toelichten en concrete cijfers geven voor de jaren 2007 en 2008?

5) Welke bijkomende inspanningen kan ons land doen om de bevolking van Afghanistan te helpen?

6) Deelt hij het standpunt dat werkelijke structurele steun op de langere termijn ook de opbouw van alternatieve inkomstenbronnen moet behelzen?

7) Welke middelen worden uitgetrokken voor de opbouw van alternatieve agrarische productie in Afghanistan?

Antwoord ontvangen op 13 juni 2008 :

1. De prijsstijging van levensmiddelen waarmee Afghanistan de jongste maanden geconfronteerd werd, is inderdaad zeer zorgwekkend. Een groot aantal landen wereldwijd heeft hiermee af te rekenen, maar voor Afghanistan is het nog erger omdat het land dat na nagenoeg dertig jaar oorlog weer wordt opgebouwd, over vrij weinig middelen beschikt. De inkomsten uit de legale export liggen momenteel zeer laag.

2. Pakistan is een soeverein land en het is niet makkelijk van buitenaf invloed uit te oefenen op de besluitvorming van de politieke leiders. Daarnaast is het zo dat Pakistan als gevolg van een ernstige voedselschaarste besliste de export van tarwe te verbieden. Je kan het een land moeilijk kwalijk nemen dat het maatregelen neemt om de voedselbevoorrading van zijn bevolking zeker te stellen.

3. Het valt niet uit te sluiten dat de voedselschaarste tot onlusten leidt. Ik denk niet dat zulks een grote impact zou hebben op de veiligheid van onze manschappen in Afghanistan. Deze moeten hoe dan ook nu al een aantal voorzorgsmaatregelen nemen met het oog op hun veiligheid. In het kader van de internationale door de NAVO gecoördineerde veiligheidsmacht (ISAF) krijgen onze manschappen precieze taken toegewezen die moeilijk kunnen worden onderbroken (met name de beveiliging en het beheer van de luchthaven van Kabul). Het is mijns inziens onmogelijk deze soldaten in te zetten voor de distributie van voedselhulp. Het is hoe dan ook de NAVO die terzake een beslissing moet nemen. Mijn ambtgenoot van Defensie, aan wie u dezelfde vraag voorlegt, zal ongetwijfeld een preciezer antwoord kunnen verstrekken op deze vraag (schriftelijke vraag nr. 4-954).