Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-929

van Geert Lambert (sp.a+Vl.Pro) d.d. 5 mei 2008

aan de minister van Klimaat en Energie

Illegaal gekapt hout - Bestrijding - Europees wetgevingsinitiatief

ontbossing
zwarte handel
houtproduct
bosbescherming
biodiversiteit
duurzame ontwikkeling
invoerbeperking
opwarming van het klimaat

Chronologie

5/5/2008Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 5/6/2008)
10/6/2008Antwoord

Vraag nr. 4-929 d.d. 5 mei 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De wereldwijde ontbossing bedraagt 13 miljoen hectare per jaar en vormt de op twee na grootste bron van broeikasemissies. Illegale houtkap is niet alleen een essentieel element van de ontbossing in ontwikkelingslanden, maar komt ook in aanzienlijke mate in Europa, met name in Midden- en Oost-Europa, voor.

Illegale houtkap en de ermee verband houdende handel leiden tot een extreem verlies aan biodiversiteit, tot erosie, tot ondermijning van het bestaan van lokale gemeenschappen, dragen bij tot klimaatverandering en kosten de houtproducerende landen 10 à 15 miljoen euro per jaar.

Daar de vrijwillige partnerschapsovereenkomsten in het kader van het EU Action Plan for Forest Law Enforcement Governance and Trade (FLEGT) ontoereikend zijn gebleken om de invoer van illegaal in derde landen gekapt hout te voorkomen en niet van toepassing zijn op illegaal in de Europese Unie, op het grondgebied van de Lidstaten gekapt hout, is het aangewezen dat de Europese Commissie een wetgevingsvoorstel indient dat voorschrijft dat alleen legaal gekapt hout en houtproducten op de EU-markt mogen worden gebracht. Om haar doel te bereiken zou deze wetgeving moeten voldoen aan de volgende eisen:

– artikel 175 (Milieu) van het EG-Verdrag gebruiken als rechtsgrondslag;

– een standaarddefinitie van illegale houtkap ontwikkelen die duurzaam bosbeheer ondersteunt;

– de wetgeving van toepassing maken op alle houtproducten;

– de bewijslast bij de ondernemingen leggen;

– standaardeisen met betrekking tot traceerbaarheid en verificatieprocedures invoeren;

– voor duidelijke en niet-discriminerende uitvoering en betrouwbare controlemechanismen zorgen.

Graag vernam in van de geachte minister of hij bij de Europese Commissie en zijn collega’s in de Raad zal aandringen op een dergelijk Europees wetgevingsvoorstel.

Antwoord ontvangen op 10 juni 2008 :

Zoals u terecht vermeldt, is illegale houtkap en de gerelateerde handel in illegale houtproducten één van de belangrijkste oorzaken van de wereldwijde bosdegradatie en ontbossing en leidt bijgevolg tot een ernstig verlies aan biodiversiteit en een belangrijke uitstoot van broeikasgassen. Bovendien zijn wereldwijd miljoenen mensen afhankelijk van bossen voor hun levensonderhoud en loopt het inkomensverlies voor houtproducerende ontwikkelingslanden, volgens de Wereldbank, op tot 15 miljard dollar per jaar. Recent onderzoek van het WWF heeft aangetoond dat illegale houtkap niet enkel een probleem is in de tropische houtproducerende landen, maar ook binnen de grenzen van de Europese Unie (EU).

Wij zijn ervan overtuigd dat het opzetten van vrijwillige partnerschapsakkoorden in het kader van het EU-actieplan voor wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw (FLEGT) een eerste element is in de strijd tegen de illegale houtkap, maar er moeten nog bijkomende maatregelen worden genomen. Via deze partnerschapsakkoorden met exporterende landen tracht de EU een traceringsysteem voor houtproducten op poten te zetten waardoor uit die landen enkel houtproducten van legale oorsprong de EU mogen binnenkomen. Op dit ogenblik zijn er onderhandelingen lopende met Maleisië, Indonesië, Ghana en Kameroen. De Belgische Ontwikkelingssamenwerking zal bijdragen aan de voorbereidingen van FLEGT in de Democratische Republiek Congo (DRC) via de financiering van een expert ter plaatse. Gezien het belang van deze vrijwillige partnerschapsakkoorden zullen wij de Europese Commissie aansporen haar inspanningen op dit terrein op te drijven en het aantal onderhandelingspartners uit te bereiden. Daarnaast zijn onze diensten betrokken bij de inhoudelijke voorbereidingen van deze partnerschapsakkoorden, wat ons de mogelijkheid biedt om toe te zien op kwaliteit van de op te zetten traceringsystemen.

Daar de doeltreffendheid van deze bilaterale initiatieven vooralsnog onduidelijk is en de geografische spreiding beperkt is, zijn wij van mening dat ook andere beleidsinstrumenten in de strijd tegen illegale houtkap moeten worden uitgewerkt. Sinds de goedkeuring van het EU-FLEGT actieplan in 2003 is België een sterke voorstander van de ontwikkeling van een wetgevend instrument op Europees niveau dat de handel in illegale houtproducten binnen de Europese Unie aan banden moet leggen. Heden dringen wij er bij de Europese Commissie op aan om een voorstel van Europese wetgeving uit te werken die het strafbaar maakt om illegale houtproducten op de Europese markt te plaatsen. Een dergelijk wetgevend instrument moet in de eerste plaats effectief en afdwingbaar zijn en geen bijkomende handelsbelemmeringen creëren. Bovendien achten we dit instrument een noodzakelijke aanvulling voor een succesvolle onderhandeling van de FLEGT vrijwillige partnerschapsakkoorden.

De Europese Commissie heeft beloofd om op korte termijn een voostel van Europese wetgeving op tafel te leggen, alsook een uitgebreide impact analyse. Wij zullen tijdens de analyse van dit voorstel de door u geformuleerde vereisten mee opnemen. Zo delen wij onder meer de mening dat artikel 175 van het EG-Verdrag moet gebruikt worden als rechtsgrondslag, dat een duidelijke definitie van illegale houtkap moet voortbouwen op de FLEGT-definitie en dat de bewijslast ondernemingen toekomt.

Tot slot zullen wij niet nalaten de strijd tegen illegale houtkap en de gerelateerde handel in illegale houtproducten hoog op de agenda te plaatsen van diverse Europese en internationale fora.

Het Franse voorzitterschap, dat van start gaat op 1 juli 2008, zal op initiatief van de minister van Duurzame Ontwikkeling, het dossier op de agenda plaatsen.