Kinesitherapie - Uitgaven
paramedisch beroep
officiële statistiek
geografische spreiding
kosten voor gezondheidszorg
7/4/2008 | Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/5/2008) |
3/7/2008 | Antwoord |
In de Artsenkrant van 28 maart 2008 kunnen we lezen dat er qua kinesitherapie regionale verschillen aanwezig zijn in België. Dit bleek duidelijk uit een van mijn vorige schriftelijke vragen. Het is goed dat we op dat vlak over transparante cijfers beschikken, want dat is nog steeds de beste garantie om een beleid uit te tekenen dat zijn doel niet mist.
Voortbordurend op het antwoord van deze vraag, had ik nu graag een inzicht gekregen in de financiële impact van deze cijfers. Daarom had ik van de geachte minister graag een antwoord gekregen op onderstaande vragen:
1. Hoeveel bedroegen de uitgaven voor kinesitherapie in België in 2005, 2006 en 2007; zowel in absolute cijfers als in relatieve cijfers per hoofd en rekening houdend met de forfaits voor kinesitherapie in instellingen (RVT, ziekenhuizen, …)?
2. Hoeveel bedroegen de uitgaven voor kinesitherapie in België in 2005, 2006 en 2007; zowel in absolute cijfers als in relatieve cijfers per hoofd; zonder rekening te houden met de forfaits voor kinesitherapie in instellingen (RVT, ziekenhuizen, …)?
3. Hoeveel bedroegen de uitgaven voor kinesitherapie in Vlaanderen in 2005, 2006 en 2007; zowel in absolute cijfers als in relatieve cijfers per hoofd en rekening houdend met de forfaits voor kinesitherapie in instellingen (RVT, ziekenhuizen, …?
4. Hoeveel bedroegen de uitgaven voor kinesitherapie in Vlaanderen in 2005, 2006 en 2007; zowel in absolute cijfers als in relatieve cijfers per hoofd; zonder rekening te houden met de forfaits voor kinesitherapie in instellingen (RVT, ziekenhuizen, …)?
5. Hoeveel bedroegen de uitgaven voor kinesitherapie in Wallonië in 2005, 2006 en 2007; zowel in absolute cijfers als in relatieve cijfers per hoofd en rekening houdend met de forfaits voor kinesitherapie in instellingen (RVT, ziekenhuizen, …)?
6. Hoeveel bedroegen de uitgaven voor kinesitherapie in Wallonië in 2005, 2006 en 2007; zowel in absolute cijfers als in relatieve cijfers per hoofd; zonder rekening te houden met de forfaits voor kinesitherapie in instellingen (RVT, ziekenhuizen, …)?
7. Hoeveel bedroegen de uitgaven voor kinesitherapie in Brussel in 2005, 2006 en 2007; zowel in absolute cijfers als in relatieve cijfers per hoofd en rekening houdend met de forfaits voor kinesitherapie in instellingen (RVT, ziekenhuizen, …)?
8. Hoeveel bedroegen de uitgaven voor kinesitherapie in Brussel in 2005, 2006 en 2007; zowel in absolute cijfers als in relatieve cijfers per hoofd; zonder rekening te houden met de forfaits voor kinesitherapie in instellingen (RVT, ziekenhuizen, …)?
Gelieve hierna de gegevens betreffende de vragen 1, 3, 5 en 7 te vinden:
|
Uitgaven |
||
2005 |
2006 |
2007 |
|
Brussel |
34 082 180,28 |
35 088 224,35 |
35 858 649,09 |
Vlaanderen |
228 044 000,71 |
240 508 475,78 |
254 586 721,70 |
Wallonië |
142 512 381,93 |
147 893 364,73 |
154 880 869,94 |
Totaal |
404 638 562,92 |
423 490 064,86 |
445 326 240,73 |
|
Waargenomen gemiddelde kostprijs per verzekerde |
||
2005 |
2006 |
2007 |
|
Brussel |
35,69 |
36,51 |
36,96 |
Vlaanderen |
38,27 |
40,16 |
42,32 |
Wallonië |
43,31 |
44,74 |
46,64 |
Totaal |
39,08 |
40,69 |
42,53 |
Gelieve hierna de gegevens betreffende de vragen 2, 4, 6 en 8 te vinden:
|
Uitgaven |
||
2005 |
2006 |
2007 |
|
Brussel |
22 209 129,50 |
22 826 705,80 |
23 675 741,53 |
Vlaanderen |
199 921 823,39 |
211 980 504,81 |
225 398 170,50 |
Wallonië |
112 251 141,48 |
117 874 601,87 |
123 805 380,87 |
Totaal |
334 382 094,37 |
352 681 812,48 |
372 879 292,90 |
|
Waargenomen gemiddelde kostprijs per verzekerde |
||
2005 |
2006 |
2007 |
|
Brussel |
23,26 |
23,75 |
24,41 |
Vlaanderen |
33,55 |
35,40 |
37,47 |
Wallonië |
34,11 |
35,66 |
37,28 |
Totala |
32,30 |
33,89 |
35,61 |
De regionale kostprijzen per rechthebbende die hier meegedeeld worden zijn niet-gestandaardiseerde regionale kostprijzen. Deze worden bekomen door de eenvoudige deling van de uitgaven voor een bepaalde regio door het aantal verzekerden van een bepaalde regio.
Deze niet-gestandaardiseerde regionale kostprijzen houden geen rekening met de mogelijke specifieke kenmerken van een bepaalde regio met betrekking tot :
de leeftijdstructuur en geslacht
de aanwezigheid van verzekerden met de voorkeurregeling
de aanwezigheid van actieven, invaliden, weduwen en wezen, ... (de zogenaamde sociale stand)
Deze specifieke kenmerken voor een bepaalde regio zullen een bron vormen van verschillen met de kostprijzen van andere regio's, maar deze verschillen zijn te objectiveren door die specifieke kenmerken van die bepaalde regio.
Vandaar dat het beter is om te werken met gestandaardiseerde regionale kostprijzen. Er wordt dan een standaardisering doorgevoerd op basis van leeftijd, geslacht, sociale stand en voorkeurregeling. Bij de vergelijking van gestandaardiseerde regionale kostprijzen houdt men dus wel rekening met specifieke kenmerken van een bepaalde regio, en op die manier wordt de vergelijking met andere regio's homogener en correcter. De specifieke kenmerken van een bepaalde regio (op het gebied van leeftijd, geslacht, ...) zullen dan niet meer aan de oorzaak liggen van verschillen met andere regio's'.
Het RIZIV werkt momenteel aan een standaardisering van de uitgavengegevens voor het jaar 2006 op basis van leeftijd, geslacht en sociaal statuut (inclusief voorkeurregeling) en zal hierover een rapport voorleggen aan de Algemene raad tegen eind 2008, en vervolgens jaarlijks rapporteren.