Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-7575

van Paul Wille (Open Vld) d.d. 21 april 2010

aan de minister van Binnenlandse Zaken

Politiediensten - Hardhandige ordehandhaving tijdens betogingen, sportwedstrijden, … - Maatregelen - Sancties

politie
openbare orde
recht tot betogen
sportmanifestatie
Vaste Comités van Toezicht op de politie- en inlichtingendiensten

Chronologie

21/4/2010Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 21/5/2010)
6/5/2010Einde zittingsperiode

Vraag nr. 4-7575 d.d. 21 april 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De vroegere Rijkswacht had de reputatie hard op te treden bij betogingen. Na de politiehervorming dacht men dat bepaalde incidenten met betrekking tot hardhandige ordehandhaving tot het verleden zouden behoren. Volgens rapporten van het Vast Comité van toezicht op de politiediensten (Vast Comité P) zou er op dat vlak nog een pak werk voor de boeg zijn. Het jaarverslag meldt gebruik van overdreven geweld, provocaties door de politie, normvervaging, en zelfs schendingen van de mensenrechten.

De vaststellingen van waarnemers van het Comité van toezicht zijn duidelijk: " Bij een aantal waarnemingen was het confronterend vast te stellen hoe de politie zelf de menigte provoceert, misschien niet altijd even bewust. De provocatie gebeurt niet alleen door het in plaats stellen van volledig " opgeschaalde " politiemensen, maar vooral ook door degenen die zich in een zekere beschermde positie bevinden, zoals in een voertuig, in een sproeiwagen, naast een hond of een paard. Ze dagen soms uit door in te rijden op een menigte, door absoluut door een menigte te willen manoeuvreren, herhaaldelijk kleine stootjes met de waterstraal te geven, de hond zonder muilband naar voren te duwen, … [...] We zien vooral een zwaar gebrek aan bekwame betrokkenheid wanneer individuele politiemensen, op momenten dat de politie tegenover de menigte komt te staan, misplaatste handelingen stellen. Zo zagen de observatoren een politievoertuig inrijden op een aanwezige mensenmassa om hen te doen wijken, men zag een politievoertuig de massa met de grootlichten uitdagen, men zag de sproeiwagen de mensenmassa provoceren door herhaalde waterstootjes te geven en men zag zelfs ongemuilkorfde honden die door hun geleiders in de richting van mensen werden gestuurd. Dit gedrag wordt blijkbaar gesteld door individuele politieambtenaren die vaak zelf vanuit een beveiligde positie handelen. Deze politiemensen werden totaal niet aangesproken noch verwijderd door de aanwezige leidinggevende. De voorvallen zijn blijkbaar ook nooit het voorwerp geweest van een debriefing of een rapportering in de marge van deze gebeurtenissen. [...]

We zien een enorm onderscheid in de werking met honden op het terrein. De inzet gebeurt ogenschijnlijk in het kader van defensieve operaties en patrouilles. Echter in niet minder dan twee van de zes omgevingen waar de geobserveerde wedstrijden plaatsgrepen, heeft men de inzet van politiehonden zonder muilkorf vastgesteld in het kader van een escorte én bij offensieve operaties. In beide gevallen werkten de hondenbegeleiders met hun blaffende honden, zonder enig beschermingsstuk, kort bij en ten aanzien van het aanwezige publiek. Soms worden ze ingezet rondom een menigte, om die in bedwang te houden vooraleer er verdere maatregelen – meestal collectieve aanhoudingen – worden genomen. Naar aanleiding van een offensieve operatie werden personen gebeten door honden. De inzet van de hond in het domein van grootschalige gebeurtenissen blijkt op geen enkel moment van de waarnemingen opportuun te zijn geweest, wel integendeel. Bovendien zag men nooit enige sturing van de hondenbegeleiders zelf. [...]

Transparant zijn is in de eerste plaats tolereren dat iedereen die het wenst, mag en kan toekijken, weliswaar vanuit het gegeven dat de veiligheid in elk geval gegarandeerd moet blijven. In de praktijk kwam het echter regelmatig voor dat de politie niet zo opgezet was met het " toekijken " op haar werking. In een extreem geval werden mensen van het Comité P zelfs expliciet geweerd toen ze vaststellingen van het gebruik van excessief geweld wilden doen en in minstens twee gevallen namen men een fototoestel af van een burger die foto's maakte van politiemensen in formatie. [...]

De schendingen van mensenrechten worden soms afgeschermd, intern door de politie. We hebben meermaals vastgesteld dat politiemensen zich soms tijdens hun interventie met bivakmuts en helm uitrustten of, bij incidenten, in politievoertuigen onderling van plaats wisselden. Verder is er de " praktijk " van het achteraf wissen van beelden. Ten slotte is er het order van de leidinggevende, die het voertuig onmiddellijk doet vertrekken, zodat er geen vaststellingen kunnen gebeuren. Het is een vaststaand feit dat zowel medewerkers als leidinggevenden in dit domein van de politiewerking te vaak blind blijven voor fouten en storende individuele acties en zelfs hun ogen sluiten voor het gebruik van excessief geweld door individuele politiemensen onder hun leiding. [...]

Waarnemingen leren ons dat het juist de individuele gedragingen en optredens van politiefunctionarissen zijn die enerzijds het vaakst hebben geleid tot deëscalatie van conflicten, maar anderzijds, meer bepaald in formatie, meermaals hebben geleid tot escalatie. Dit laatste is opmerkelijk omdat het blijkbaar kan gebeuren, zonder enige bijsturing of terechtwijzing. De provocerende gedragingen door individuele politiemensen doen zich voor binnen de formaties, meestal bij de het in plaats stellen ervan of bij de tussenkomst zelf. Die individuele handelingen leiden vrijwel altijd tot de escalatie van frustraties en geweld bij het publiek. De meeste van de door het Comité P geobserveerde incidenten zijn zo ontstaan. Die provocaties blijven onopgemerkt voor het beleid en bovendien grijpt noch de leidinggevende noch de groep in. De politietussenkomst op de menigte verloopt daarna meestal hardhandig en heeft verschillende aanhoudingen tot gevolg. [...]

We zien dat de politiemensen zelf weinig tot niet communiceren wanneer ze dwang en / of geweld tegenover individuen moeten gebruiken. De politiemensen handelen op dat moment individueel en geven aan de burger geen toelichting bij de reden voor de gebruikte dwang of het aangewende geweld. Op verschillende tijdstippen hoort men aangehouden personen of hun kennissen vragen waarom ze aangehouden worden, waar ze naartoe worden gebracht of wat hen verder te wachten staat. We observeerden een paar gevallen waarin de politie massaal overging tot het nemen van dwangmaatregelen, soms met geweld. In geen van die gevallen was er sprake van enige communicatie vanwege de politie. "

Gelet op het voorgaande kreeg ik graag een antwoord op de volgende vragen:

1. Hoe verklaart de geachte minister dergelijke wantoestanden? Hoe was de evolutie hiervan de laatste jaren?

2. Hoeveel klachten zijn opgetekend inzake gewelddadige incidenten van politieagenten ten aanzien van burgers bij gebeurtenissen waarbij menigtes betrokken waren? Hoeveel waren dat er dit in 2008 en in 2009?

3. Hoeveel tuchtonderzoeken waren hieraan in 2008 en 2009 verbonden? Hoeveel schorsingen of andere tuchtmaatregelen werden voltrokken?

4. Is het juist dat bepaalde voorvallen, zoals beschreven in het rapport, nooit het voorwerp zijn van een debriefing? Zo ja, wat kan zij ondernemen om de rapportering aanzienlijk te verbeteren?

5. Volgens het rapport werden er tijdens twee op de zes geobserveerde wedstrijden honden zonder muilkorf ingezet. Geeft dit cijfer een correct gemiddelde aan van het gebruik van honden zonder muilkorf? Deze inzet zou volgens het rapport op " geen enkel moment opportuun zijn geweest, integendeel ". Gaat zij akkoord dat dit ernstige beroepsfouten zijn? Hoeveel klachten zijn er van burgers die gebeten werden door een politiehond? Hoeveel waren dat er in 2008 en in 2009?

6. Wat vindt zij van de manke transparantie en communicatie? Hoe kan het dat waarnemers van het Vast Comité P geweerd werden? Werd hier officieel gevolg aan gegeven? Zo ja, hoe? Hoe kan dit verbeterd worden?

7. Mogen politieagenten fototoestellen afnemen? Wanneer wel, wanneer niet? Hoeveel klachten rond het afnemen van registratiemateriaal zoals camera's, recorders, …, waren er in 2008 en in 2009?

8. Is zij bekend met de afschermingspraktijken die de politie hanteert? Hoe kan dit verholpen worden?

9. Volgens het Vast Comité P worden de meeste vastgestelde incidenten veroorzaakt door escalaties die op hun beurt veroorzaakt zijn door politieprovocaties. Gaat zij akkoord dat dit een zware beschuldiging is en dat daarvoor een analyse opportuun is?