RIZIV - Permanente audit - Opticiens - Uitgave
officiële statistiek
geografische spreiding
paramedisch beroep
ziekteverzekering
7/4/2008 | Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/5/2008) |
3/6/2008 | Antwoord |
Wanneer men de permanente audit van het RIZIV handelend over het eerste semester van 2007 doorneemt, merkt men een stijging van de uitgaven wat betreft de uitgaven van de opticiens.
Hier ontbreken echter opnieuw de regionale verdeling van deze data. Om de situatie en de verschillen tussen beide landsdelen beter te kunnen inschatten had ik van de geachte minister graag een antwoord gekregen op volgende vragen. De gevraagde cijfers dienen niet noodzakelijk uit de RIZIV-audit te komen, maar kunnen eventueel ook uit andere bronnen gedistilleerd worden.
1. Hoeveel opticiens zijn er in Vlaanderen, en dit voor de jaren 2005, 2006 en 2007?
2. Hoeveel opticiens zijn er in Wallonië, en dit voor de jaren 2005, 2006 en 2007?
3. Hoeveel opticiens zijn er in Brussel, en dit voor de jaren 2005, 2006 en 2007?
4. Kan de geachte minister de uitgaven voor opticiens in de permanente RIZIV-audit van het eerste semester van 2007 opsplitsen naar gewest (Vlaanderen, Wallonië, Brussel)?
5. Kan zij mij ook de cijfers van 2005 en 2006 bezorgen, eveneens opgesplitst per gewest (Vlaanderen, Wallonië, Brussel)?
Het gaat om geboekte gegevens.
De gegevens 2007 zijn niet beschikbaar voor de vragen 1 tot 3.
Gegevens betreffende vragen 1, 2 en 3 :
2005 | 2006 | |
Vlaanderen | 181 | 178 |
Wallonië | 1 242 | 1 224 |
Brussel | 629 | 636 |
Gegevens betreffende vragen 4 en 5 :
Uitgaven | 2005 | 2006 | 2007 |
Vlaanderen | 1 067 510,29 | 1 165 717,12 | 1 197 628,89 |
Wallonië | 5 572 131,06 | 5 767 201,76 | 6 043 108,02 |
Brussel | 3 715 722,82 | 3 982 324,30 | 4 259 552,77 |
Totaal | 10 355 364,17 | 10 915 243,18 | 11 500 289,68 |
Gevallen | 2005 | 2006 | 2007 |
Vlaanderen | 17 168 | 18 003 | 18 240 |
Wallonië | 85 196 | 83 969 | 84 606 |
Brussel | 62 825 | 65 713 | 68 523 |
Totaal | 165 188 | 167 686 | 171 369 |
Om af te sluiten zou ik een belangrijke precisering willen aanbrengen :
De regionale kostprijzen per rechthebbende die hier meegedeeld worden zijn niet-gestandaardiseerde regionale kostprijzen. Deze worden bekomen door de eenvoudige deling van de uitgaven voor een bepaalde regio door het aantal verzekerden van een bepaalde regio.
Deze niet-gestandaardiseerde regionale kostprijzen houden geen rekening met de mogelijke specifieke kenmerken van een bepaalde regio met betrekking tot :
— de leeftijdstructuur en geslacht;
— de aanwezigheid van verzekerden met de voorkeurregeling;
— de aanwezigheid van aktieven, invaliden, weduwen en wezen, ... (de zogenaamde sociale stand).
Deze specifieke kenmerken voor een bepaalde regio zullen een bron vormen van verschillen met de kostprijzen van andere regio's, maar deze verschillen zijn te objectiveren door die specifieke kenmerken van die bepaalde regio.
Vandaar dat het beter is om te werken met gestandaardiseerde regionale kostprijzen. Er wordt dan een standaardisering doorgevoerd op basis van leeftijd, geslacht, sociale stand en voorkeurregeling. Bij de vergelijking van gestandaardiseerde regionale kostprijzen houdt men dus wel rekening met specifieke kenmerken van een bepaalde regio, en op die manier wordt de vergelijking met andere regio's homogener en correcter. De specifieke kenmerken van een bepaalde regio (op het gebied van leeftijd, geslacht, ...) zullen dan niet meer aan de oorzaak liggen van verschillen met andere regio's.
Het RIZIV werkt momenteel aan een standaardisering van de uitgavengegevens voor het jaar 2006 op basis van leeftijd, geslacht en sociaal statuut (inclusief voorkeurregeling) en zal hierover een rapport voorleggen aan de algemene raad tegen eind 2008, en vervolgens jaarlijks rapporteren.