Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-7123

van Anke Van dermeersch (Vlaams Belang) d.d. 9 maart 2010

aan de minister van Justitie

Gesloten federale jeugdinstellingen - Beschikbare plaatsen - Geïntegreerde databank - Registratie van de beslissingen van jeugdrechters

gesloten opleidingsinstituut
jeugdcriminaliteit
rechtspraak voor minderjarigen

Chronologie

9/3/2010Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/4/2010)
6/5/2010Einde zittingsperiode

Vraag nr. 4-7123 d.d. 9 maart 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De geachte minister gaf eind vorig jaar te kennen dat bij het Nationaal Instituut voor criminologie en criminalistiek (NICC) werk wordt gemaakt van een verbeterde registratie bij de jeugdgriffies. Justitie beschikt, naar verluidt, immers niet over betrouwbare cijfergegevens over beslissingen van jeugdrechters. Hierdoor zijn er geen cijfers van het aantal geplaatste en niet-geplaatste jongeren voor zware feiten, noch van mogelijke wachtlijsten. Hij beweerde in een antwoord op parlementaire vragen trouwens nog dat er bij zijn weten geen wachtlijsten bestaan op federaal vlak en dat er dus geen jongeren op een plaatsing wachten (Kamercommissie Justitie, CRABV 52 COM 725, blz. 17).

Nochtans worden delinquente jongeren, die op vraag van het parket in een jeugdinstellin dienen te worden geplaatst, al te vaak opnieuw vrijgelaten wegens plaatsgebrek. Brussels substituut-procureur des Konings C. Antonissen formuleerde dit als volgt: "Opnieuw zijn we geconfronteerd met het plaatsgebrek in de jeugdinstellingen. Ik heb zowat alle instellingen afgebeld, tot en met Everberg, maar nergens is er ook maar één plaats vrij. De vier minderjarigen zijn dus wel ter beschikking gesteld van de jeugdrechter, maar die zal niets anders kunnen doen dan hen vrijlaten" (Zita, 6 februari 2010).

Eind 2008 heeft gewezen Vlaams minister Steven Vanackere een onderzoek gelast naar het vorderings- en beslissingsbeleid op het niveau van de parketten en de jeugdrechtbanken. Ik vermoed dat de federale minister van dit onderzoek op de hoogte is. Resultaten hiervan werden in de periode van september tot november 2009 verwacht.

1. Hoe komt het dat de parketten vaak nergens terechtkunnen met delinquenten, terwijl wordt beweerd dat er in de federale instellingen geen wachtlijsten bestaan?

2. Hoe komt het dat parketten steeds alle instellingen telefonisch dienen af te lopen om te weten of er plaats beschikbaar is? Bestaat er bijvoorbeeld geen geïntegreerde databank die ter beschikking staat van justitie en zo neen, wordt daar werk van gemaakt?

3. Hoever staat het met de verbeterde registratie bij de jeugdgriffies van de beslissingen van jeugdrechters?

4. Is de geachte minister op de hoogte van het onderzoek dat de Vlaamse regering gelast heeft en dat peilt naar het vorderings- en beslissingsbeleid van de parketten en jeugdrechtbanken? Is hij al op de hoogte van de resultaten? Zo ja, wat zijn de belangrijkste conclusies?

5. Kan hij me momenteel al meedelen hoeveel jongeren in 2008 en 2009 werden geplaatst in de federale gesloten instellingen, hierbij onderscheid makend tussen jongeren uit de drie gemeenschappen? In hoeveel plaatsen is momenteel voorzien in de federale gesloten instellingen, opnieuw met onderscheid tussen jongeren afkomstig uit de drie gemeenschappen?