Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-7102

van Philippe Mahoux (PS) d.d. 5 maart 2010

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen

Tunesië - Streek van Gafsa - Protest - Aanhoudingen - Veroordelingen bij verstek - Opsluitingen - Mensenrechten - Schendingen - Resolutie nr.4-1179/1 - 2008/2009 van de Senaat inzake de toestand van de mensenrechten in Tunesië

staatsgeweld
Tunesië
rechten van de mens

Chronologie

5/3/2010Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/4/2010)
6/5/2010Einde zittingsperiode

Vraag nr. 4-7102 d.d. 5 maart 2010 : (Vraag gesteld in het Frans)

In de streek van Gafsa, in het zuiden van Tunesië, waren er in 2008 heel wat protesten tegen de stijging van de werkloosheid, de armoede, de toename van de levensduurte en de rekruteringsmethoden van de Compagnie de phosphate de Gafsa, de belangrijkste werkgever van de regio.

De gespierde reactie van de overheden leidde tot twee doden en een groot aantal gewonden. Bovendien hebben de ordestrijdmachten verschillende honderden personen aangehouden, waarvan er tweehonderd werden vervolgd.

In november 2008 verleende president Ben Ali aan achtenzestig gevangenen gratie, maar een vijftigtal gevangenen die bij verstek waren veroordeeld, wordt nog steeds vastgehouden. Dat is het geval voor Mohieddine Cherbib, een verdediger van de mensenrechten die in Frankrijk woont, en Fahem Boukadous, journalist bij de privé-televiesiezender al-Hiwar Ettounsi, die een reportage had gemaakt over het protest in Gafsa. Die journalist heeft na de vrijlatingen van november 2008 beroep aangetekend tegen zijn veroordeling bij verstek. Op 13 januari 2010 heeft de rechtbank van eerste aanleg van Gafsa hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar. Het hof van beroep van Gafsa zou zich op 23 februari uitspreken.

1. Bent u op de hoogte van die opsluitingen die ingaan tegen artikel 19 van de Universele verklaring van de rechten van de mens over de vrijheid van mening en meningsuiting?

2. Bent u tussenbeide gekomen bij de Tunesische autoriteiten om hun onze bezorgdheid mee te delen, rekening houdend met de door de Belgische Senaat op 11 juni 2009 goedgekeurde resolutie nr. 4-1179/1-2008/2009 inzake de toestand van de mensenrechten in Tunesië, naar aanleiding van de 21ste verjaardag van het presidentschap van Ben Ali?

3. Hoe hebben de Tunesische autoriteiten gereageerd op die resolutie, die hun overeenkomstig punt 9 moest worden overgezonden?