Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-6936

van Lieve Van Ermen (LDD) d.d. 12 februari 2010

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie

Tongpiercings - Ontstekingen - Situatie in België - Maatregelen en wetgevende initiatieven

infectieziekte
voorkoming van ziekten
haar- en schoonheidsverzorging

Chronologie

12/2/2010Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 18/3/2010)
22/4/2010Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 4-1435

Vraag nr. 4-6936 d.d. 12 februari 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Uit recent onderzoek blijkt dat het piercen van de tong niet zonder risico is. Aan de Universiteit van Göttingen in Duitsland is microbiologisch onderzoek van beperkte omvang verricht op de plaats waar tongpiercings zich bevinden. Bekend is reeds dat piercings in de tong de gebitselementen en het zachte weefsel daaromheen kunnen beschadigen. De locatie van de piercing vormt verder de ideale voedingsbodem voor micro-organismen. Het onderzoek liet een verhoogde tot sterk verhoogde concentratie zien van pathogene bacteriën die zijn betrokken bij parodontale aandoeningen. Hoe langer de piercing zat, hoe duidelijker de verschuiving was van een milde naar een sterke verhoging van het aantal aanwezige pathogene bacteriën. De conclusie van het onderzoek luidt dat tongpiercings een potentiële kweekvijver zijn voor bacteriën betrokken bij parodontitis.

Een onderzoek van het Rambam Health Center in Israël heeft geleid tot de conclusie dat de dood van een tweeëntwintigjarige man werd veroorzaakt door meerdere fatale abcessen in de hersenen na het plaatsen van een tongpiercing. De ontsteking in de tong van de man heeft waarschijnlijk een bacteriële sepsis doen ontstaan; in de hersenen werden ziektekiemen uit zijn tong aangetroffen.

1. Is de minister hiervan op de hoogte?

2. Zijn er cijfers beschikbaar uit België die verband houden met infecties tengevolge van piercings? Zo ja, kan zij deze toelichten?

3. Hoe evalueert zij de bestaande wetgeving omtrent het zetten van piercings?

4. Zal zij ter zake maatregelen en/of wetgevende initiatieven nemen? Zo ja, welke?

Antwoord ontvangen op 22 april 2010 :

Alhoewel de gezondheidsgegevenssystemen dagelijks talrijke gegevens transfereren, is het duidelijk dat onze wachtdienst voor gezondheidstoezicht bijzonder veel aandacht besteedt aan grote risico’s zoals zeldzame of specifieke ernstige virale infecties, gevallen van kankerverwekkende inkt, enz. Voor de geïsoleerde gevallen zoals u dit rapporteert, moet er niet onmiddellijk een waarschuwing worden gegeven. Bijgevolg kan ik u zeggen dat ik niet geïnformeerd ben over dit specifieke geval.

In België worden een bepaald aantal infectiegevallen bij het voorkomen van welbepaalde kiemen wel geregistreerd. Er is evenwel geen specifieke registratie van de infecties wegens piercings.

De huidige wetgeving is waardevol en ik volg de implementatie ervan op het vlak van opleidingen, erkenningen en controles op, maar eveneens door de Hoge Gezondheidsraad te ondervragen, onder meer over een verplichte bedenktijd voor elke persoon die een piercing op bepaalde specieke plaatsen zou willen.

Ik overweeg evenwel geen specifieke wijziging van de wetgeving voor piercings zolang de specifieke aanbevelingen me hier niet toe aanzetten.