Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-6912

van Nele Jansegers (Vlaams Belang) d.d. 9 februari 2010

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie

Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) - Voorschotten aan uitbetalingsinstellingen- Boekhoudkundige verwerking

werkloosheidsverzekering
Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening
Rekenhof (België)

Chronologie

9/2/2010Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 11/3/2010)
9/3/2010Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6913

Vraag nr. 4-6912 d.d. 9 februari 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De sociale uitkeringen vertegenwoordigden in een representatief jaar als 2008 ongeveer 86,6 % van de begroting van de RVA. Ze omvatten de werkloosheidsuitkeringen, de brugpensioenen en de vergoedingen voor loopbaanonderbreking en tijdskrediet. De RVA schiet de nodige fondsen voor aan de instellingen die de sociale uitkeringen aan de begunstigden moeten betalen. De voorschotten aan de uitbetalingsinstellingen worden in de algemene rekeningen van de RVA correct aangerekend als voorschotten, die worden vermeld op de actiefzijde van de balans, maar ze worden pas in de lasten van de algemene rekening aangerekend na de goedkeuring door de RVA van het bedrag van de uitkeringen die de uitbetalingsinstellingen aan de begunstigden hebben gestort. De uitkeringen die bij de lasten van een boekjaar worden geboekt , zijn bijgevolg de uitkeringen die tijdens dat dienstjaar werden goedgekeurd. Rekening houdend met de goedkeuringsprocedure gaat het gewoonlijk om de uitkeringen met betrekking tot de periode van 1 oktober van het jaar voordien tot 30 september van het lopende dienstjaar. Die werkwijze is volgens het Rekenhof in strijd met het annaliteitsbeginsel dat wil dat de lasten worden gekoppeld aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben, dus de uitkeringen van januari tot december. Dat principe wordt daarentegen wel in acht genomen voor de opbrengsten en de ontvangsten. Om de economische resultatenrekening te corrigeren en rekening te houden met de nog niet goedgekeurde lasten met betrekking tot het boekjaar, beveelt het Rekenhof aan voorzieningen aan te leggen ten belope van het geraamde bedrag van de uitkeringen die op goedkeuring wachten (dit op basis van de goedkeuringspercentages in het verleden), of de uitkeringen die op goedkeuring wachten, te boeken in een regularisatierekening.

De RVA is niet geneigd een gevolg te geven aan die aanbevelingen. Ze vindt de voorgestelde werkwijze nodeloos ingewikkeld en ze is van oordeel dat die problematiek zou moeten worden behandeld in de Commissie voor de Normalisatie van de Boekhouding van de openbare instellingen van sociale zekerheid. Het Rekenhof is van oordeel dat het probleem opgelost kan worden door toepassing van de gebruikelijke regels van het dubbel boekhouden.

1. Wat is het standpunt van de minister in deze controverse tussen de RVA en het Rekenhof?

2. Heeft zij ter zake al instructies gegeven, ofwel tot behoud van de huidige werkwijze, ofwel tot invoering van het door het Rekenhof aanbevolen systeem?

Antwoord ontvangen op 9 maart 2010 :

Ik deel u mee dat het onderwerp van uw vraag niet tot mijn bevoegdheid behoort, maar wel tot deze van de vice-eerste minister en minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid.