Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-6796

van Freddy Van Gaever (Vlaams Belang) d.d. 4 februari 2010

aan de minister van Klimaat en Energie

Studiecentrum voor kernenergie (SCK) - raad van bestuur - Regelgeving betreffende de bezoldiging - Niet-reglementaire toekenning van voordelen

Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek
raad van bestuur
arbeidsbezoldiging
Nationale Instelling voor radioactief afval en verrijkte splijtstoffen
Rekenhof (België)

Chronologie

4/2/2010Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 11/3/2010)
16/3/2010Antwoord

Vraag nr. 4-6796 d.d. 4 februari 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In de statuten van het Studiecentrum voor Kernenergie (SCK) zijn geen selectiecriteria of selectievoorwaarden en geen onverenigbaarheidsregels vastgelegd voor de benoeming van de leden van de raad van bestuur. Er bestaat ook geen reglementaire basis voor hun bezoldiging. Het SCK heeft de facto, en "om de eenvormigheidsregels in de openbare sector te eerbiedigen" de bedragen van de emolumenten en van de vergoedingen die worden toegekend aan de leden van zijn raad van bestuur en van het wetenschappelijk adviescollege afgestemd op deze die door de Nationale Instelling voor Radioactief Afval en verrijkte splijtstoffen (NIRAS) worden toegekend. Dat is een logische regeling, maar ze wordt niet consequent toegepast. Sommige leden van de raad van bestuur van het SCK beschikken echter over een dienstvoertuig en een tankkaart ten laste van de instelling. Bij NIRAS had de toezichthoudende overheid dergelijke voordelen nochtans uitdrukkelijk niet toegekend aan de leden van de raad van bestuur. Ingevolge een recente controle van het Rekenhof heeft NIRAS bovendien komaf gemaakt met gelijkaardige niet-reglementaire gevallen. Het behoud van zulke voordelen bij het SCK heeft dus geen enkele redelijke grond.

Het SCK heeft verwezen naar zijn huidig statuut van private stichting van openbaar nut om de autonomie van de raad van bestuur inzake het vaststellen van de emolumenten van zijn leden te rechtvaardigen. Het Rekenhof merkt echter op dat de meeste middelen van het SCK van de Staat komen en dat de Staat het nog in hoge mate financiert.

1. Welke maatregelen heeft de minister reeds genomen om in de statuten van het SCK de nodige selectiecriteria en -voorwaarden voor de leden van de raad van bestuur te laten opnemen?

2. Acht hij het noodzakelijk dat het SCK de bezoldigingen voor de leden van de raad van bestuur in een reglement vastlegt, of geeft hij de voorkeur aan het huidige systeem, waarbij die bezoldigingen afgestemd worden op wat bij NIRAS gebruikelijk is?

3. Welke maatregelen heeft hij reeds genomen om een einde te maken aan de niet-reglementaire toekenning van tankkaarten en dienstvoertuigen?

4. Wat is zijn standpunt in het dispuut tussen het Rekenhof en het SCK over de autonomie van de raad van bestuur binnen het huidige statuut?

Antwoord ontvangen op 16 maart 2010 :

Naar aanleiding van het controlerapport van het Rekenhof betreffende de rekeningen van de jaren 2006 en 2007 van het Studiecentrum voor Kernenergie (SCK.CEN) heb ik een brief gericht aan het Centrum met het verzoek gevolg te geven aan de geformuleerde opmerkingen.

1.In het bijzonder heb ik aan het SCK.CEN gevraagd mij de selectiecriteria en voorwaarden voor te stellen voor de benoeming van de leden van de Raad van Bestuur. De leden van de Raad van Bestuur worden benoemd bij koninklijk besluit, na goedkeuring door de Ministerraad. Hierbij is het belangrijk dat het Centrum een strategische positie behoudt in de domeinen van wetenschap en onderzoek. Ik heb vanwege het Centrum een voorstel van criteria en voorwaarden ontvangen dat op het volgende neerkomt. De benoeming van de leden van de Raad van Bestuur van het SCK.CEN geschiedt op basis van hun bijzondere wetenschappelijke of professionele kwaliteiten, vermeld in het benoemingsbesluit, op het vlak van de kernwetenschap en haar toepassingsgebieden en/of van de bestuurservaring. Op de voorzitter na, wordt de Raad van Bestuur taalparitair samengesteld.

2.Na het voorlopig rapport van het Rekenhof, werd de historiek van de evolutie van de vergoeding van de leden van de Raad van Bestuur in herinnering gebracht en, met name, het verband met de vergoedingen van de Nationale instelling voor radioactief afval en verrijkte splijtstoffen (NIRAS) gebaseerd op een historisch akkoord van de toenmalige regeringsverantwoordelijken (jaren ’80). De zelfstandigheid in de vastlegging van de vergoedingen zou haar oorsprong vinden in het private karakter van het instituut. Na het definitief rapport van het Rekenhof, heeft de Raad van Bestuur de problematiek geformaliseerd in een document getiteld “Vergoedingen, wagen, zendingen en andere uitgaven”.

3.De terbeschikkingstelling van de wagens vormt geen inbreuk ten aanzien van één of andere reglementering. De terbeschikkingstellingregels zijn vermeld in het document “Vergoedingen, wagens, zendingen en andere uitgaven”.

4.De samenstelling van de Raad van Bestuur behoort tot de bevoegdheid van de ministerraad, op voorstel van de voogdijministers. In zijn schoot zijn twee regeringscommissarissen ermee belast verslag uit te brengen aan de voogdijministers en de toewijzing van het federaal geld te controleren. In zo’n vernuftig onderzoeksdomein als dat van het SCK.CEN is het logisch dat de Raad van Bestuur over een voldoende zelfstandigheid beschikt, terwijl prioritair gewaakt wordt over eerbiediging van het maatschappelijk doel en de opdrachten van het Centrum overeenkomstig artikel 8 van zijn statuten. De Raad van bestuur heeft de macht om alle daden te stellen die nodig of nuttig zijn voor de verwezenlijking van de opdrachten van het Centrum. De artikelen 5 tot 23 van de statuten beschrijven duidelijk de rechten en plichten en daaruit afgeleid de zelfstandigheid van de Raad van Bestuur.