Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-6544

van Karim Van Overmeire (Vlaams Belang) d.d. 20 januari 2010

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen

Heraldisch Fonds - Verdwijning van werken - Waarde - Maatregelen

Rekenhof (België)
heraldiek
hogere klasse
archief
manuscript
zaakregister

Chronologie

20/1/2010Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 18/2/2010)
15/3/2010Antwoord

Vraag nr. 4-6544 d.d. 20 januari 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Uit een rapport van het Rekenhof betreffende de inventarisatie en beveiliging van materiële vaste activa bij de federale overheidsdiensten, goedgekeurd op 16 september 2009, blijkt dat bij Buitenlandse Zaken de inventarissen (catalogi) van het Archief van de Adel niet meer actueel zijn bij gebrek aan personeel. Dit Archief omvat onder meer het Heraldisch Fonds, een kostbare handschriftenverzameling. Hiervan zou volgens het Rekenhof een aantal werken " zoek zijn geraakt " na diverse verhuizingen.

1. Was de geachte minister voor de publicatie van het rapport van het Rekenhof reeds op de hoogte van de problemen bij het Archief van de Adel?

2. Zijn er inderdaad werken uit het Heraldisch Fonds verdwenen? Zo ja, hoeveel? Wat is hun geschatte waarde? Gaat het hier om diefstal of om slordigheden bij de verhuis? Welke acties werden er ondernomen om deze werken te recupereren en wat was daarvan het resultaat?

3. Welke maatregelen heeft hij reeds genomen om de inventarissen en catalogi van het Archief van de Adel te actualiseren? Welk budget is daarvoor dan vrijgemaakt?

Antwoord ontvangen op 15 maart 2010 :

1. Ik was niet op de hoogte van de toestand van het Archief van de Adel en het Heraldisch Fonds.

2. Het Heraldisch Fonds is een waardevolle handschriftenverzameling, die voornamelijk betrekking heeft op adel en heraldiek uit het Ancien Régime. Het betreft in hoofdzaak handschriften uit de 17de en 18de eeuw uit de bibliotheek van de voormalige Heraldische Kamer te Brussel, de voorganger van de huidige Raad van Adel tijdens het Ancien Régime. Na de inval van de Franse revolutionaire troepen werd deze verzameling door de laatste wapenkoning Beydaels (1747-1811) naar Wenen in veiligheid gebracht. In 1826 bekwam de regering der Nederlanden de restitutie van de verzameling; ze stelde ze ter beschikking van de Hoge Raad van Adel in Den Haag. Op haar beurt wist de Belgische regering in 1844 de terugkeer van de verzameling naar Brussel te bekomen. Sedertdien is ze bewaard op het Ministerie van Buitenlandse Zaken, waar ze ter beschikking werd gesteld van de Raad van Adel. Op 2 februari 1940 werd een getypte inventaris opgesteld, die nog steeds wordt gebruikt. In de jaren ’50 werden er microfilms van gemaakt, die thans op het Archief van mijn departement worden bewaard.

In 1990 sloot mijn departement een overeenkomst met de Koning Boudewijn Stichting. Deze laatste stelde een budget van 1 miljoen frank voor de restauratie van het Fonds ter beschikking, op voorwaarde dat de restauratie op deskundige wijze zou gebeuren onder toezicht van het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium, dat het ministerie van Buitenlandse Zaken de verdere restauratie van het Fonds zou bekostigen en dat de verzameling in optimale omstandigheden bewaard zou worden. Tussen 1991 en 1998 werd iets meer dan één vijfde van het te restaureren aantal volumes (133 van de circa 600) door gespecialiseerde boekbinders hersteld en dit voor een totaalbedrag van circa 3 315 000 Belgische frank. Wegens budgettaire beperkingen werd in 1998 een punt gezet achter deze restauratiecampagne.

Ondertussen verhuisde de Dienst Adel samen met zijn omvangrijk archief, de bibliotheek en het Heraldisch Fonds van de Belliardstraat naar het Egmontpaleis, van het Egmontpaleis naar de Hoogstraat en van de Hoogstraat naar de Karmelietenstraat 24 (Egmont II). Gezien deze omstandigheden is een risico nooit uit te sluiten, maar het valt te betwijfelen of er daadwerkelijk iets verloren is gegaan. De inventaris van 1940 telt 364 nummers, maar daarvan ontbreken er al meerdere in de inventaris zelf; enkele daarvan ontbraken zelfs al bij de overdracht in 1844, zo blijkt uit een archiefdocument. Na de laatste verhuis werd, op grond van de inventaris, nagekeken of er nummers ontbraken. Voor zover nagegaan kon worden, was dit niet het geval. Wel waren bij een aantal volumes de banden losgekomen, maar dit kon ook te wijten zijn aan vroegere manipulaties.

3. Ik ben in contact met mijn administratie inzake de verdere restauratie van het Fonds. Het totaalbedrag van dergelijke restauratie wordt geraamd op 370 000 euro.