Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-6535

van Cindy Franssen (CD&V) d.d. 20 januari 2010

aan de minister van Pensioenen en Grote Steden

Stedelijk beleid en huisvesting - Interministeriële Conferentie - Resultaten - Beleidsopties

metropool
huisvesting
Interministeriële Conferentie
verhuur van onroerend goed
voorschriften voor de huurprijzen
dakloze
illegale migratie
meergezinswoning
Regie der Gebouwen
armoede

Chronologie

20/1/2010Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 18/2/2010)
26/2/2010Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6536

Vraag nr. 4-6535 d.d. 20 januari 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Op 5 juli 2005 werd er een Interministeriële Conferentie georganiseerd over het thema Stedelijk Beleid en Huisvesting. Aanleiding voor het organiseren van deze Conferentie waren enkele dringende problemen met betrekking tot de woonproblematiek. In het kader van de Conferentie werden tien werkgroepen opgericht die elk gewijd waren aan een specifiek onderdeel van de problematiek. Zo waren er ondermeer werkgroepen over discriminatie in de huisvesting, de strijd tegen onwaardig wonen, toegankelijkheid tot de huurmarkt en de opvang van daklozen.

Een eerste evaluatie van de Conferentie had moeten plaatsvinden in de loop van maart 2006, maar werd uitgesteld omdat enkele van de werkgroepen hun activiteiten nog niet hadden afgerond.

Graag had ik het volgende vernomen:

1. Heeft de evaluatiebijeenkomst van de Interministeriële Conferentie Stedelijk Beleid en Huisvesting plaatsgevonden?

a. Zo ja, op welke datum werd deze evaluatie georganiseerd?

b. Zo neen, omwille van welke redenen heeft deze evaluatie niet plaatsgevonden? Wordt dit alsnog gepland?

2. Welke resultaten hebben de tien werkgroepen die destijds werden opgericht, opgeleverd? Graag kreeg ik een overzicht per werkgroep of thema.

3. Op welke manier werden de resultaten van de werkgroepen opgevolgd? Graag kreeg ik een overzicht per werkgroep of thema. Zijn er resultaten van de werkgroepen omgezet in beleidsmaatregelen? Zo ja, welke?

4. Hoeveel maal is de Conferentie sinds haar oprichting samengeroepen? Graag kreeg ik een overzicht van de bijeenkomsten.

a. Wat waren de belangrijkste agendapunten van elk van deze bijeenkomsten?

b. Zou u mij de verslagen van elk van de bijeenkomsten kunnen bezorgen?

c. Wanneer zal de Conferentie voor de eerstvolgende maal bij elkaar geroepen worden?

d. Wat zullen de belangrijkste agendapunten zijn van deze bijeenkomst?

5. Op welke manier wordt de opvolging van de resultaten van de Conferentie gegarandeerd op de verschillende beleidsniveaus en de diverse betrokken beleidsdomeinen?

6. Op welke manier wordt er toegezien op het optimaal benutten van de Interministeriële Conferentie als belangrijk instrument bij het uitwisselen van " Goede Praktijken " met betrekking tot de woonproblematiek?

7. Vindt er buiten het kader van de Interministeriële Conferentie Stedelijk Beleid en Huisvesting nog ander structureel overleg plaats tussen de verschillende relevante beleidsdomeinen en beleidsniveaus over de woonproblematiek? Zo ja, binnen welk kader gebeurt dit?

Antwoord ontvangen op 26 februari 2010 :

In antwoord op haar vragen,

1) Ja. Op de Interministeriële Conferentie « Stedenbeleid en Huisvesting” van 10 mei 2006 werd een voorlopige balans opgemaakt van de tien werkgroepen.

2) De belangrijkste resultaten die werden geformuleerd in de verschillende overleggroepen zijn de volgende:

Werkgroep 1. “Strijd tegen de discriminatie in de huisvesting”. Hij stelt hoofdzakelijk aanvullende maatregelen voor op de antidiscriminatiewet van 25/02/2003, zoals sensibiliseringscampagnes gericht op de hele openbare en private huisvestingssector, opnemen van non-discriminatieclausules in de deontologiecode van vastgoedmakelaars, het bekendmaken van huurprijzen in advertenties enz.

Werkgroep 2. “Strijd tegen onwaardig wonen”. Hij stelt hoofdzakelijk een betere afstemming voor tussen de verschillende federale en regionale reglementeringen, zoals de normen inzake minimumvoorwaarden waaraan dient te worden voldaan om een goed te verhuren enz.

Werkgroep 3. “Een betere toegang tot de huurmarkt voor iedereen waarborgen”. Hij stelt hoofdzakelijk de oprichting voor van een huurwaarborgfonds en overleg over de verschillende systemen van huurtoelagen.

Werkgroep 4.“Pilootprojecten inzake paritaire huurcommissies” (PHC). Drie pilootprojecten werden in Brussel, Gent en Charleroi opgestart en door een wetenschappelijk team geëvalueerd. Het doel van deze PHC is op lokaal niveau te komen tot een overleg- en bemiddelingsinstrument voor de regeling van huurconflicten, in naleving van de wet. Bijkomend hebben ze voorstellen geformuleerd voor een ontwerpschema voor de bepaling van de huurprijzen en de opstelling van een type-huurcontract met betrekking tot de hoofdverblijfplaats.

Werkgroep 5. “De opvang van daklozen en/of mensen zonder papieren verbeteren”. Hij stelt hoofdzakelijk voor om de bevoegdheidsverdeling inzake de opvang van daklozen en/of mensen zonder papieren in kaart brengen en een overzicht maken van de hele problematiek.

Werkgroep 6. “Nieuwe vormen van solidair wonen aanmoedigen”. Een wetenschappelijke studie definieert het solidair wonen en het doelpubliek. Hij evalueert de budgettaire impact op vlak van sociale zekerheid en identificeert de wettelijke bepalingen voor een erkenning van dit type wonen.

Werkgroep 7. “Rekening houden met de gevolgen van het spreidingsplan van de asielzoekers op de huisvesting en de leefkwaliteit in de steden”. Hij moest de gegevens inzake hoofdverblijfplaats et toegekende verblijfplaats van de asielzoekers actualiseren en optimiseren. Hij is niet bijeengekomen.

Werkgroep 8. “Fiscale maatregelen”. Hij stelt hoofdzakelijk maatregelen voor inzake BTW (bv. voor sociale woningen en gelijkwaardig), registratie- en zegelrechten (bv. kosteloosheid van registratie van huurcontract) en onroerende voorheffing en personenbelasting (bv. vrijstelling van OV voor goederen die verhuurd worden door SVK’s).

Werkgroep 9. “Administratieve stappen vergemakkelijken in het kader van de huisvestingshulp”. Hij onderzocht hoofdzakelijk de mogelijkheden van administratieve vereenvoudiging en geautomatiseerde informatieoverdracht.

Werkgroep 10. “De Regie der Gebouwen als partner betrekken bij de projecten tot omvorming van leegstaande gebouwen tot woningen”. Hij stelt hoofdzakelijk voor om de gebouwen te inventariseren die hiervoor in aanmerking komen en openbaar worden verkocht, en onderzoeken in welke mate terbeschikkingstelling via erfpacht of ten voorlopige titel kan overwogen worden.

3) De opvolging van de resultaten van de werkgroepen en hun omzetting in beleidsmaatregelen werden als volgt verzekerd:

Werkgroep 1. “Strijd tegen de discriminatie in de huisvesting”. Een voorstel inzake het opnemen van non-discriminatieclausules in de deontologiecode van de vastgoedmakelaars werd aan het Kabinet Laruelle overgemaakt. De verplichte bekendmaking van de huurprijzen in de advertenties werd in de programma-wet van 27 december 2006 opgenomen onder straffe van administratieve sancties (vastgelegd door de gemeenten). Bovendien moesten een aantal voorstellen in het kader van de herziening van de AD-wet opgenomen worden.

Werkgroep 2. “Strijd tegen onwaardig wonen”. Voorstellen werden geformuleerd inzake wijziging van de wet Onkelinx over het opeisingsrecht voor een vlottere procedure. Maatregelen werden bedacht om parallel met de wet van augustus 2005 het opgeëiste goed van de huisjesmelker in beheer te geven aan de overheidssector, enz.

Werkgroep 3. “Een betere toegang tot de huurmarkt voor iedereen waarborgen”. De programma-wet van 27 december 2006 voorziet maatregelen inzake huurwaarborg zoals o.m. het herleiden van de duur ervan van 3 tot 2 maanden.

Werkgroep 4.“Pilootprojecten inzake paritaire huurcommissies” (PHC). De wetenschappelijke studie stelt op basis van de ervaringen op het terrein, een aantal pistes op juridisch vlak voor die in een nieuwe huurwet zouden kunnen opgenomen worden.

Werkgroep 5. “De opvang van daklozen en/of mensen zonder papieren verbeteren”. Concreet werd een gezamenlijke omzendbrief van de ministers Dewael en Dupont opgesteld om tegemoet te komen aan de optimalisering van de aanvraag van een referentieadres.

Werkgroep 6. “Nieuwe vormen van solidair wonen aanmoedigen”. In hun aanbevelingen hebben de onderzoekers van de wetenschappelijke studies twee scenario’s ontwikkeld voor het solidair woonmodel, alsook voorstellen om het juridisch te omlijnen opdat de bewoners niet financieel gestraft worden voor hun statuut verbonden aan de toekenning van sociale uitkeringen. Op de Interministeriële conferentie “Maatschappelijke Integratie” van 23 februari 2010 zal voorgesteld worden om een werkgroep op te stellen die belast wordt met het uitwerken van voorstellen over het type woningen dat zou kunnen erkend worden als geschikt voor solidair wonen en het onderzoeken hoe de personen die er verblijven niet financieel gestraft worden door hun statuut binnen de sociale zekerheid en sociale bijstand. Dit alles zou kunnen getest worden binnen het kader van een aantal piloot-projecten.

Werkgroep 7. “Rekening houden met de gevolgen van het spreidingsplan van de asielzoekers op de huisvesting en de leefkwaliteit in de steden”. Er zijn geen concrete beleidsmaatregelen voorgesteld.

Werkgroep 8. “Fiscale maatregelen”. In de programma-wet van 27 december 2006 werd de kosteloosheid van registratie van huurcontract opgenomen. De fiscale maatregelen in de positieve actiezones voor grote steden werden in 2009 en 2010 verlengd.

Werkgroep 9. “Administratieve stappen vergemakkelijken in het kader van de huisvestingshulp”. Er zijn geen concrete beleidsmaatregelen voorgesteld.

Werkgroep 10. “De Regie der Gebouwen als partner betrekken bij de projecten tot omvorming van leegstaande gebouwen tot woningen”. In oktober 2008 en februari 2009 werden resp. 3 huizen in Zulte en 4 appartementen in Tubize die vroeger voor rijkswachters bestemd waren en nu onbewoond zijn, na een grondige renovatiebeurt door de Regie, ter beschikking gesteld aan gezinnen met kinderen die hier illegaal verblijven en wachten op hun repatriëring, Deze worden door Vreemdelingenzaken beheerd. Er werden echter geen structurele maatregelen genomen.

4) De Conferentie is sinds haar oprichting twee maal samengekomen. Een eerste maal op 5 juli 2005 en een tweede maal op 10 mei 2006. Tussenin vonden evenwel diverse vergaderingen van de werkgroepen plaats, met meerdere positieve resultaten. Dat de Conferentie als zodanig bijzonder weinig is samengekomen, kan verklaard worden door de federale en regionale verkiezingen en door de opeenvolgende snelle ministeriële wissels.

a) Telkens werden de voorstellen en de stand van zaken in de tien verschillende werkgroepen besproken.

b) De verslagen van deze bijeenkomsten staan ter beschikking van het geacht Lid.

c) d) Binnenkort zal ik de Interministeriële Conferentie samenroepen conform mijn beleidsnota die tevens voorziet in de oprichting van een Hoge Raad voor Steden en een samenwerkingsakkoord met de gewesten.

5) Gezien de verschillende beleidsniveaus en de diverse betrokken beleidsdomeinen intens betrokken waren in de conferenties, interkabinettenwerkgroepen “beleidscoördinatie”, taskforces en stuurgroepen van de verschillende studies, werden de voorlopige resultaten meestal beleidsmatig vertaald op elk niveau en binnen elk domein. Dit is o.m. het geval voor het thema “solidair wonen”.

6) Via de administratie van het Grootstedenbeleid, is België actief in zowel EUKN, als URBACT, Europese netwerken voor uitwisseling van “goede praktijken” met betrekking tot de stadsproblematiek en in het bijzonder tot de woonproblematiek,. De verschillende studies die hierboven besproken werden, zijn eveneens te raadplegen op de site www.grootstedenbeleid.be en werden ook in het tijdschrift “Zicht op Stad” kort samengevat.

7) Via het Nationaal ActiePlan (NAP) Sociale Inclusie dat door de dienst Armoedebestrijding binnen de POD Maatschappelijke Integratie wordt gecoördineerd volgens de Open Methode of Coördinatie (OMC), wordt op ambtelijk niveau overleg gevoerd tussen de verschillende beleidsniveaus. Eén van de drie hoofddoelstellingen is werk maken van de huisvestingsproblematiek. De Interministeriële Conferentie “Maatschappelijke Integratie” die op 23 februari 2010 zal samenkomen, zal een aantal punten van de IMC “Huisvesting en Stedelijk Beleid” ook voor zijn rekening nemen. Dit is o.m. het geval voor het punt “solidair wonen” dat op initiatief van staatssecretaris Philippe Courard wordt verdergezet. Ik was vertegenwoordigd door mijn administratie op de voorbereidende werkzaamheden.