Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-6520

van Yves Buysse (Vlaams Belang) d.d. 15 januari 2010

aan de minister van Binnenlandse Zaken

Stembureau - Neutrale zone - Precieze richtlijnen

stembureau
verkiezingspropaganda
kiesrecht

Chronologie

15/1/2010Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 18/2/2010)
24/2/2010Antwoord

Vraag nr. 4-6520 d.d. 15 januari 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Bij verkiezingen schrijft het Algemeen Kieswetboek voor dat in de onmiddellijke omgeving van een stembureau geen politieke propaganda mag gevoerd worden.

Het is evenwel niet altijd volledig duidelijk voor de voorzitters van een stembureau en ook voor vele politieagenten die de orde moeten handhaven, wat het begrip " directe omgeving " juist inhoudt. Regelmatig worden dan ook problemen gesignaleerd met kandidaten die een aanhangwagen met affichering in de buurt van een stembureau parkeren, met borden die nog geplaatst worden op privé-eigendom van particulieren die heel dicht bij de plaats ligt waar de stemverrichtingen plaatsvinden,…

1. Kan de geachte minister duidelijkheid verschaffen over hoe de kieswet op dit punt moet toegepast worden?

2. Vindt zij het noodzakelijk om hierover in de toekomst meer duidelijkheid te verschaffen in de richtlijnen aan de voorzitters van de stembureaus?

Antwoord ontvangen op 24 februari 2010 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vraag.

1. en 2. Het artikel 09, eerste lid, van het Algemeen Kieswetboek, bepaalt inderdaad dat de voorzitter van het stembureau de nodige maatregelen moet nemen om de orde en rust te handhaven in de omgeving van het gebouw waar de verkiezing plaatsheeft.

Aan dit voorschrift wordt trouwens herinnerd in de onderrichtingen - die mijn departement tot stand brengt – en die bestemd zijn voor de voorzitters van de stembureaus, waarbij verduidelijkt wordt dat de voorzitter van het stembureau een beroep zal kunnen doen op de lokale politie in geval van problemen, overeenkomstig de bepalingen van artikel 109, lid 7 en 8, van het Algemeen Kieswetboek.

Het heeft echter weinig zin om het begrip “de omgeving van het gebouw waar de verkiezing plaatsheeft” nader te bepalen, bijvoorbeeld door een straal van een zekere afmeting te bepalen waarin een neutrale zone gerespecteerd zou moeten worden, zonder afbreuk te doen aan het oordeelkundige vermogen van elke voorzitter.

Langs de ene kant dient er immers aan herinnerd te worden dat de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van de federale kamers, de financiering en de open boekhouding van de politieke partijen, in het artikel 5 de kandidaten toestaat om gebruik te maken van niet-commerciële reclameborden van minder dan 4 m² op een privédomein met de toestemming van de eigenaar. Niets verhindert dus dat een kiesbord van minder dan 4 m² geplaatst wordt in de privétuin van een woonst die zich vlak naast een stembureau bevindt.

Langs de andere kant is het nuttig om te onderstrepen dat, om de openbare orde te verzekeren tijdens elke kiescampagne, de provinciegouverneurs een politiebesluit uitvaardigen dat inzonderheid verbiedt om op de dag van de verkiezingen pamfletten, foto's of dragers met kiespropaganda te verspreiden. Dit arrest bepaalt eveneens dat geen enkel bord, noch vast, noch verplaatsbaar, noch in of op voertuigen geplaatst, zich op de dag van de verkiezingen op het openbaar domein mag bevinden, het openbare wegennet van het grondgebied van het Rijk inbegrepen.

Het is dus aan de politiediensten om dit bijzonder besluit te doen respecteren, of de uiting van kiespropaganda (uitdelen van pamfletten of parkeren van een voertuig met affiches) nu plaatsvindt aan de ingang van een stembureau of op elke andere openbare plaats.