Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-6508

van Paul Wille (Open Vld) d.d. 15 januari 2010

aan de minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid

Wetenschappelijk onderzoek - Richtlijn 2005/71/EG van de Raad van 12 oktober 2005 betreffende een specifieke procedure voor de toelating van onderdanen van derde landen met het oog op wetenschappelijk onderzoek - Toepassing in België

wetenschappelijk onderzoek
onderzoeker
toelating van vreemdelingen
spionage

Chronologie

15/1/2010Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 18/2/2010)
11/2/2010Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6507

Vraag nr. 4-6508 d.d. 15 januari 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De Europese Commissie heeft Spanje voor het Europees Hof van Justitie gedaagd wegens het niet toezenden van de kennisgeving van de omzetting van richtlijn 2005/71/EG van de Raad van 12 oktober 2005 betreffende een specifieke procedure voor de toelating van onderdanen van derde landen met het oog op wetenschappelijk onderzoek.

Gelet op het voorgaande bondige kader, volgende vragen:

1. Is het wetenschappelijk visum bij ons van toepassing? Zo ja sinds wanneer?

2. Kan de geachte minister meedelen hoeveel onderzoekers zich momenteel via deze procedure in België gevestigd hebben om hun wetenschappelijke activiteit uit te oefenen?

3. Kunnen deze onderzoekers volgens jaar, aantal en nationaliteit weergeven worden (sinds het wetenschappelijk visum van toepassing is)?

4. Kan toegelicht worden hoe deze onderzoekers gescreend worden op hun waarachtigheid? Is dit toereikend? Zo ja, hoe groot is het risico dat pseudo-onderzoekers infiltreren en ons wetenschappelijk potentieel bedreigen?

5. Is hierbij sprake van samenwerking met andere binnenlandse en buitenlandse diensten ter controle van deze onderzoekers? Met welke? En hoe gebeurt deze samenwerking? Kan dit ook met cijfers gestaafd worden?

Antwoord ontvangen op 11 februari 2010 :

Het geachte lid gelieve hierna het antwoord op zijn vraag te vinden.

1. België heeft zich onmiddellijk aangesloten bij de Richtlijn 2005/71/EG van 12 oktober 2005 betreffende een specifieke procedure voor de toelating van onderdanen van derde landen met het oog op wetenschappelijk onderzoek.

Die richtlijn die als "wetenschappelijk visum" bekend staat, is volledig omgezet in Belgisch recht sinds het koninklijk besluit van 12 september 2007 tot wijziging, wat betreft de onderzoekers en de kaderleden, van het koninklijk besluit van 9 juni 1999 houdende uitvoering van de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers.

Dat besluit heeft als doel de administratieve formaliteiten te verlichten voor onderzoekers uit derde landen die een gastovereenkomst hebben ondertekend met een voorafgaandelijk erkend Belgische publieke of private onderzoeksinstelling.

2. en 3. Die gegevens worden geregistreerd bij de dienst Vreemdelingenzaken. De rol van het Federaal Wetenschapsbeleid (FWB) ligt op een ander vlak. Elke instelling die de erkenning wenst te verkrijgen voor een wetenschappelijk visum is ertoe gehouden bij het FWB het bewijs te leveren van haar O&O-activiteiten. Zo dat in orde is, wordt de erkenning verleend voor een periode van vijf jaar. Op dit ogenblik zijn er 64 erkende instellingen.

Zodra de erkenning is verleend, is de instelling gemachtigd om gastovereenkomsten te ondertekenen welke worden voorgelegd aan de ambassade en aan het gemeentebestuur. Onderzoekers die in dat kader België binnenkomen zijn vrijgesteld van een werkvergunning.

4. Tijdens de debatten voorafgaandelijk aan de omzetting van voornoemde richtlijn was de Staatsveiligheid uitgenodigd. Zij vond het ter sprake gebrachte risico zeer klein en besloot daarom daarna niet meer aan de discussies deel te nemen. Niet de onderzoeker zet de eerste stap maar wel de instelling, die in het licht van haar onderzoeksprojecten en -contracten een internationale betrekking van onderzoeker openstelt om de beste kandidaat in dienst te nemen, overeenkomstig haar eigen selectieregels.

5. Alle betrokken actoren (Werkgelegenheid en Arbeid, Binnenlandse Zaken) hebben meegewerkt aan de omzetting van die richtlijn. Sinds het koninklijk besluit van 12 september 2007 werken enkel het Federaal Wetenschapsbeleid en de dienst Vreemdelingenzaken nog samen. Elk erkenningsdossier moet zijn ondertekend door de ministers die belast zijn met het wetenschapsbeleid enerzijds en met het migranten- en asielbeleid anderzijds.