Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-649

van Vera Dua (Groen!) d.d. 3 april 2008

aan de minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid

Vleeswaren - Aanwezigheid van pesticiden en residuen - Controle - Maatregels

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen
voedselveiligheid
vleesproduct
residu van bestrijdingsmiddel
vleesindustrie
vlees
voedselveiligheid
EU-systeem voor snelle waarschuwing

Chronologie

3/4/2008Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/5/2008)
24/4/2008Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-501

Vraag nr. 4-649 d.d. 3 april 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Veel mensen zijn begaan met gezonde voeding en kiezen bewust voor bioproducten. Naar de aanwezigheid van pesticiden en residuen in onze groente en fruit wordt – terecht – heel wat onderzoek verricht. Daaruit blijkt dat in biologische groente en fruit inderdaad minder residuen en pesticiden zitten dan in producten uit de gangbare landbouw.

De vraag rijst hoe het zit met de aanwezigheid van pesticiden en residuen in vlees. In de klassieke landbouw worden dieren immers gevoerde met non-bioveevoer.

Graag had ik van de geachte minister vernomen:

1. Is er bij het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen informatie bekend over residuen en pesticiden in vlees? Bestaat hierover (recent) onderzoek?

2. Wie doet de controles hiernaar, hoe dikwijls wordt er gecontroleerd en wat zijn de resultaten?

3. Wat zijn specifiek de resultaten voor de aanwezigheid van volgende stoffen: ddt, lindaan, atrazine, chloormequat, pcb’s en zware metalen in vlees en vleesproducten? Wat zijn de grenswaarden voor deze stoffen en hoe dikwijls werden overtredingen vastgesteld?

4. Is er een onderscheid in resultaten tussen biologische vleeswaren en niet-biologische vleeswaren?

5. Is er een evolutie waar te nemen op vlak van de aanwezigheid van dergelijke residuen in vlees en vleesproducten? Zijn er vergelijkende gegevens in de vorm van tijdreeksen beschikbaar?

6. Welke maatregelen worden genomen bij overtreding van de grenswaarden?

Antwoord ontvangen op 24 april 2008 :

Hierbij heb ik de eer het geachte lid het volgende mede te delen.

1. Elk jaar worden in het kader van het controleplan van het FAVV in de slachthuizen monsters genomen van geslachte runderen, varkens, schapen en paarden met als doel de aanwezigheid op te sporen van residuen van als bestrijdingsmiddel gebruikte organische chloor- en fosforverbindingen en pyrethroïden. Er worden ook monsters genomen van geslacht pluimvee, konijnen, gekweekt wild en vrij wild om de aanwezigheid op te sporen van residuen van als bestrijdingsmiddel gebruikte organische chloorverbindingen en pyrethroïden. De analyses worden uitgevoerd op het vet en de lever van de dieren, weefsels die respectievelijk worden onderzocht op de ophoping van organische chloorverbindingen en pyrethroiden en van organische fosforverbindingen. De toegepaste analysemethoden zijn multiresidumethoden waarmee gelijktijdig meerdere stoffen kunnen worden opgespoord.

2. Deze analyses worden uitgevoerd in het kader van het jaarlijkse controleplan van het FAVV en zijn over het hele jaar gespreid. Als bijlage vindt u hierbij een tabel die het aantal geanalyseerde monsters en de uitkomsten voor de jaren 2005, 2006 en 2007 weergeeft (Tabel 1).

3. De resultaten van het onderzoek naar DDT en lindaan zijn weergegeven in de bijgevoegde tabel 1 (zie organische chloorverbindingen). Er worden thans geen residuen van atrazine en chloormequat opgespoord in het vet. De eerste is een verboden onkruidverdelger die geen residuen nalaat in het voeder. Chloormequat wordt best gecontroleerd in graangewassen. De bijgevoegde tabel 2 geeft voor de jaren 2005, 2006 en 2007 het aantal monsters en de uitkomsten weer met betrekking tot de opsporing van zware metalen (lood en cadmium), dioxinen, dioxineachtige PCB's en merker PCB's.

De maximumgehalten in vlees aan DDT, lindaan, atrazine, chloormequat, lood, cadmium, dioxinen en de som van dioxinen en dioxineachtige PCB's zijn vastgelegd in de Europese wetgeving en bedragen respectievelijk :

— lood : 0,10 mg/kg (rund, schaap, varken en pluimvee);

— cadmium : 0,050 mg/kg (rund, schaap, varken en pluimvee), 0,20 mg/kg (paard);

— dioxinen : 3,0 pg/g vet (runderen en schapen), 2,0 pg/g vet (pluimvee), 1,0 pg/g vet (varkens);

— dioxinen en dioxineachtige PCB's samen : 4,5 pg/g vet (runderen en schapen), 4,0 pg/g vet (pluimvee), 1,5 pg/g vet (varkens);

— DDT : 1 mg/kg vet;

— lindaan : 0,7 mg/kg vet (pluimvee), 0;02 mg/kg vet (andere);

— atrazine : 0,05 mg/kg vet;

— chloormequat : 0,05 mg/kg vet.

Het maximum gehalte aan merker PCB's in vlees is in de nationale wetgeving vastgelegd op 200 ng/g vet (rund, varken en pluimvee).

4. Het huidige bemonsteringsplan voor karkassen voorziet niet in een onderscheid tussen biologische en niet-biologische veeteelt.

5. De voorbije drie jaar werd geen enkele non-conformiteit vastgesteld met betrekking tot de aanwezigheid van residuen van bestrijdingsmiddelen.

Sedert in november 2006 een maximumgehalte van kracht is voor dioxinen en dioxineachtige PCB's samen, zijn de meeste bij de monitoring vastgestelde overschrijdingen te wijten aan het samen voorkomen van dioxinen en dioxineachtige PCB's.

De resultaten van het controleprogramma zijn beschikbaar in het jaarlijks activiteitenverslag van het FAVV. Voordat het FAVV bestond, werden deze analyses uitgevoerd door het Instituut voor Veterinaire Keuring (IVK) en werden de resultaten weergegeven in het jaarlijkse activiteitenverslag.

6. Bij overschrijding van het maximumgehalte wordt het nog bij de operator (in het slachthuis) aanwezige product voorlopig in beslag genomen.

Als de analyse van het tegenmonster de overschrijding bevestigt, wordt een pro justitia opgemaakt en wordt het product definitief in beslag genomen en uit de voedselketen verwijderd. Er wordt een onderzoek uitgevoerd in het bedrijf van herkomst. Waar nodig wordt een risicoanalyse uitgevoerd en worden de producten, bij bestaan van een risico voor de consument, teruggeroepen en wordt een persmededeling verspreid. Er kunnen ook meer algemene maatregelen worden getroffen : zo zijn bijvoorbeeld in aansluiting op een risicostudie over de verontreiniging van diverse levensmiddelen met cadmium, de nieren van alle runderen die meer dan een jaar oud zijn sinds 1 februari 2006 ongeschikt verklaard voor menselijke consumptie.

Een kennisgeving aan de Europese Commissie gebeurt via het systeem voor snelle waarschuwing RASFF wanneer het verontreinigde product afkomstig is van en/of wordt uitgevoerd naar een andere Lidstaat of een derde land.

Bij een overschrijding van de maximumgehalten voor dioxinen en dioxineachtige PCB's wordt ook een RASFF-kennisgeving verstuurd als het product alleen op het Belgische grondgebied werd verdeeld.

Bij een overschrijding van het maximumgehalte voor dioxinen en dioxineachtige PCB's wordt de productie in het bedrijf van herkomst stilgelegd. Er wordt overgegaan tot een volledige monitoring van de verschillende daar geproduceerde levensmiddelen van dierlijke oorsprong en niet-conforme producten worden ofwel vernietigd, ofwel op zodanige wijze behandeld dat de dioxinen worden verwijderd (melk afromen). Alle maatregelen worden getroffen opdat de van verontreinigde dieren afkomstige levensmiddelen niet in de voedselketen kunnen terechtkomen als zij niet voldoen aan het maximumgehalte.

Bij een overschrijding van de in de Europese wetgeving vastgelegde drempelwaarde (lager dan de norm) voor dioxinen en dioxineachtige PCB's moet een onderzoek worden uitgevoerd om de bron van de verontreiniging te kunnen bepalen en kunnen bijkomende monsters worden genomen. Zodra de bron is vastgesteld, wordt al het mogelijke gedaan om de verontreiniging zoveel mogelijk te beperken.

Tabel 1 : Opsporing van bestrijdingsmiddelen in het slachthuis — jaren 2005-2006-2007

200520062007
Aantal monstersAantal niet-conforme monstersAantal monstersAantal met-conforme monstersAantal monstersAantal niet-conforme monsters
Pyrethroïden (flumethrin)
Runderen310270420
Varkens10208701080
Pluimvee400480600
Schapen10070100
Paarden100100100
Konijnen50100100
Gekweekt wild40100//
Organische chloorverbindingen
Runderen1250820410
Varkens1260990810
Pluimvee400420490
Schapen100100100
Paarden100100100
Konijnen10090100
Gekweekt wild5080//
Vrij wild90100
Organische fosforverbindingen
Runderen1000530410
Varkens1200940900
Schapen10070100
Paarden100100100

Tabel 2 : Opsporing van lood en cadmium, dioxinen, dioxineachtige PCB's en merker PCB's in het slachthuis — jaren 2005-2006-2007

200520062007
Aantal monstersAantal niet-conforme monstersAantal monstersAantal niet-conforme monstersAantal monstersAantal niet-conforme monsters
Lood
Runderen130111230580
Varkens12011950480
Pluimvee400430440
Schapen1006090
Paarden100110100
Konijnen90100100
Gekweekt wild3090//
Vrij wild9409701000
Cadmium
Runderen1301611230580
Varkens1200950481
Pluimvee400430440
Schapen1016090
Paarden100100101
Konijnen90100100
Gekweekt wild3090//
Vrij wild9701000
Dioxinen3
Runderen2901581212742
Varkens200420870
Pluimvee500771 (eend)940
Schapen01401212
Paarden100100150
Konijnen5090100
Gekweekt wild5081 (duif)
Vrij wild10090100
Dioxineachtige PCB's3
Runderen3101581212742
Varkens210420870
Pluimvee300770940
Schapen701401212
Paarden100100150
Konijnen5090100
Gekweekt wild5080//
Vrij wild10090100
Merker PCB's3
Runderen1970680340
Varkens2990180370
Pluimvee790570470
Schapen60080
Paarden10010070
Konijnen5040100
Gekweekt wild5080//
Vrij wild10090100

1 Niet-conform monster van een nier. In 2005 werd van hetzelfde karkas een monster genomen van nier, lever en vlees. Vanaf 2006 wordt alleen een monster genomen van het vlees.

2 Monsters die het maximumgehalte aan « dioxinen + dioxineachtige PCB's » overschrijden worden meegerekend in de kolom « dioxinen » en in de kolom « dioxineachtige PCB's ».

3 De analyses op « dioxinen », « dioxineachtige PCB's » en « merker PCB's » worden uitgevoerd op hetzelfde monster.