Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-6481

van Christine Defraigne (MR) d.d. 13 januari 2010

aan de staatssecretaris voor Begroting, Migratie- en asielbeleid, Gezinsbeleid en Federale Culturele Instellingen

Ontvoeringen door ouders - Werkgroep - Vergaderingen - Aantal - Behandelde onderwerpen - Aanwezigheid van ouders-slachtoffers - Vooruitgang - Samenwerking met diverse administraties en organisaties - Budget

vrijheidsberoving
gemengd huwelijk
kind

Chronologie

13/1/2010Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 11/2/2010)
18/3/2010Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 4-1342

Vraag nr. 4-6481 d.d. 13 januari 2010 : (Vraag gesteld in het Frans)

Op 20 november 2009 hebben wij de Internationale Dag van het Kind gevierd, alsook de 20ste verjaardag van het Verdrag inzake de rechten van het Kind. Op 18 november 2009 was de Belgische tak van het Kinderfonds van de Verenigde Naties (United Nations Children's Emergency Fund – Unicef België) te gast in het federale Parlement om zijn tweede verslag over kinderen en jongeren voor te stellen voor het VN-Comité inzake de Rechten van het Kind. Ook de vereniging zonder winstoogmerk (vzw) “SOS Rapts Parentaux” was op die dag aanwezig.

Tijdens dat evenement werd aan de gemeenschappen en de federale regering gevraagd om een van hun belangrijke realisaties voor te stellen. De federale regering heeft dus gekozen voor een toelichting bij het probleem van internationale ontvoeringen door ouders. Volgens haar verbetert de situatie. Uit de getuigenissen van de organisaties voor hulp aan ouders die het slachtoffer zijn van internationale ontvoeringen van kinderen blijkt echter dat dit lang niet zo is.

U hebt een werkgroep “ouders” opgericht om de verschillende partners en personen die bij dergelijke ontvoeringen betrokken zijn rond de tafel te brengen. Ik zou dan ook graag een antwoord krijgen op volgende vragen :

Hoe vaak vergadert die werkgroep en welke onderwerpen worden tijdens die vergaderingen behandeld?

Worden de ouders uitgenodigd om rond de tafel te zitten? Wordt naar hen geluisterd?

Welke concrete vooruitgang hebt u sedert de oprichting van die groep kunnen realiseren om het lot te verbeteren van de ouders die het slachtoffer zijn van dergelijke daden?

Werkt u nauw samen met de Federale Overheidsdienst (FOD) Justitie, de FOD Buitenlandse Zaken, de politie, de ouders-slachtoffers en de organisaties voor hulp aan de ouders-slachtoffers?

Welk budget is uitgetrokken voor de oplossing van dit ingewikkelde en actuele probleem?

Antwoord ontvangen op 18 maart 2010 :

Ik dank u voor deze zeer gevoelige vraag betreffende de internationale ontvoeringen van kinderen, een problematiek die mij, vooreerst als ouder, en uiteraard ook als Staatssecretaris voor Gezinsbeleid, nauw aan het hart ligt.

Het geachte lid vindt hieronder een antwoord op haar vraag:

Na mijn benoeming heb ik dan ook beslist om de werkgroep “ouders” opnieuw te lanceren. Deze werkgroep werd in 2003 opgericht in het kader van een door de toenmalige ministers van Justitie en Buitenlandse Zaken ingeleide Ronde Tafel betreffende het voeren van een reflectie en het ondernemen van acties voor een betere aanpak van deze erg pijnlijke problematiek.

Het doel van de groep “ouders” is enerzijds de ouders die met een ontvoering te maken krijgen, een luisterend oor te bieden, en hen de mogelijkheid geven om denkpistes en voorstellen te formuleren met het oog op een verbetering van de aanpak van deze ontvoeringen. Anderzijds stelt de groep de ouders in staat om op de hoogte te blijven van hetgeen gerealiseerd werd in de andere werkgroepen die samen met de de groep "ouders" tot stand kwamen, namelijk de groepen “magistraten” en “bemiddeling”.

De werkgroep “ouders” kwam vier keer samen tussen 2005 en 2006 en werd vervolgens stopgezet : de ouders hadden blijkbaar het gevoel dat er onvoldoende naar hen geluisterd werd en dat zij onvoldoende geïnformeerd werden over de verwezenlijkingen in de andere werkgroepen.

Ik heb dus besloten om de ouders en de verenigingen opnieuw rond de tafel te brengen om naar hen te luisteren, hen moed te geven en, in de mate van hetgeen in onze mogelijkheden ligt, een antwoord te bieden op hun verwachtingen en hun immense leed.

De werkgroep “ouders” kwam opnieuw samen op 28 april 2008 en 2009. Ik nam deel aan de vergadering van vorig jaar waarop, samen met de magistraten, de politie, de twee Federale Overheidsdiensten (FOD’s) en de drie betreffende kabinetten, op mijn initiatief ook de personen die betrokken zijn in de Justitie-dossiers en zij die opgevolgd worden door de diensten van Buitenlandse Zaken, aanwezig waren. Bovendien heb ik op 25 december 2009 en 13 januari 2010 ouders op mijn kabinet ontvangen.

Tijdens deze ontmoetingen en discussies heb ik eerst heel aandachtig geluisterd naar de ouders en de verenigingen.

Vervolgens heb ik hen verscheidene werkpistes voorgesteld waar wij momenteel mee bezig waren met het oog op een verbetering van de situatie, namelijk:

- de heropstarting van het overleg met de ouders;

- het belang van het overleg met Buitenlandse Zaken, de politie, de FOD Justitie, het parket, de advocaten en ouders in individuele situaties;

- het permanent overleg over deze kwestie tussen de betrokken kabinetten en de FOD’s van Buitenlandse Zaken en Justitie;

- het oprichten van een permanent telefoonnummer, 24/24u bereikbaar;

- een specifiek evenement dat ik gedurende het Belgisch voorzitterschap zal organiseren met Buitenlandse Zaken en Justitie, en dat voortkomt uit de werkzaamheden van de werkgroep “internationale familiale bemiddeling”, waarvan ik voorzitter was. Dit evenement zal handelen over de kindontvoeringen en het bevorderen van de internationale familiale bemiddeling in zulke situaties;

- onze deelname aan een Europees project voor preventie van child focus waaruit binnenkort een preventiegids zal voortkomen;

- het beheer van de individuele situaties door de FOD’s Justitie en Buitenlandse Zaken.

Bij onze laatste vergadering heeft de vereniging gevraagd om de ministers van Justitie en Buitenlandse Zaken te ontmoeten, die ook rechtstreeks betrokken zijn, in het bijzonder wat betreft de individuele situaties.

De kabinetten van de ministers van Justitie, Buitenlandse Zaken, Gezinsbeleid en de FOD’s Justitie en Buitenlandse Zaken zullen op 5 maart een ontmoeting hebben met de vereniging "SOS rapts parentaux".

Ten slotte vindt het volgende overleg met de ouders en de verenigingen plaats op 28 april 2010 2010.

Het contact met en het luisteren naar de ouders zijn in mijn ogen dus frequent en essentieel. Ik zal erop toezien dat dit zo blijft.