Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-6455

van Céline Fremault (cdH) d.d. 11 januari 2010

aan de minister van Justitie

Huisvesting - Uitzetting - Aantal - Klachten

uitzetting uit een woning
officiële statistiek
geografische spreiding

Chronologie

11/1/2010Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 11/2/2010)
18/3/2010Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6454

Vraag nr. 4-6455 d.d. 11 januari 2010 : (Vraag gesteld in het Frans)

De uitzetting uit de woning vormt een terugkerend probleem waar een groot aantal huurders mee geconfronteerd wordt. Eens op de straat hebben die mensen vaak geen andere keuze dan zich te wenden tot de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW). Om dit probleem beter te kunnen afbakenen, zou ik graag volgende informatie krijgen :

Hoeveel bedroeg in de laatste vijf jaar het aantal :

1° gerechtelijke aanvragen om huurders uit te kunnen zetten? Graag kreeg ik een verdeling per kanton of , als dat niet mogelijk is, per arrondissement;

2° gerechtelijke beslissingen ter inwilliging van die aanvragen? Graag kreeg ik een verdeling per kanton of, als dat niet mogelijk is, per arrondissement;

3° gevallen waarin de deurwaarder een beroep gedaan heeft op de politie om huurders uit hun woning te zetten;

4° klachten ingediend wegens wilde uitzetting;

5° gevallen waarin door het parket vervolgingen werden ingesteld in het kader van wilde uitzettingen;

6° strafrechtelijke veroordelingen wegens wilde uitzetting?

Antwoord ontvangen op 18 maart 2010 :

Uithuiszettingen zijn het trieste eindpunt van een lang en problematisch proces met een conflict tussen huurder en verhuurder als onderliggende oorzaak. In de meeste gevallen vormt een huurachterstand de aanleiding tot het conflict.

In dit kader is het voorkomen van deze ingrijpende maatregel voor iedereen een prioriteit. Een belangrijk deel van de preventie-instrumenten behoort tot de bevoegdheden van andere beleidsniveaus. Ik denk hierbij aan maatregelen die onder de noemer 'betaalbaar wonen' vallen. Die zorgen ervoor dat huurders minder gemakkelijk in moeilijkheden komen omdat ze minder snel huurachterstal opbouwen én omdat er voor huurders die wel problemen hebben, sneller een alternatief voorhanden is.

Ook andere doelgerichte en begeleidende maatregelen behoren tot de bevoegdheden van de deelstaten.

Ook het federale beleidsniveau heeft een verantwoordelijkheid in deze problematiek. In die optiek staat in bepaling 46 van het federaal plan Armoedebestrijding: 'De minister van Justitie zal zodra dat mogelijk is, kwantitatieve gegevens over de uithuiszettingen en de problematiek van huisjesmelkers verstrekken om deze fenomenen beter af te bakenen en het beleid aan te passen. Hij zal bovendien een zwaardere straf invoeren voor de personen die zich schuldig maken aan illegale uithuiszettingen of praktijken, met inbegrip van een financiële schadevergoeding voor de persoon die uit zijn huis werd gezet.'.

In uitvoering van deze bepaling heeft de toenmalige Staatssecretaris voor Armoedebestrijding, Jean-Marc Delizée, begin 2009 een rondetafelgesprek georganiseerd over uithuiszettingen met een focus op de illegale uithuiszettingen. Hierop waren diverse actoren en belanghebbenden aanwezig en werden een aantal sporen naar voren geschoven.

Vervolgens nam ik het initiatief om een nieuwe reeks bijeenkomsten te organiseren teneinde de situatie te herevalueren en naar adequate maatregelen te zoeken.

Kwantitatieve gegevensverzameling is uiteraard van groot belang. Er moet echter een onderscheid worden gemaakt tussen gerechtelijke en illegale uithuiszettingen. Wat de gerechtelijke uithuiszettingen betreft, bepaalt artikel 1344ter van het Gerechtelijk Wetboek dat iedere inleiding van een vordering tot uithuiszetting gemeld dient te worden aan het OCMW. Binnen de OCMW's worden aldus kwantitatieve gegevens verzameld over de procedures die worden ingeleid. Op dit ogenblik heb ik echter nog geen gegevens ter beschikking. Met betrekking tot illegale uithuiszettingen is gegevensverzameling daarentegen bijzonder moeilijk. Dergelijke praktijken vinden immers meestal plaats in de volstrekte illegaliteit, zodat ze niet worden gemeld aan de bevoegde instanties.

Zoals reeds gezegd, wacht ik de beschikbaarheid van gekwantificeerde gegevens niet af om de betrokken actoren samen te brengen en de problematiek te bespreken. In dit kader is een bundeling van inspanningen van de verschillende beleidsdomeinen en de verschillende beleidsniveaus nodig.