Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-6436

van Paul Wille (Open Vld) d.d. 11 januari 2010

aan de minister van Klimaat en Energie

Handel in emissierechten - Sectoraal systeem - Gratis rechten in geval van concurrentie buiten de Europese Unie (EU) - Steenbakkerijen

vermindering van gasemissie
emissiehandel
baksteen
emissierechten
Protocol van Kyoto

Chronologie

11/1/2010Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 11/2/2010)
19/2/2010Antwoord

Vraag nr. 4-6436 d.d. 11 januari 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De Europese richtlijn 2003/87/EG tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap, met betrekking tot de projectgebonden mechanismen van het Protocol van Kyoto voorziet in de invoering van een betaalsysteem voor de emissie van CO2 door bepaalde ondernemingen, met het lovenswaardige doel de vervuiling terug te dringen.

De verwezenlijking van dit doel mag evenwel niet ten koste gaan van de Europese industrie. Binnen de Europese Raad hebben enkele staatshoofden gepleit voor een systeem dat onderscheid maakt tussen sectoren die sterk concurrentiegevoelig zijn buiten de Europese Unie (EU) en andere die dat niet zijn. Voor de eerste categorie moeten CO2-emissierechten gedeeltelijk of zelfs helemaal gratis zijn, ten minste zolang er nog geen internationale overeenkomst is op grond waarvan hun niet-Europese concurrenten aan dezelfde milieueisen moeten voldoen.

De steen- en pannenbakkerijindustrie is van mening dat haar concurrentievermogen ernstig gevaar kan lopen door de invoering van de richtlijn emissierechtenhandel.

Graag kreeg ik van de geachte minister een uitvoerig en duidelijk antwoord op volgende vragen:

1. Kan hij toelichten welke criteria gelden bij de opstelling van de lijst van sectoren waarvan gedacht wordt dat zij blootstaan aan concurrentie buiten de Europese Unie (en daarom in aanmerking komen voor gratis CO2-emissierechten)?

2. Kan hij meedelen of de opneming van de baksteenindustrie in deze lijst naar zijn inzicht terecht is? Wat zouden de economische implicaties kunnen zijn voor de Belgische steen- en pannenbakkerijindustrie?

3. Vindt hij de noodzaak terecht om de milieu-inspanning niet te laten rusten op de minst vervuilende industrieën? Hoe evolueert deze discussie op Europees niveau?

Antwoord ontvangen op 19 februari 2010 :

1. Een basisprincipe voor de herziene richtlijn voor de handel in broeikasgas emissierechten is om niet alle rechten meer gratis toe te wijzen, maar ze te veilen.

Om te vermijden dat dit zou leiden tot een concurrentienadeel tegenover bedrijven buiten Europa, heeft de Europese Commissie twee mogelijkheden bestudeerd, met name correcties aan de grenzen, en gedeeltelijk gratis toewijzing. De eerste optie bleek onhaalbaar op dat moment. Na analyse van de gegevens werd een lijst opgesteld met bedrijfstakken die worden geacht te zijn blootgesteld aan een significant risico op koolstoflekken. De betrokken bedrijven zullen voor een deel gratis toewijzingen bekomen.

Om deze lijst op te stellen, baseerde de Commissie zich op de criteria van artikel 10 bis, leden 14 tot 17, van Richtlijn 2003/87/EG.

De Europese Commissie publiceerde de lijst met bedrijfstakken die worden geacht te zijn blootgesteld aan een significant risico op koolstoflekken op 24 december 2009. In dit Besluit herneemt de Commissie deze criteria, met name :

I. de mate waarin de kosten van verhoogde elektriciteitsprijzen die het gevolg zijn van de genoemde Richtlijn kunnen doorverrekend worden in de productprijzen zonder een significant verlies van marktaandeel aan minder koolstofefficiënte installaties buiten de Unie;

II. (a) een stijging van de productiekosten, berekend als een deel van de bruto toegevoegde waarde, van ten minste 5 % en een intensiteit van de handel met derde landen hoger is dan 10 %; (b) ofwel een stijging van de productiekosten van ten minste 30 % ; (c) ofwel een intensiteit van handel met derde landen hoger dan 30 %.

2. De Commissie voerde een grondige analyse uit, niet enkel kwalitatief maar ook kwantitatief, zich baserend op de meest accurate beschikbare gegevens op dat moment.

Na tussenkomsten van verschillende lidstaten waaronder België, heeft de Commissie bijkomende informatie over de baksteensector verzameld om haar analyse beter te onderbouwen.

Na deze analyse was het duidelijk, op basis van de op dat moment gekende gegevens, dat de baksteensector niet voldeed aan de criteria en bijgevolg niet kon worden opgenomen in de genoemde lijst.

Het Besluit voorziet evenwel in de mogelijkheid voor de herziening van de analyse van de baksteensector op basis van nieuwe gegevens (eventueel aangereikt door de sector), overeenkomstig artikel 10 bis, paragraaf 13, van de richtlijn.

3. Het basisprincipe van het emissiehandelssysteem (ETS) is de toekenning van een prijssignaal voor koolstof en de bevordering van innovatie op zo'n manier dat bedrijven hun keuzes in termen van investeringen en energie-efficiëntie op de meest kosten efficiënte manier oriënteren. De minst vervuilende (en dus meest performante) bedrijven worden daardoor bevoordeeld ten opzichte van de meer vervuilende bedrijven aangezien zij minder emissierechten zullen nodig hebben. De al dan niet gratis toewijzing van de emissierechten is een andere vraag die verband houdt met een eventuele compensatie van concurrentienadeel, waarvan de evaluatie, zoals reeds gezegd, zorgvuldig werd gedaan door de diensten van de Europese Commissie op basis van een beleidsbeslissing van de Raad en van het Europees Parlement.